Mechanismen van Gezondheid en Ziekte | Joris van Doremalen
Learning Community (MLC)
In deze learning community bijeenkomsten is aandacht besteed aan de onderwerpen: diabetes
mellitus, spijsvertering, nieren, circulatie en respiratie en zuur-base. Circulatie en respiratie was in
principe al behandeld tijdens de module “beweging”, waardoor dit hier niet meer wordt behandeld.
Diabetes Mellitus (DM)
Diabetes Mellitus (DM) is een chronische verhoging van de bloedglucoseconcentratie en wordt in de
volksmond suikerziekte genoemd. Wanneer je koolhydraatrijk voedsel eet, komt er glucose in je
bloed (snel of langzaam, afhankelijk van de afbraaksnelheid). Wanneer er veel glucose in je bloed zit
(hoge bloedsuikerspiegel), wordt dit door insuline omgezet in glycogeen en vervolgens opgeslagen in
cellen, vooral in je lever en spieren. Insuline wordt door de -cellen in de eilandjes van Langerhans
(endocriene pancreas) geproduceerd en afgegeven aan het bloed. Wanneer er weinig glucose in je
bloed zit (lage bloedsuikerspiegel), wordt het glycogeen door glucagon omgezet in glucose om weer
in de bloedbaan te komen. Glucagon wordt door de -cellen in de eilandjes van Langerhans
geproduceerd.
Soorten DM
Er zijn verschillende vormen van DM, de meest voorkomende zijn DM type 1 (klassiek) en DM type 2
(ouderdom). Ongeveer 10% heeft DM type 1 en 90% heeft DM type 2. Daarnaast zijn er ook nog
monogenetische vormen van DM, namelijk: MODY, Neonatale diabetes en MIDD.
DM type 1
DM type 1 openbaart zich met karakteristieke, ernstige symptomen, die in korte tijd ontstaan.
Ondanks deze acute symptomen, heeft men ontdekt dat er daarvoor al een veel langere preklinische
periode bestaat, waarbij er al sprake is van een langzaam afnemende insulinesecretie. De oorzaak
van deze gestoorde insulinesecretie is een auto-immuunreactie die de bètacellen in de eilandjes van
Langerhans vernietigt. Als er nog maar zo’n 20% van de eilandjes over is, krijg je diabetes. DM type 1
is daarom een auto-immuunziekte. Als je DM type 1 hebt, ben je afhankelijk van het spuiten van
insuline. Doordat het om een absoluut tekort aan insuline gaat, is het nodig dat je de insuline
toegediend krijgt wanneer je dit nodig hebt. Het tekort kan niet meer herstellen en je moet dan ook
41
, Mechanismen van Gezondheid en Ziekte | Joris van Doremalen
levenslang de insuline blijven spuiten. Deze symptomen komen er dan ook bij kijken: Veel en vaak
plassen, Veel dorst en droge mond, Moe, slaperig en ziek gevoel, Afvallen zonder duidelijke reden,
Veel honger hebben of juist niet, Wazig zien, Misselijk zijn en overgeven, Suffer, Ketoacidose
Genezing is niet mogelijk. Het doel van de behandeling is dan ook vooral een zo optimaal mogelijke
instelling van de glucosehuishouding, waardoor het risico op lange termijncomplicaties ook
aanzienlijk verlaagd wordt. Normaalgesproken is de insulineafgifte na een maaltijd, afhankelijk van
het aantal koolhydraten, in één keer sterk verhoogd. De toediening van insuline moet dan ook
ongeveer gelijk zijn aan de fysiologische afgifte. Als dit niet goed gaat, heb je kans op het krijgen van
hypo’s en hypers. De kans dat je DM type 1 krijgt wanneer je broer of zus het heeft is 1-8%, terwijl
deze kans 1-4% is wanneer je vader of moeder het heeft.
DM type 2
Bij DM type 2 heb je een relatief tekort aan insuline en daarnaast is de biologische werking
verminderd, er is sprake van insulineresistentie. Echter is er bij DM type 2 daarnaast ook vaak sprake
van een combinatie van een insulinedeficiëntie en een insulineresistentie. Hoe precies de
insulineresistentie ontstaat, is nog onbekend, wel weten we dat het NIET door afwijkingen in het
aantal of de structuur van de insulinereceptor komt. Ook zijn er nog veel meer mensen die
insulineresistent zijn dan dat er mensen met diabetes zijn. Dit komt doordat er geen diabetes
ontstaat zolang de verminderde insulinegevoeligheid nog met een verhoogde insulineafgifte
gecompenseerd kan worden. Wanneer de -cellen dit niet meer volhouden, ontstaan hyperglycemie
en diabetes. Normaal gesproken zou men als er nog zo’n 50% van de -cel functie over is de diagnose
type 2-diabetes moeten stellen, echter wordt dit vaak pas later ontdekt. Verschillende organen
werken samen in de glucosehuishouding, dit beïnvloedt allemaal ook weer elkaar. Als er ergens iets
misgaat, ontstaat een overschot aan glucose in het bloed, een hyperglycemie. Kan dit met een
verhoogde insulineafgifte gecompenseerd worden, dan ontstaat er geen probleem. Als dit niet meer
mogelijk is, ontstaat DM type 2. De volgende symptomen komen kijken bij DM type 2: Dorst en veel
plassen, Veel moe zijn, Last van de ogen, Slecht genezende wondjes, Pijn in benen bij het lopen,
Terugkomende infecties, Kortademigheid.
42