Theorie Examen 2020
Inhoud
Table of Contents
Inhoud.......................................................................................................................................................... 1
Hoofdstuk 1 Verkeersdeelnemers................................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2 Voertuigen................................................................................................................................ 3
Hoofdstuk 3 Wegen...................................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 4 Algemene gedragsregel............................................................................................................ 8
Hoofdstuk 5 Plaats op de weg....................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 6 Kijktechniek............................................................................................................................ 12
Hoofdstuk 7 Tegemoetkomen, inhalen, file................................................................................................ 14
Hoofdstuk 8 Voorrang................................................................................................................................. 17
Hoofdstuk 9 Afslaan.................................................................................................................................... 20
Hoofdstuk 10 Snelheid................................................................................................................................ 22
Hoofdstuk 11 Stilstaan................................................................................................................................ 25
Hoofdstuk 12 Parkeren............................................................................................................................... 26
Hoofdstuk 13 Verlichting en signalen.......................................................................................................... 28
Hoofdstuk 14 Autoweg en autosnelweg..................................................................................................... 30
Hoofdstuk 15 Erf......................................................................................................................................... 33
Hoofdstuk 16 Rotonde................................................................................................................................ 34
Hoofdstuk 17 Verkeerstekens op borden.................................................................................................... 36
Hoofdstuk 18 Verkeerstekens op het wegdek............................................................................................. 39
Hoofdstuk 19 Verkeerslichten..................................................................................................................... 43
Hoofdstuk 20 Aanwijzingen........................................................................................................................ 46
Hoofdstuk 21 Diverse weggebruikers.......................................................................................................... 47
Hoofdstuk 22 Diverse gedragsregels........................................................................................................... 52
Hoofdstuk 23 Rijden onder invloed............................................................................................................. 56
Hoofdstuk 24 Verkeersongeval................................................................................................................... 58
Hoofdstuk 25 Documenten......................................................................................................................... 59
Hoofdstuk 26 Afmetingen en lading............................................................................................................ 61
Hoofdstuk 27 Voertuigeisen bij gebruik...................................................................................................... 64
Hoofdstuk 28 Mobiliteit en milieu.............................................................................................................. 69
Hoofdstuk 29 Theorie van de praktijk......................................................................................................... 72
,Hoofdstuk 30 Verkeersborden.................................................................................................................... 78
Ezelsbruggetjes........................................................................................................................................... 88
Hoofdstuk 1 Verkeersdeelnemers
Verkeer = Alle weggebruikers -> iedereen die gebruik maakt van de weg.
Voetgangers Bestuurders
Mensen te voet Fietsers, snorfietsers
Mensen met voertuig aan hand Bromfietsers
Skeelers, skateboard, step, etc. brommobielbestuurders
Bestuurders van gehandicaptenvoertuigen Gehandicaptenvoertuig bestuurders
als zij het voetpad gebruiken
Motorvoertuig bestuurders
Trambestuurders
Ruiters (paardrijden)
Geleider van rijdier, trekdier of vee
Groepen (kolonnes, optochten, etc) die de rijbaan Bespannen wagenbestuurder
gebruiken volgens de regels worden gezien als Onbespannen wagenbestuurder
bestuurders van wagens)
,Hoofdstuk 2 Voertuigen
Voertuigen: Fietsen, snorfietsen, bromfietsen, e-bike, gehandicaptenvoertuigen (met en
zonder motor), motorvoertuigen, trams, aanhangwagens (word door ander voertuig
voortbewogen of hier bestemd voor is) & wagens.
Motorrijtuigen Motorvoertuigen
Snorfietsen (blauw kenteken) Trolleybussen
Bromfietsen (geel kenteken) Tractoren
Speed-pedelecs Motorgrasmaaiers
45 km/h
Zelfde regels als bromfietsen
Geel kenteken
Helm verplicht
Brommobiel Personenauto
45 km/h (te herkennen aan wit rondje Vier of meer wielen
met ronde rand op achterkant wagen) Vervoer personen
Zelfde regels als personenauto’s Niet meer dan 9 zitplaatsen (incl.
