Mechanismen van Gezondheid en Ziekte | Joris van Doremalen
Life-span development (MLD)
De ontwikkeling van mensen bestaat uit ontwikkelingstaken (kinderen) en opvoedingstaken (ouders).
De standaard ontwikkeling van een mens gedurende de levensloop kan worden opgedeeld in
levensfasen. In het begin gaan deze levensfasen enorm snel (korte stapjes) en later neemt dit af
(langere stappen). In het begin zijn de ouders ook meer betrokken bij deze ontwikkeling. Dit neemt
met verloop van tijd af tot autonomie van het kind. Bij ziekte of een aandoening kunnen de
ontwikkelingstaken worden beïnvloed en nemen de opvoedingstaken van ouders toe. Dit kan voor
zowel het kind als de ouders een enorme impact hebben. Chronisch zieke kinderen gaan bijvoorbeeld
vaak later uit huis, blijven vaker werkeloos, gaan minder vaak een relatie aan en krijgen ook minder
vaak kinderen. Ouders van chronisch zieke kinderen worden vaak mantelzorgers, zeggen hun baan
vaker op, vragen extra verlof aan en worden overbelast.
Levensfasen
De ontwikkelingstaken en opvoedingstaken
verschillen dus per levensfasen. Daarbij kan ook de
gezondheid worden beïnvloed als indirect gevolg van
chronische ziekte. Hierbij speelt primaire actieve
coping (actie ondernemen) de grootste rol in de
eerste levensfasen en secundaire passieve coping
(betekenisgeving) de grootste rol in de latere
levensfasen.
Prenatale fase
In deze fase vindt de spontane/kunstmatige bevruchting plaats, waarna een interactie tussen
genetische aanleg en omgeving tot stand komt. In deze fase is er grote kwetsbaarheid voor invloeden
van buiten en reageert de foetus al op de stem en het gedrag van de moeder.
Infant (0-3)
In deze fase zijn er ontwikkelingstaken als hechting, exploratie en het ontdekken van ik en anderen
(responsiviteit). Hierbij zijn de opvoedingstaken het bieden van basisveiligheid, het simuleren van
toename van onafhankelijkheid en het aangeven van grenzen. Wanneer de gezondheid van een
infant niet 100% is, kan de responsiviteit onder druk komen te staan. Een dergelijke (al dan niet
aangeboren) afwijking komt vaak tot uiting door voedingsproblemen.
Schoolkind (4-12)
In deze fase spelen de cognitieve ontwikkeling, sociaal-economische ontwikkeling,
zelfredzaamheid/zelfstandigheid en ook sport/vrije tijd een grote rol. De opvoedingstaken die hierbij
komen kijken zijn het stellen van eisen, het verhogen van de frustratietolerantie en het creëren van
randvoorwaarden om zelfstandig problemen op te laten lossen. De kinderen leren in deze fase ook
om te gaan met lichamelijke klachten (sensitiviteit). Dit is samen met cognitieve problemen en de rol
van ouders bij symptoomperceptie erg belangrijk omtrent de gezondheid van een kind. In geval van
ziekte zal de cognitieve ontwikkeling van kinderen het eerst een achterstand krijgen. Pijn speelt een
grote rol bij verschillende ontwikkelingstaken van kinderen: symptoomperceptie, leerprincipes
(obstipatie), hersenen en gedrag (sensitisatie), stress en coping (schoolverzuim).
Adolescent (12-18)
Tijdens de adolescentie wordt de identiteitsontwikkeling op gang gebracht, gaat de autonomie
ontwikkeling door, worden sociale relaties opgebouwd en speelt de lichamelijke ontwikkeling in
toenemende mate een rol. De ouders spelen hierbij meer een coachende rol op afstand.
251