Blok 3.6 Neuropsychologie - Thema 2: Taal en geheugen
Afasie
Kolb, B., & Wishaw, I. Q. (2015). Fundamentals of human
neuropsychology . H19. Language
Lokalisatie van taal
Anatomische gebieden geassocieerd met taal
Er zijn verschillende benaderingen in het labelen
van de corticale regio’s als kern onderdeel van
taal:
A. De inferior frontale gyrus en de superior
temporale gyrus, waarin Broca’s gebied
(groen) en Wernicke’s gebied (geel) liggen.
Delen van de omliggende gyri, inclusief de
ventrale delen van de precentrale en postcentrale gyri, de
supramarginale gyrus, de angulaire gyrus en de mediaal temporale
gyrus liggen ook in de kern taal regio’s.
B. Taalgebieden in overeenstemming met Brodmann’s map. Broca’s
gebied = groen en Wernicke’s gebied is area 22.
C. Insula, Heschl’s gyrus (primaire auditieve cortex) en delen van de
superieure temporale gyrus (anterior en posterior superior temporale
planes aSTP & pSTP) zijn taal gerelateerde gebieden
Neurale connecties tussen taal zones
- Wernicke-Geschwind model: stelt dat begrip (1) wordt
gehaald uit geluiden in Wernicke’s gebied en (2) passeert
door het arcuate fasciculus pad naar (3) Broca’s gebied om
gearticuleerd te worden als spraak. Andere taalfuncties gaan
ook via dit begrip-spraak pad. Model staat hier rechts
afgebeeld
- Dual-pathway model van Fedorenko & Thompson-Schil (2014):
de temporale en frontale cortex zijn verbonden door paren van
dorsale en ventrale taalpaden, die worden gezien al uitbreidingen
van de dorsale en ventrale visuele stromen.
o De dubbele pijlen op beide paden geven aan dat informatie beide kanten
op gaat tussen de temporale en frontale cortex.
o Informatie van zicht komt in de auditieve taal paden via de dorsale en
ventrale visuele stromen en draagt bij aan lezen.
o Informatie van lichaamssensaties regio’s van de pariëtale cortex dragen
ook bij aan de dorsale en ventrale taal paden en dragen mogelijk bij aan
taal door aanraking (Braille).
1
, Blok 3.6 Neuropsychologie - Thema 2: Taal en geheugen
o De dorsale taalpaden transformeren geluid informatie in
motorische representatie – fonologische informatie
omzetten in articulatie.
De informatiestroom is bottom-up, zoals ook het geval bij het
nazeggen van onzin worden en zinnen.
De temporale cortex voegt geluiden samen op basis van
fonologische structuur en geeft ze door aan de frontale cortex voor
articulatie.
Er wordt geen betekenis toegekend aan geluiden in dit pad!
o De ventrale taalpaden transformeren geluid informatie in betekenis –
fonologische informatie omzetten in semantische informatie
De informatiestroom is meer top-down, toekennen van betekenis
aan worden en zinnen.
o Beiden paden zijn betrokken bij de zinsopbouw het dorsale pad
categoriseert geluiden in termen van frequentie van associatie en het
ventrale pad extraheert betekenis van grammatische organisaties van
woorden
o Beiden taalpaden zijn ook betrokken bij korte- en lange-termijn geheugen
voor fonetische en semantische componenten van spraak
o Afasie:
Patiënten die kunnen lezen maar niet de betekenis kunnen begrijpen
van wat ze lezen hebben waarschijnlijk schade aan het ventrale pad
Patiënten die woorden niet kunnen articuleren maar wel kunnen
begrijpen hebben schade aan het dorsale pad.
Core language network
Fedorenko & Thompson-Schill (2014) stellen dat er een core language
network is.
- Bestaat uit 5 functionele modules die allen betrokken zijn bij een
bepaalde functie, zoals horen (geel), omzetten van gelijk naar
betekenis (rood) of articuleren van taal (paars).
- Elke module bestaat uit meerdere nodes (de cirkels) die mogelijk
een gezamenlijke functies hebben; een enkele node kan actief zijn
bij het produceren van fonemen
- Fedorenko & Thomspon-Schill suggereren dat veel verschillende
functionele modules betrokken zijn bij high-level taal activiteit,
terwijl de activiteit van enkele modules of 1 module een taal
subfunctie genereert, zoals het herkennen van een geluid.
- Door interactie met andere hersennetwerken (vb.
aandachtnetwerk) kan taal worden gefocust, zoals gebeurt als je
op een feestje bent en je alleen degene hoort waar je mee praat.
Taalstoornissen
- Afasie: taalstoornis duidelijk aanwezig bij spraak, schrijven (agrafie) of bij lezen
(alexie) door schade aan hersengebieden die gespecialiseerd zijn in deze functies.
2
, Blok 3.6 Neuropsychologie - Thema 2: Taal en geheugen
o Verstoringen van taal door ernstige intellectuele
beperkingen, verlies ven sensorische input (zicht
en gehoor), of door verlamming of incoördinatie
van de mondspieren (anarthria) of de hand worden
niet beschouwd als afasie verstoringen.
- Parafasie: de productie van onbedoelde lettergrepen,
woorden of zinnen tijdens het spreken. Geluiden worden
goed gearticuleerd, maar het zijn de verkeerde geluiden
(pike i.p.v. pipe zeggen). Het bedoelde woord wordt
verdraaid of er wordt een compleet onbedoeld woord
geproduceerd.
