Week
8:
Stijl
en
vorm.
Broersma,
Journalism
as
performative
discourse
Hoe
komt
het
dat
lezers
artikelen
van
CBS
over
Abu
Graib
overtuigend?
Er
wordt
vanuit
gegaan
dat
nieuws
de
waarheid
bevat.
Daarom
is
het
extra
schokkend
als
het
nep
blijkt
te
zijn.
Voorbeeld
Janet
Cook.
Waarheid
en
betrouwbaarheid
zijn
sociale
code
binnen
journalistiek.
Echter:
het
is
een
social
construction.
Door
representatie
kunnen
journalisten
meaning
geven.
Hoe
dit
ontvangen
wordt
is
afhankelijk
van
stijl
en
vorm.
Journalism
and
performativity.
Performativity
heeft
2
connotaties:
1.
(re-‐)staging:
retelling
events
en
overtuigen
dat
dit
echt
gebeurt
is.
Geeft
feiten,
maar
kan
niet
alles
vertellen.
Dus
geframed
om
te
organiseren.
Anderzijds
zijn
routines
en
tekstuele
conventies
geruikt
om
represenatie
zo
accuraat
mogelijk
te
maken
(betrouwbare
bronnen,
balanced,
gecheckt).
2.
Self-‐fulfilling
prophesies:
woorden
die
betekenis
hebben,
bij
‘ik
verklaar
u
nu..’
gebeurt
niet
echt,
maar
is
ritueel
en
daarom
echt.
Broersma
ziet
journalistiek
als
performative
discourse
omdat
het
aandacht
geeft
aan
zowel
het
nieuwsitem
als
de
context
waarin
het
geproduceer
is.
Autoriteit
krijgt
het
item
door
hoe
het
vertelt
is,
reputatie
van
journalist,
medium
en
de
professie
in
geheel.
Hierbij
is
stijl
en
vorm
belangrijk.
Form
en
stijl
als
research
categories.
Iets
wordt
voor
waar
aangenomen
als
het
plausibel
klinkt
obv
algemene
kennis
en
culterele
codes.
Performative
power
van
een
tekst
ligt
dus
niet
alleen
in
de
inhoud,
maar
ook
vorm
en
stijl,
dus
de
expressie
van
professionele
routines
en
conventies
die
subjectieve
interpretatie
maskeren.
Vorm
en
stijl
zijn
herkenbaar,
dit
creert
vertrouwen.
Form
betekend:
level
of
textual
conventions
that
structure
the
presentation
of
news.
Dus
geeft
een
krant
een
visibile
structuur.
Kan
onder
verdeelt
worden
in
3
subcategorien:
1.
Structuur
(
geeft
ideologische
en
strategische
keuzes
weer,
omgekeerde
piramide)
2.
Design
(face,
katernen,
typografie,
gebruik
graphics/fotos)
3.
Genre
(textual
forms,
patronen
om
verhaal
te
organiseren,
in
US:
crime
reporting,
showbizz,
in
Eur:
interview
is
genre).
Stijl
betekend:
vorm
is
op
textueel
niveau,
stijl
op
sociocultural
context.
Kijkt
naar
practice
en
routines
en
gedeelde
normen
en
waarden.
Stijl
kan
worden
gedefinieerd
als:
een
keuze
tussen
functional
equivalents
of
language.
Van
Dijk:
thematic
stijl
is
totale
set
van
karaktristieken
die
indicatie
geven
van
sociale
context
van
spreker.
Er
zijn
3
stijlen
of
journalistic
discourse.
Reflective
stijl,
news
stijl
(info
en
story
model).
Vergelijkbaar
met
Advocacy,
trustee
en
market
model
van
Schudson.
Classificatie
van
stijlen.
Reflective
stijl:
vooral
discursief.
Roots
in
partisan
journalism
dat
lezers
wou
educaten
en
persuade.
Geen
autonome
positie.
Vooral
subjectief.
Vooral
reflecteren
op
nieuwsfeiten
ipv
reporten
ervan.
Opinie
en
analuse.
In
US
werd
in
1830
tegen
verzet
door
meer
factual
stukken.
Newswaarde
werd
belangrijk
in
een
24/7
cyclus,
het
interview
werd
belangrijskte
methode
en
verhalen
werden
gestructureerd
door
omgekeerde
piramide,
objectiviteit
werd
de
norm.
Had
veel
te
maken
met
opkomst
commercialisatie,
democratisering.
Daarom
aantrekkelijekr
nieuws,
minder
politiek
en
meer
feiten.
News
stijl:
Onderscheid
in
informatie
en
story
model.
Story
model
heeft
vooral
narratief
karakter.
Vooral
mooi
en
betrokken.
Daardoor
vooral
populair
en
sensatievol.
Informatie
model
is
meer
discursief,
dus
beschrijvend,
uitleggend
en
met
argumentatie.
Maar
meer
objectief
dan
reflective
stijl.
Diffusion
of
Anglo-‐American
Journalism.
European
countries
refused
to
adopt
the
Anglo-‐American
way
of
journalism.
Journalists
working
in
the
reflective
style
showed
the
biggest
resistance.
People
were
afraid
of
the
standard
of
journalism
dropping
if
the
American
focus
on
news
would
be
adopted.
Nevertheless,
Americanization
was
the
way
to
reach
the
masses.
European
countries
started
to
accept
this
during
the
20th
century
and
the
journalism
we’re
all
familiar
with
nowadays
is
an
Anglo-‐American
invention.
Commercial
television
is
rising
and
readership
is
diminishing.
Therefore,
newspapers
tend
to
convert
themselves
to
the
story
model.
Mainly
the
new
citizen
journalists
don’t
care
about
the
journalistic
practices
that
were
important
before.
Boundaries
of
the
journalistic
field
are
blurring.
The
reflective
style
is
nowadays
completely
absent
in
the
western
world,
but
still
dominates
journalism
in
African
and
Asian
, countries.
But,
due
to
the
internet
and
new
media,
new
journalists
(citizens)
are
appearing,
who
tend
to
like
the
‘old
reflective
style’.
Maybe
it
will
make
a
comeback
in
the
near
future.
According
to
Bourdieu,
journalism
can
be
considered
as
a
dynamic
field
of
relations
with
specific
conventions
and
routines.
It
has
its
own
rules
of
the
games.
In
this
field,
the
agents
are
trying
to
distinguish
themselves.
They
try
to
do
so
by
investigating
or
scoops
or
they
try
to
distinguish
themselves
by
contesting
conventions
of
form
and
style.
One
way
of
doing
so
is
through
interviews.
These
could
make
your
career.