Mechanismen van Gezondheid en Ziekte | Joris van Doremalen
MGZ meets CSI (MMC)
Op grond van de verschillende voorgaande hoofdstukken zijn vier thema’s opgesteld waarbij het
immuunsysteem en/of een microbiële verwekker centraal staan. De thema’s zijn: infectie,
stoornissen in de afweer, herkenning en schade en sepsis. In elk thema zullen twee vignetten worden
behandeld. Een vignet betreft een patiënt met een bepaalde klacht in een bepaalde context, maar
kan ook een wetenschappelijk vraagstuk zijn aan de hand van de mechanismen.
Thema 1: Infectie
Urineweginfectie
Een urineweginfectie wordt geïndiceerd bij pijn bij het plassen en eventueel koorts. Om dit te
bevestigen kan het nitriet in de urine bepaald worden. In de urine komt namelijk nitraat voor en kan
worden omgezet in nitriet door nitrietbacteriën. Deze leven normaal gesproken niet in de urineweg,
wat dus kan wijzen op een infectie van de urinewegen. Om er nog zekerder van te zijn dat er een
infectie is en erachter te komen welke bacterie hiervoor verantwoordelijk is, kan een urinekweek
ingezet worden. Echter is de nitriettest (dipstick) een snelle en effectieve test die direct bij de
huisarts kan worden uitgevoerd.
Route of entry
Het pathogeen kom uit de darm (E. coli) en kan via de urethra in de
blaas en nieren terechtkomen. Dit is bij vrouwen makkelijker dan bij
mannen vanwege de korte afstand tussen rectum en plasbuis en de
kortere urethra. Door mechanische schade heeft het pathogeen
kunnen aanhechten en eventueel binnendringen. Een urineweginfectie
kan ook ontstaan door het inbrengen van een katheter waardoor een
pathogeen binnen kan dringen.
Verdediging
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen drie
verdedigingsmechanismen, namelijk de fysieke barrière, het
aangeboren immuunsysteem en het verworven immuunsysteem. De
fysieke barrière bestaat uit de lactobacillen in de vagina
(microbiologisch), de beschermlaag van de blaas
(mechanisch/chemisch), de spoeling door urine-uitscheiding in één
richting (mechanisch) en de pH van de urine (chemisch). Het
aangeboren immuunsysteem bestaat uit de cellulaire en humorale
afweer. Onder de cellulaire afweer vallen granulocyten, dendritische
cellen, macrofagen en NK-cellen. Deze cellen hebben Toll-like
receptoren (LPS-receptoren) waarmee ze pathogenen herkennen en
binden. De pathogenen worden door fagocytose of perforatie
opgeruimd. Verder scheiden de cellen chemokines uit om andere
afweercellen aan te trekken. Onder de humorale afweer valt het
complementsysteem dat zorgt voor neutralisatie, opsonisatie en
perforatie van het pathogeen. Het verworven immuunsysteem bestaat
uit een cellulair en humoraal deel. Onder de cellulaire afweer vallen de
T-cellen. Th-cellen activeren Tc-cellen en B-cellen. Tc-cellen migreren
naar het probleemweefsel en doden de geïnfecteerde of foutieve
cellen. Onder de humorale afweer vallen de B-cellen die antilichamen produceren. De antilichamen
hechten aan het pathogeen met opsonisatie als gevolg.
242
, Mechanismen van Gezondheid en Ziekte | Joris van Doremalen
Ziekteverschijnselen
De ziekteverschijnselen worden veroorzaakt door de immuunrespons. De afweercellen geven
chemokines en cytokines af. Zij zetten een inflammatie in gang dat gepaard gaat met koorts. Daarbij
beschadigd de inflammatie het lokale weefsel (niet door pathogeen). Deze weefselbeschadiging in de
urethra en blaas veroorzaakt lokale pijn.
Behandeling
Door veel te drinken is de infectie zowel te behandelen als te voorkomen. Daarnaast kan antibiotica
het pathogeen doden en de infectie verhelpen. Verder is het onthouden van seks een
voorzorgsmaatregel, i.v.m. de verminderde kans op blootstelling aan bacteriën.
Influenza
Influenza is een griepvirus die vaak elk jaar terugkomt, dit wordt seizoensinfluenza genoemd. Hier
sterven mensen aan door comorbiditeit, slechtere immuniteit etc. Elk jaar muteert het influenzavirus
en hier worden nieuwe griepprikken voor gemaakt. De niet-kwetsbare mensen komen minder in
aanraking met het virus door groepsimmuniteit. Soms komen verschillende gemuteerde
griepvirussen samen waarbij het oppervlak geheel verandert. Dit worden pandemische influenza.
Hier is nog geen groepsimmuniteit en wordt iedereen geraakt. Hier sterven meer mensen. Griep
wordt geïndiceerd bij hoge koorts, veel spierpijn, hoofdpijn en keelpijn.
Mutatie
Griepvirussen komen bij meerdere diersoorten voor doordat ze aangrijping op verschillende
receptoren. Het slijmvlies van varkens bevat meerdere verschillende dierreceptoren, zoals van
varkens, vogels en mensen. Hier kan menging van verschillende virussen plaatsvinden, waardoor een
gemuteerd virus kan ontstaan. Ook kan een gemuteerd virus ontstaan doordat het in een
geïnfecteerde cel (van een patiënt) veranderde hemagglutinine produceert.
Seizoensgebonden
Het influenzavirus is seizoensgebonden. Dit wordt door verschillende factoren veroorzaakt,
bijvoorbeeld de optimale omstandigheden van het virus (temperatuur, UV, vochtigheid, hygiëne etc),
maar ook de besmetting (crowding, veel binnen zitten) en vatbaarheid. In de winter zit men meer
binnen en is daardoor de kans groter in contact te komen met aerosolen. Verder vindt er door de
lagere temperatuur in de luchtwegen minder cilliaire bewegingen plaats op mucuscellen en reageert
ook het immuunrespons minder sterk. Hierdoor wordt de kans vergroot een griepvirus te krijgen. In
de zomer stijgt de temperatuur en zeker bij water kan een ziekteverwekker in aantal toenemen.
Daarom zijn sommige ziekteverwekkers ook juist in de zomer actief.
Afweer
Geïnfecteerde cellen worden herkend/opgeruimd door NK-cellen en Tc-cellen. Deze immuuncellen
kijken d.mv. MHC-I moleculen welke eiwitten de cel bevat. Bij vreemde eiwitten wordt de cel
gedood. Virussen hebben hun eigen trucjes om aan het immuunsysteem te ontsnappen, zoals
verminderd aantal MHC-I. Influenza: Antilichamen neutraliseren het virus. Cytotoxische T-cellen
doden geïnfecteerde cellen. NK-cellen reguleert stress moleculen van foutieve cellen. Streptococcen
pneumonie: Macrofagen binden met TLR aan bacterie, fagocyteren het en breken het af. Door
productie van cytokines worden andere afweercellen aangetrokken.
Ziekteverschijnselen
Ziekteverschijnselen ontstaan door de immuunreactie van het lichaam. Een individu komt in contact
met een pathogeen en na de incubatietijd komt het pathogeen in het lichaam. Hier beschadigt het
weefsel en activeert het immuunsysteem met inflammatie tot gevolg. De ziekteverschijnselen zijn
het gevolg van de inflammatie. Rubor (rood): Het probleemweefsel wordt roder aangezien het beter
243