SAMENVATTING DE STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID_STRAFRECHT 2023
9 keer bekeken 1 keer verkocht
Vak
Strafrecht
Instelling
Universiteit Gent (UGent)
SAMENVATTING DE STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID_STRAFRECHT 2023
Hierdoor hoef je geen volledige samenvatting te kopen van het vak, mocht je een stuk missen.
Deel 3: DE STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
Hoofdstuk 1. Algemene begrippen
1. Het strafrechtelijk schuldbegrip
Het is niet uitdrukkelijk in de wet geregeld. Het strafrecht is een ‘schuldstrafrecht’: de fundering van het
recht op bestraffing en de begrenzing van dit recht is gelegen in de strafrechtelijk schuld (nullum crimen
sine culpa).
Je hebt langs de ene kant de klassieke leer. Dit ziet de strafrechtelijke verantwoordelijkheid in termen van
het ‘anders kunnen handelen’, uitgaande van de wilsvrijheid.
Aan de andere kant heb je de positivistische strekking die, vertrekkende van een deterministisch
mensbeeld, de schuldnotie verlaat en het strafrecht laat aanknopen bij de ‘gevaarlijkheid’ van de
delinquent, eerder dan bij zijn ‘schuld’.
Strafrechtelijke verantwoordelijkheif
• In de enge betekenis: de psychologische relatie tussen dader en daad.
Het moreel element van het misdrijfà ‘opzet’ of ‘onachtzaamheid’
• In de bredere betekenis: verwijtbaarheid. Het omvat ook de schulduitsluitingsgronden.
Immers: strafbare gedraging gepleegd met i/d delictsomschrijving
vereiste schuldvorm leidt slechts tot strafrechtelijke
verantwoordelijkheid voor zover schuld niet is opgeheven door
schulduitsluitingsgronden:
- Dwaling: de dader ‘wist’ niet dat hij een misdrijf pleegde
- Dwang; de dader werd tot het plegen van het misdrijf ‘gedwongen’
Dwaling en dwang sluiten opzet en onachtzaamheid uit. Opzet en onachtzaamheid komen dus
overeen met de afwezigheid van dwaling en dwang. Bij dwaling en dwang is er nog een bijkomende
voorwaarde: er mag geen voorafgaandelijke fout zijn bij dwang en de dwaling moet onoverwinnelijk
zijn.
66
,2. Schuld, schuldbekwaamheid en toerekeningsvatbaarheid
A. Rechtspersonen
Er is een algemene assimilatie van rechtspersonen en natuurlijke personen. (art. 5 Sw.) Politieke partijen
en vakbonden vallen niet onder de nieuwe bepalingen.
B. Achtergrond
Hoe moet de schuld van minderjarigen en geestesgestoorden worden geconcipieerd? Het gaat om
personen die geacht worden te jong te zijn om zich de volle draagwijdte van hun gedragingen te realiseren
of om personen die dit besef volledig of gedeeltelijk missen omdat ze geestesgestoord zijn. Van hen wordt
er gezegd dat ze schuldonbekwaam of ontoerekeningsvatbaar zijn.
In de klassieke visie wordt dit probleem opgelost door te kijken naar het oordeelsvermogen. Ze kunnen dus
niet worden gestraft.
• In het Strafwetboek van 1867 werd zowel voor de jongeren als voor geestesgestoorden het
criterium van het oordeelsvermogen vooropgesteld: wie dit vermogen (nog) niet (meer) bezat, werd
vrijgesproken.
- De maatschappij bleef onbeschermd
- De betrokkene zelf kreeg geen behandeling
- minderjarigen jonger dan 16 gold: criterium of ze met het oordeel des onderscheids hadden
gehandeld: was dit niet het geval, dan werden ze vrijgesproken, anders werden ze
veroordeeld tot lichtere straffen.
Voor de positivisten moeten delinquente jongeren en geestesgestoorden juist wel worden ‘gesanctioneerd’
omdat ze een gevaar voor de maatschappij betekenen. Het criterium heeft dus volgens deze leer geen
intrinsieke waarde, maar is praktisch gezien van belang om delinquenten te ‘sorteren’ en de aangepaste
behandeling te bepalen.
