Week 1
Wanneer is iets juridisch een staat? Bevolking op een territorium, met een overheid die effectief
gezag uitoefent en die het vermogen heeft om betrekkingen met andere staten te onderhouden.
Declaratoire theorie: erkenning van andere staten is niet nodig voor staatheid
Constitutieve theorie: erkenning van andere staten is wel nodig voor staatheid
Macht: de mogelijkheid om anderen te dwingen
Gezag: gelegitimeerde macht (bevoegdheid)
Directe democratie en representatieve democratie
Sterkere vormen directe democratie:
- (grond-) wetgevende volksvergaderingen
- Bindende burgerinitiatieven/volksinitiatief waarover het volk vervolgens in bindend
referendum beslist
- Bindende correctieve referenda
- Van directe democratie is sprake als het electoraat rechtstreeks invloed heeft op
besluitvorming.
Indirecte democratie: aanwezigheid van gekozen vertegenwoordigers op centraal en decentraal
niveau.
Parlementair stelsel (bijv. NL, VK, Duitsland, Italië)
- Kern vertrouwensregel:
Volgens de vertrouwensregel moet een minister, staatssecretaris of kabinet aftreden als zij
geen vertrouwen meer genieten van de meerderheid van het parlement (in de praktijk
geldt de vertrouwensregel alleen voor de Tweede Kamer).
- Vertrouwen is er tot tegendeel is bewezen (motie van wantrouwen) (negatief geformuleerd)
- Motie van wantrouwen
- Motie van afkeuring
- Verworpen wetsvoorstel
- Harde bewoording
- Kan expliciet of impliciet uitgesproken worden
- Soms is het al voldoende als regeringspartij motie indient of steunt
- Volksvertegenwoordigers worden gekozen door volk (indirect gekozen)
- Personele scheiding staatshoofd-regeringsleider; staatshoofd weinig politiek gezag
Presidentieel stelsel (VS)
- In een presidentieel systeem is de president zowel staatshoofd als regeringsleider, dit in
tegenstelling tot het parlementair en het semi-presidentieel systeem, waar deze functies
gescheiden zijn en er de functie van minister-president bestaat, die de regeringsleider is.
- Bij presidentieel stelsel is er geen vertrouwensregeling tussen parlement en regering
- President is gekozen door volk (direct gekozen)
- Parlement kan president niet naar huis sturen (behoudens impeachment)
- Geen personele scheiding staatshoofd/regeringsleider (zelfde persoon)
Voorwaarden democratie
- Actief en passief kiesrecht in vrije en geheime verkiezingen (art. 4 Grondwet hoofdstuk B
kieswet)
- Openbaarheid van informatie en transportatie (wet open overheid)
- Gelijke rechten voor iedereen
- Pluralisme
- Politieke grondrechten, zoals:
o Vrijheid van meningsuiting
o Vrijheid van vergadering
o Vereniging
o …. En betoging
,Constitutionalisme & de rechtsstaat (rule of law)
- Historische ontwikkeling van de rechtsstaat
- Elementen van de rechtsstaat
- Legaliteit
- Machtenscheiding, machtenspreiding, checks & balances
- Effectieve rechtsbescherming, onafhankelijke rechtsspraak
- Grondrechten
- Relatie tussen rechtsstaat en democratie
Middeleeuwen: Koning en Paus centraal
Gevolg:
1. Roep om sterk, effectief (staats)gezag:
a. Verzetstheorieen
2. Maar wat als macht, willekeur wordt?
a. Niet alle macht in 1 hand: scheiding van functies
Trias politica:
- Wetgevende functie
- Uitvoerende functie
- Rechterlijke functie
Democratieprincipe (moderne opvatting)
Overheidsoptreden moet terug te voeren zijn op een wet van de wetgever. Die is gekozen door het
volk, en geniet dus legitimatie.
Rechtsstaat en democratie: los van elkaar maar hebben elkaar nodig
Hoe burgers macht accepteren:
- Traditie: iets is aanvaardbaar omdat het altijd al zo was
- Charisma koning/minister president/burgemeester
- Outcome legitimacy: Het werkt, het beschermt onze vrijheid het beste (en vult het liefst
ook onze zakken)
Soevereiniteit: recht om eigen staatsorganisatie vorm te geven
Waterpakt arrest:
- Geen rechterlijke toetsing wet aan grondwet (art. 120 Grw)
- Wel rechterlijke toetsing wet aan rechtsstreeks werkend internationaal (en EU) recht:
o Strijdig nationaal recht kan buiten toepassing gelaten worden (94 Grw)
Mag de rechter bij strijd met internationaal/ EU recht de wetgever bevelen specifieke wet te maken
zodat de staat aan zijn internationale of EU verplichting voldoet? HR Waterpakt (r.o 3.3 en 3.4) (r.o
3.5 : rechter mag geen bevel tot wetgeving geven!)
