Groen in de Randstad
Natuurbeleving
HC 1 Natuurbeleving en natuurbeelden
Natuurbeeld: onderling samenhangende betekenissen die mensen toekennen aan de
natuur. Er zijn drie soorten betekenissen:
1. Normatieve betekenissen: de waarde van de natuur
2. Cognitieve betekenissen: het kennen van de natuur
3. Expressieve betekenissen: het ervaren en beleven van de natuur
De normatieve dimensie
Heeft betrekking op de morele status die we toekennen aan planten, dieren en
ecosystemen. Als mensen praten over waarom de natuur belangrijk is, verwijzen ze vaak
naar de intrinsieke waarde of naar de antropocentrische waarde.
- Intrinsieke waarde: het belang om de natuur te beschermen, puur voor de natuur an
sich, onafhankelijk van de functies die de natuur voor de mens heeft
- Antropocentrische waarde: nut voor de mens staat centraal, zoals delfstofwinning
De intrinsieke waarde kan worden verdeeld in twee verschillende interpretaties:
1. De ecocentische interpretatie: de nadruk ligt op het behoud van holistische
systemen in de natuur. De morele waarde van dieren en planten is ondergeschikt
aan de waarde van het collectief, zoals populaties en ecosystemen.
2. De biocentrische interpretatie: de nadruk ligt op individuele planten en dieren in
de natuur. Er wordt waarde toegekend aan ieder levend wezen afzonderlijk.
Natuurbeheer moet worden beoordeeld op basis van het effect op individuele
dieren en planten in plaats van op ecosystemen.
Dit onderscheid tussen ecocentrische en biocentrische interpretaties van de intrinsieke
waarde is een belangrijke oorzaak van het bestaan van verschillende natuurbeelden
onder de bevolking en kan leiden tot conflicten.
De cognitieve dimensie
Heeft betrekking op enerzijds de definities die mensen hanteren voor het begrip natuur
en de scheidslijnen die zij trekken tussen natuur en cultuur. Anderzijds heeft het
betrekking op hun overtuigingen over hoe de natuur functioneert.
De Nederlandse bevolking hanteert een brede definitie van het begrip natuur. Ze hebben
vaak specifieke overtuigingen die gebaseerd zijn op bestaande ecologische inzichten of
oude, achterhaalde visies. Zolang mensen geloven dat dergelijke overtuigingen kloppen,
zullen ze handelen naar die overtuigingen en zullen ze hun houding en gedrag ten
opzichte van de natuur hierop baseren.
De expressieve dimensie
Is gebaseerd op ervaringen die mensen belangrijk vinden in de natuur. Het kan hierbij
gaan om de ervaring van landschappelijke schoonheid, maar ook om een diep gevoelde
verbondenheid met de natuur of om de fascinatie van de processen in de natuur.
,Algemene waarden hangen niet alleen samen met specifieke visies op natuurbeheer,
maar ook met de manier waarop mensen de natuur definiëren en hun overtuigingen over
ecologische processen.
Zo leidt bijvoorbeeld een ecocentrische waarde vaak tot een voorkeur voor het
herscheppen en beschermen van natuurlijke processen in de natuur en dus tot een
hands-off visie smalle definitie van natuur (datgene wat niet beïnvloed is door de
mens)
Er zijn vier verschillende natuurbeelden dominant in Nederland:
1. Het wildernis natuurbeeld
2. Het brede natuurbeeld
3. Het esthetische natuurbeeld
4. Het functionele natuurbeeld
Het wildernis natuurbeeld
De autonomie en onafhankelijkheid van de natuur staat centraal. De autonome
ontwikkeling van ecosystemen moeten gerespecteerd worden en indien mogelijk
bevorderd worden. Ingrijpen van de mens tot een minimum beperken en mag niet
zichtbaar zijn.
Binnen het wildernis natuurbeeld staan twee verschillende stromingen:
- sommigen steunen het ingrijpen via natuurontwikkeling, om daarmee gunstige
omstandigheden te scheppen voor een verdere autonome ontwikkeling van het
ecosysteem
- anderen willen per definitie niet ingrijpen en de natuur volledig zijn gang laten gaan
Het wildernis natuurbeeld is gebaseerd op de ecocentrische waarde van natuur. De
intrinsieke waarde van de natuur wordt hier vertaald als het beschermen van ecologische
systemen. Alleen ongerepte natuur wordt nog als echte natuur gezien.