Vandaag worden er op minderjarigen en geestesgestoorden niet-strafrechtelijke sancties toegepast die
geen repressief karakter hebben, maar die de bescherming van de betrokkene of maatschappij beogen. Dit
is vastgelegd in de Jeugdbeschermingswet en de Wet Bescherming Maatschappij. Ze worden dus aan
vervangingsmaatregelen onderworpen.
VOS: verontrustende opvoedingssituatie
• er kunnen maatregelen op preventieve wijze worden genomen in de predelictuele fase
• het gaat hier om jeugdbeschermingsmaatregelen
MOF: als misdrijf omschreven feiten
• door de jongeren en geestesgestoorden werden gepleegd
• burgerlijkse santcionering blijft mogelijk op grond van art. 1384, alinea 2 en art. 1386bis BW.
• de minderjarigen: de burgerlijke vordering wordt tegen de ouders ingesteld, die later evenwel een
regresvordering kunnen instellen ten aanzien van de minderjarige.
67
, C. Minderjarigen
De strafrechtelijke meerderjarigheid is 18 jaar.
Sinds september 2019 maakt men gebruik van het Decreet jeugddelinquentierecht
• Jeugddelict: “Als misdrijf omschreven feit” (art. 2, 7°)
• Toepassingsgebied :
o 12-18 jaar op ogenblik plegen jeugddelict
o -12 jaar: onweerlegbaar vermoeden van niet-verantwoordelijkheid, hier moet een oplossing
gezocht worden in de jeugdhulpverlening
o Sancties kunnen doorlopen tot leeftijd van 23 jaar (en uitzonderlijk langer)
Inhoud decreet:
• beschermingsmodel maar ‘verantwoordelijke jonge mensen’
• Het voorziet een herstelgerichte aanpak waarbij de jonge deliquent zijn verantwoordelijkheid moet
opnenem tegenover het slachtoffer of de gemeenschap die hij schade heeft toegebracht
• Er is een gedifferentieerd aanbod aan (constructieve) reacties op het delict
Minderjarigen worden beoordeeld door de jeugderchtbank. Minderjarigen tussen de 16 en 18 kunnen in
uitzonderlijke omstandigheden uit handen worden gegeven.
• Dit wanneer een opvoedende maatregel niet geschikt wordt geacht door de jeugdrechter (art. 57bis
Jeugdbeschermingswet en art. 76, §3 Ger. W.).
• Indien het strafbare feiten betreffen die verband houden met het wegverkeer is deze
uithandengeving automatisch. Ze worden dan onmiddellijk voor de politierechtbank gebracht.
• Er is wel een ‘omgekeerde uithandengeving’: de politierechter kan de zaak doorverwijzen naar het
OM als een maatregel van opvoeding geschikter is dan een straf (art. 36bis
Jeugdbeschermingswet).
Minderjarigen kunnen in bepaalde gevallen administratief worden gestraft (art. 37bis
Jeugdbeschermingswet). Vb.: het stadionverbod. Ze kunnen wel beroep aantekenen bij de
jeugdrechtbank. Zelfs minderjarigen vanaf 14 jaar kunnen tot een GAS-boete van max. 175 euro worden
veroordeeld.
D. Geestesgestoorden
Dit is geregeld door de Wet Bescherming Maatschappij die werd vervangen door de Interneringswet.
• De niet-toerekeningsvatbare delinquent geniet nu van een schulduitsluitingsgrond art. 71 Sw.
• Als de voorwaarden van de Interneringswet vervuld zijn kan er een internering plaatsvinden ter
bescherming van de maatschappij
o Het gepleegde misdrijf is een symptoom van hun geestesstoornis
o Uit het misdrijf blijt het gevaar dat de betrokkene vormt voor de samenleving
o verplichte zorgverstrekking ter re-integratie v/d geïnterneerde, dit is mogelijk via een
zorgtraject op maat
De beoordeling “geestesstoornis” die oordeelsvermogen of controle daden tenietdoet/ernstig aantast moet
beoordeeld worden op ogenblik van de beslissing van de rechter door normaal rechtscollege.
68
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nmvl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.