Mechanismen van Gezondheid en Ziekte | Joris van Doremalen
Van Zintuig naar Brein (MZB)
De wereld om ons heen nemen we waar met vijf speciale zintuigen: ruiken, zien, smaak, horen en
evenwicht. Daarnaast beschikken we over ‘gevoel’ in ons lichaam, wat meestal somatosensibiliteit of
somatosensoriek wordt genoemd.
Somatosensibiliteit
De somatosensibiliteit kan worden opgedeeld in enteroceptie (bijv. vulling maag, zuurgraad bloed),
proprioceptie (stand van het lichaam, kracht/rek in spieren) en exteroceptie (temperatuur, druk,
vibratie). Ook kan de somatische sensoriek worden opgedeeld in submodaliteiten: proprioceptie,
tactiel/tast (druk, rek, vibratie), thermoceptie en nociceptie.
Baansystemen
De somatosensibiliteit maakt gebruik van drie opstijgende baansystemen in de witte stof van het
ruggenmerg: tractus spinothalamicus, achterstreng systeem en tractus spinocerebellaris. Het
achterstreng systeem bestaat uit de fasciculus gracialis (been/heup) en fasciculus cuneatus
(arm/schouder). De tractus spinothalamicus bestaat uit een laterale (pijn/temperatuur) en
anterieure (druk/grove tast) baan. De tractus spinocerebellaris bestaat uit een posterieure en
anterieure baan. Om van prikkel naar cortex te komen zijn drie geschakelde neuronen nodig, die
worden het eerste, tweede en derde orde neuron genoemd. Het eerste orde neuron is een unipolair
neuron met zijn cellichaam in het spinale ganglion. Sommige van deze eerste orde neuronen kunnen
heel lang zijn: van de grote teen, direct naar de hersenstam.
Er worden in het somatosensibele systeem twee klassen prikkels onderscheiden: gnostische en vitale
prikkels. Deze systemen hebben verschillende receptoren en verschillende opstijgende
baansystemen. Gnostische sensibiliteit gaat over tast, vibratie en proprioceptie (snellere geleiding).
Vitale sensibiliteit gaat over pijn, temperatuur en grove aanraking (langzamere geleiding).
358
, Mechanismen van Gezondheid en Ziekte | Joris van Doremalen
Bij het gnostische systeem gaat het 1 e neuron (verbonden aan receptor) in het ruggenmerg direct
omhoog, via de ipsilaterale achterstreng. Deze schakelt in de hersenstam over op het 2 e neuron, die
vervolgens kruist naar contralateraal in de thalamus, waarna het overschakelt naar het 3e neuron
richting de cortex. Bij het vitale systeem schakelt het 1 e neuron in het ruggenmerg direct over op het
2e neuron. Deze kruist naar contralateraal en gaat dan via de tractus spinothalamicus omhoog naar
de thalamus, waarna het overschakelt naar het 3e neuron richting de cortex.
Zoals te lezen is, wordt de achterstreng gebruikt voor het gnostische systeem en de tractus
spinothalamicus door het vitale systeem. De tractus spinocerebellaris is een ander verhaal. Deze
betreft informatie over houding en beweging (gnostische informatie, dus) en stuurt dit door naar het
cerebellum. Het cerebellum vergelijkt die signalen met de originele bewegingsplannen van de
motorcortex. Bij grote verschillen wordt dan ingegrepen, maar dit gebeurt allemaal onbewust. Wat
hierbij belangrijk is om te onthouden, is het feit dat het cerebellum ipsilaterale informatie krijgt.
359