Het brede natuurbeeld
Gebaseerd op de intrinsieke waarde van de natuur. Het wordt echter op een meer
individualistische manier geïnterpreteerd. Individuele dieren en planten hebben
intrinsieke waarde en moeten daarom beschermd worden.
Het brede natuurbeeld richt zich op beperkt ingrijpen van de mens in de natuur. Actief
beheer is nodig als de gezondheid van dieren of planten in gevaar komt.
Er is een aanzienlijk minder scherpe scheidslijn tussen natuur en de mens. De
aanwezigheid van de mens is minder storend. Ingrepen van de mens in de natuur maakt
deze natuur per definitie niet minder waardevol. Er is een veel bredere definitie van het
begrip natuur. Alle levensvormen zijn onderdeel van de natuur.
Het esthetische natuurbeeld
In dit natuurbeeld is natuur belangrijk omdat het de mens veel schoonheid en prettige
ervaringen biedt. Dit wordt vaak een zwak antropocentrische waarde van de natuur
genoemd. Utilitaire waarden staan centraal, maar vooral gerelateerd aan het genieten
van de natuur, de schoonheid en de rust.
Het natuurbeheer moet zich daarom vooral richten op het creëren en beheren van
aantrekkelijke landschappen en het optimaliseren van de recreatieve mogelijkheden.
, Actief ingrijpen in het beheer van de natuur. Cultuurlandschappen zijn even waardevol
als erkende natuurgebieden. Evenwicht tussen cultuur en natuur.
Het functionele natuurbeeld
De natuur moet intensief beheert worden. Antropocentrische natuurbeeld. Dit beheer is
vooral gericht op het beschermen en benutten van natuurlijke hulpbronnen en op de
economische afhankelijkheid van de lokale gemeenschap.
Belangen van landbouw, bosbouw, recreatie en toerisme staan centraal. Actief beheer is
daarnaast ook nodig om verspreiding van overlast en ziektes vanuit natuurgebieden te
voorkomen.
Natuur wordt als minder kwetsbaar gezien. Natuurbescherming is belangrijk, maar de
natuur kan wel tegen een stootje. Ze wordt gezien als robuust en flexibel en goed in
staat zich aan te passen aan veranderingen.
Natuurbeleving
Mensen hebben de eigenschap om positief te reageren op natuur en natuurlijke
processen. Dit is genetisch bepaald.
1. Direct gedrag: het opzoeken van de natuur.
2. Indirect gedrag: de waarde van huizen met uitzicht op natuur is hoger, groen heeft
een imago verhogend effect op de keuze voor een bedrijfslocatie, groen is
aantrekkelijk voor wonen, toerisme en recreatie, natuur kan pijn en stress
verminderen
3. Affectieve reactie: mensen prefereren afbeeldingen van een natuurlijke omgeving
boven een stedelijke omgeving
4. Rationele reactie: komt voort uit eigen ervaringen, jeugdherinneringen
Wat is natuur:
- een omgeving of situatie welke niet is veranderd door menselijk handelen
- de fysieke wereld met inbegrip van alle natuurlijke fenomenen en levende wezens
Korte historie
Pre-historie en middeleeuwen
- Religieus, afhankelijk, natuur=cultuur
Industrialisatie
- Natuur=bruikbaar, niet heilig, negatief, rationeel, studie, controle over natuur
Romantische tijdperk
- Steden belangrijker, schoonheid natuur, goddelijk, natuur is goed, mooi en vredig
Natuurbeelden persoonlijk en cultureel bepaald: opvoeding, opleiding, kennis, contact
met de natuur, ervaringen, leeftijd, woonomgeving.
HC 2 Burgers en professionals
Professionals onderscheiden het wildernis natuurbeeld (systeem- ecologie), het
arcadische natuurbeeld (concurrerende paradigma van de structuurecologie) en het
functionele wereldbeeld (productie- ecologie).
Cognitief Normatief (ethisch) Expressief
(ecologisch) (esthetisch)