- Afasie kan onderverdeeld worden in 3 groepen:
o Vloeiende afasie: vloeiende spraak maar moeite
met het auditieve verbale begrip of met het
herhalen van woorden, uitdrukkingen of zinnen die
door anderen worden gesproken.
o Niet-vloeiende afasie: moeite met het
articuleren maar relatief goede auditief verbaal
begrip
o Pure afasie: selectieve beperkingen in lezen, schrijven of het herkennen
van woorden in de afwezigheid van andere taalstoornissen.
Verschil niet-vloeiende afasie vs pure afasie: bij niet-vloeiende
afasie is beiden verstoord, maar bij pure afasie is er specifiek iets
verstoord.
Vloeiende afasie
Beperkingen die voornamelijk gerelateerd zijn aan taal input of ontvangst.
- Wernicke’s afasie of sensorische afasie: onvermogen om woorden te
begrijpen of om geluiden te rangschikken in coherente spraak terwijl de
woordproductie intact is. 3 karakteristieke tekorten:
o Classificeren van geluiden: onvermogen om significante fonemische
karakteristieken te isoleren en om geluiden te classificeren in bekende
fonemische systemen tekorten in het categoriseren van geluid
o Produceren van spraak: de patiënt kant praten, en kan zelfs veel praten,
maar haar fonetische karakteristieken door elkaar en produceert
begrijpelijke woorden die willekeurig aan elkaar zijn gekoppeld (= word
salad)
o Schrijven: kan fonemische karakteristieken niet onderscheiden dus kan niet
schrijven omdat de patiënt de letters (grafemen) die een woord vormen
niet kent.
- Transcoritcale afasie of isolation syndroom: mensen kunnen woorden
herhalen en objecten benoemen maar kunnen niet spontaan praten, of ze kunnen
woorden niet begrijpen terwijl ze ze wel kunnen herhalen.
- Conduction afasie: kunnen makkelijk praten, objecten benoem en spraak
begrijpen, maar ze kunnen woorden niet herhalen. De makkelijkste verklaring
hiervoor is een disconnectie tussen het perceptuele woord beeld en de motorische
systemen die het woord produceren.
- Anomische afasie: begrip van spraak, produceren van betekenisvolle spraak en
vermogen om spraak te herhalen, maar grote moeite met het vinden van de
namen van objecten (schade temporale cortex)
Niet-vloeiende afasie
- Broca (expressieve afasie): begrijpt spraak nog maar moet veel inspanning
geven om het te produceren: de persoon praat in korte zinnen met pauzes
ertussen, maakt geluidfouten, maakt herhaal fouten in de grammatica en laat
vaak functiewoorden weg. Enkel de kernwoorden die nodig zijn voor communicatie
worden gebruikt. Het tekort zit hem in het switchen van het ene geluid naar het
andere.
o Kan ernstig of matig zijn.
- Transcorticale motorische afasie: herhaling is goed, maar spontane productie
van spraak is moeizaam
3
, Blok 3.6 Neuropsychologie - Thema 2: Taal en geheugen
- Globale afasie: spraak is moeizaam en begrip is slecht.
Pure afasie
- Alexie zonder agrafie: onvermogen om te lezen
- Agrafie: onvermogen om te schrijven
- Word deafness: een woord niet kunnen horen of kunnen herhalen.
Syndrome Type of speech Type of language errors
production
Fluent aphasias
Wernicke (sensory) Fluent speech without Neologism or anomias, or paraphasias,
articulatory disorders poor comprehension; poor repetition
Transcortical Fluent speech without Verbal paraphasias and anomias; poor
(isolation syndrome) articulatory disorders; good comprehension
repetition
Conduction Fluent, sometimes halting Phonemic paraphasias and neologisms;
speech, but without phonemic grouping; poor repetition; fairly
articulatory disorders good comprehension
Anomic Fluent speech without Anomia and occasional paraphasias
articulatory disorders
Nonfluent
aphasias
Broca (expressive), Laborious articulation Speechlessness with recurring utterances
severe or syndrome of phonetic disintegration;
poor repetition
Broca (expressive), Slight but obvious Phonemic paraphasias with anomia;
mild articulatory disorders agrammatism; dysprosody
Transcortical motor Marked tendency to Uncompleted sentences and anomias;
reduction and inertia; naming better than spontaneous speech
without articulatory
disorders; good repetition
Global Laborious articulation Speechlessness with recurring utterances;
poor comprehension; poor repetition
“Pure” aphasias
Alexia without Normal Poor reading
agraphia
Agraphia Normal Poor writing
Word deafness Normal Poor comprehension; poor repetition
Lokalisatie van laesies in afasie
- Wernicke = geassocieerd met spraak begrip
- Broca = geassocieerd met spraak productie
- De vezels die bovenstaande gebieden verbinden vertalen betekenis in geluid
4 variabelen die het moeilijk maken om de neurale basis van taal te onderzoeken:
- Het grootste deel van het brein neemt op een bepaalde manier deel in taal
- De meeste patiënten die bijdragen aan informatie voor onderzoek over taal
hebben een beroerte gehad, doorgaans in de middelste cerebrale ader (MCA).
door deze beroerte kunnen alle taalgebieden beschadigd raken of enkel kleine
delen van deze regio’s
- Gelijk na een beroerte zijn de symptomen vaak ernstig maar verbeteren ze
naarmate de tijd voortduurt symptomen kunnen niet makkelijk toegeschreven
worden aan bepaalde hersengebieden
- Afasie beschreven als niet-vloeiend (broca) of vloeiend (wernicke) bestaan uit
verschillende symptomen, waarvan elk een andere neurale basis kan hebben.
Corticale taalcomponenten
Dronkers et al. (1999) koppelen verschillende symptomen van afasie met specifieke
corticale regio’s
- Niet-vloeiende afasie:
o Apraxie van spraak (moeite met het produceren van volgordes van spraak
geluiden) schade aan de insula
4