Geel kenteken bestuurderszitplaats
(Geen gehandicaptenvoertuig omdat hij breder is Vervoersmiddel staat op kenteken
dan 1.10m)
Gehandicaptenvoertuigen met motor Vrachtauto
45 km/h Niet voor vervoer personen
Verzekeringsplaatje i.p.v. kenteken Toegestaande maximummassa meer
Niet breder dan 1.10m dan 3500 kg
Motorvoertuigen Motorwinkelwagens
Bijzondere snorfietsen Voorrangsvoertuig (hulpverleningsdiensten)
Bijv. Segway, Stint Politie, koninklijke marechaussee,
Zelfde regels als snorfiets brandweer, ambulance, bloedbank,
Geen rijbewijs nodig rijswaterstaat, etc.
Geen kenteken Optisch signaal: blauw zwaai- flits-
Minimumleeftijd: 16 jaar of knipperlicht.
Ook voor gehandicapten maar maximum snelheid is
dan 6 km/h, bepaalde kaart nodig als bewijs dat deze
bestuurd mag worden door hem/haar, mag jonger
dan 16 jaar zijn en moet het voetpad gebruiken
Motorfiets (motor)
Twee wielen (met of zonder zijspan
of aanhangwagen)
Geel kenteken met Euro-logo
Autobus
Vervoer personen
Meer dan 9 zitplaatsen (incl.
bestuurderszitplaats)
Lijnbus (openbaar vervoer)
Andere voorbeelden: trekker, graafmachine, wals,
heftruck, elektrische SRV-wagen, handwagen met
hulpmotor, graaiorgel met hulpmotor
, Hoofdstuk 3 Wegen
Tot wegen behoren:
Alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen/paden
Liggende bruggen en duikers
Paden, bermen en zijkanten
Autowegen: Autosnelwegen:
De parkeerplaatsen, tankstation en bushalteplaatsen maken geen deel uit van de auto(snel)weg.
Rijbaan = Elk weggedeelte bestemd voor rijdende voertuigen, met uitzondering van
fietspaden en bromfietspaden
Rijbanen die gescheiden zijn door een middenberm, behoren tot één en dezelfde weg en mag
uitsluitend de rechterrijbaan worden gebruikt. Scheiding onduidelijk? Dan is het met de borden:
Rechts van bord inrijden Verboden in te rijden Inrijden van
beide zeiden
toegestaan
aangegeven of inrijden is toegestaan of is verboden.
Doorgaande rijbaan = Rijbaan zonder invoeg- of uitrijstroken. Bedoeld wordt dus het deel
van de auto(snel)weg dat bestemd is voor het verkeer dat deze weg volgt.
Rijstrook = Door een doorgetrokken/onderbroken streep gemarkeerd gedeelte van de
rijbaan, met een zodanige breedte, dat bestuurders van motorvoertuigen met meer dan
twee wielen daar gebruik van kunnen maken.
Invoegstrook = Weggedeelte naast een doorgaande rijbaan bestemd voor bestuurders die de
doorgaande rijbaan willen oprijden. Hij is afgescheiden van de rijbaan met een
blokmarkering.
Uitrijstrook = Weggedeelte naast een doorgaande rijbaan bestemd voor bestuurders die de
doorgaande rijbaan willen verlaten. Hij is afgescheiden van de rijbaan met een
blokmarkering.
Verdrijvingsvlak = Een gedeelte van de rijbaan waarop schuine strepen zijn aangebracht.
Deze mag niet gebruikt worden, behalve als ze in een spitsstrook, busstrook of busbaan
liggen.
Puntstuk = Een meerhoekig vlak op het wegdek dat voorkomt bij splitsingen of
samenvoegingen van wegen, rijstroken of rijbanen. Deze mag niet gebruikt worden, behalve
als ze in een spitsstrook, busstrook of busbaan liggen.