Nitraatrichtlijn (bvb stikstof vermindering)
EU-richtlijn:
- Bindend EU wetgeving (art. 288 VWEU) waarbij lidstaten verplicht zijn het daarin
geregelde om te zetten ‘te implementeren’ in hun nationale wetgeving binnen een bepaald
termijn (meestal 2 jaar)
HR stichting fauna bescherming tegen provincie friesland:
(r.o 3.3.5 van belang, zelfde argumentatie als waterpakt)
De rechter is niet toegestaan in te grijpen in de procedure van politieke besluitvorming en
belangenafweging die is voorbehouden aan de gekozen vertegenwoordigers in de provinciale
staten (stichting de faunabescherig, r.o 3.3.5 j.o. Waterpakt r.o 3.5
Oefenvragen week 1
Staat: Bevolking op een territorium, met een overheid die effectief gezag uitoefent en die het
vermogen heeft om betrekkingen met andere staten te onderhouden.
,Deelstaat geen staat omdat: Ze voeren wel gezag uit, maar Amerika/Duitsland staan nog boven
bijvoorbeeld Texas/Beieren.
Verschil staat en gangsterbende: De gangsterbendes hebben geen gelegitimeerde macht (gezag).
Europese Unie een staat?
- Geen geweld uitoefenen
- Geen eigen grondgebied
- Geen eigen bevolking
- Geen soevereiniteit (organisatie weigeren alleen door lidstaten gezamenlijk)
Kenmerken en doel rechtsstaat
- Legaliteitsbeginsel -> gezag
- Machtenscheiding -> democratische legitimiteit
- Effectieve rechtsbescherming, onafhankelijke rechtspraak -> bescherming willekeur
- Grondrechten -> bescherming rechten burgers
Noem twee redenen waarom de term ‘uitvoerende macht’ de positie van de
regering in het Nederlandse bestel niet volledig dekt.
De regering maakt ook amvb alleen
c. In welk opzicht voldoet de machtenscheiding in de Verenigde Staten beter aan
het idee van Montesquieu dan de Nederlandse machtsverdeling?
De uitvoerende macht en wetegevende macht zijn verweven in NL. (!)
Kennisvragen week 1
Op grond van artikel 94 Gw moet de rechter nationale wettelijke voorschriften toetsen aan eenieder
verbindende bepalingen van verdragen.
Alle staten hebben een constitutie, maar niet alle staten hebben een grondwet.
In de Verenigde Staten zijn de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht gescheiden.
In de EU-inrichting is geen strikte machtenscheiding, maar machtsverdeling door samenwerking.
In Nederland ligt de macht feitelijk bij het volk
Welke rechterlijke instellingen behoren tot de rechterlijke macht in de zin van de Grondwet?
- Rechtbanken
- Gerechtshoven
- Hoge Raad
In Nederland wordt de regering gevormd door de Koning en de ministers, zoals blijkt uit artikel
42 lid 1 Gw. (uitvoerende macht)
Kabinet: ministers en staatssecretarissen
, Art 43 en 47,48 gw
'rigid constitution': (artikel 137 Gw)
- Dat betekent dat de Grondwet moeilijker te wijzigen is dan een gewone wet
De wetgevende macht berust bij de regering en de Staten-Generaal (art. 81 Gw)
De uitvoerende macht berust bij regering (koning en ministers)
De rechtssprekende macht berust bij de rechterlijke instellingen
Formele wet: wet gemaakt door regering en staten generaal gezamenlijk (art. 81 GW)
Artikel 118 GW : rechters gekozen door koninklijk besluit prima want er is ministriele
verantwoording
Raad van state: of je zit in de afdeling advisering of afdeling rechtspraak
(anders zouden uitspraken niet meer als onafhankelijk gezien worden)
- Geen duidelijke scheiding trias politica, wel spreiding der machten (NL)
- Rechters worden gekozen door uitvoerende macht dus niet compleet vrije democratie
Pragmatic democracy (limited democracy):
- ‘After all, the practical reason why, when the power is once in the hands
of the people, a majority are permitted, (...) to rule, is not because they
are most likely to be in the right, nor because this seems fairest to the
minority, but because they are physically the strongest.’
- Rechtsstatelijke beperkingen zoals machtenscheiding, checks and balances en
grondrechten
Redemptive democracy (majoritarian democracy):
Michael Oakshott in het midden
Formele democratie: Democratie gaat om meerderheden, om volksinspraak via verkiezingen, soms
ook via referenda of burgerinitiatieven.
Materiele democratie: Democratie gaat ook om fundamentele gelijkwaardigheid, om pluralisme, om
grondrechten bescherming
Democratische rechtsstaat:
Democratie:
- Verkiezingen...
- ...minimaal van parlement
- Politieke grondrechten (uitingsvrijheid, verenigingsvrijheid etc.)
- Rechtsstatelijke waarden?
Weerbare democratie:
Militant democracy refers to the idea of a democratic regime which is
willing to adopt pre-emptive, prima facie illiberal measures to prevent
those aiming at subverting democracy with democratic means, from
destroying the democratic regime.
Vormen:
- Beperkingen op constitutionele veranderingen
- Formele beperkingen,
- … informele (praktische) beperkingen
- Partijverboden