Ecologische basisprincipe
HC 1 Ecosystemen
Ecosysteem: alle organismen die in een bepaald gebied voorkomen, samen met hun abiotische
omgeving, wisselwerkingen tussen beide
- consumenten: derde orde; carnivoren,
toppredatoren (vos, buizerd)
- consumenten: tweede orde; carnivoren,
predatoren (kikker, adder)
- consumenten: eerste orde; herbivoren (vlinder,
konijn, muis, bladluis)
- producenten (smalle weegbree, vlierbes)
Ecosysteem
- sinds 1930 geïntroduceerd door de Engelse botanicus Arthur Tansley en verder ontwikkeld door de
Amerikaanse ecoloog Eugene Odum
- eenheid van biologische organisatie
- levende organismen in interactie met abiotisch milieu
- 4 componenten: abiotische substantie, producenten, consumenten, reducenten
- afbraakketens en graasketens
(primaire) producenten
- zonlicht + CO2 + water omzetten in suikers mbv bladgroenkorrels dmv fotosynthese
- autotroof (zelfvoedend)
- planten, algen, mossen, bomen
Consumenten 1e orde; herbivoren
- 10 tot 20% van de primaire productie wordt gegeten door herbivoren
- grazers, knagers, knippers, bladeters, wortelknagers, stengelboorders, sapzuigers
- bladluis, wants, edelhert, blauwe gans, elzenhaantje
- verdedigingsmechanismen producenten: morfologisch (brandharen, dorens) en chemisch (smaak,
geur, gif)
Consumenten 2e orde: predatoren
- als het ene organisme het andere opeet
- verdedigingsmechanismen prooi: giftig, irriterend, stekelig, gedrag, onzichtbaar, smaak, mimicry,
dag en nacht ritme
- uil, wesp, egel, vlinder, processierups, kikkers
Consumenten 3e orde: top predatoren
- vaak carnivoren
- weinig nakomelingen
- voortplanting afgestemd op draagkracht van het milieu (draagkrachtstrategie K-strategie)
- wolf, leeuw
Reducenten
- afbraak organische stof
- vertering: overgang van grote organische moleculen naar kleinere
- detritus: dood organisch materiaal
- omgekeerde voedselketen: grootste organismen staan aan de basis; van aaseter tot schimmel
, - afbraak afhankelijk van aard materiaal en bodemgesteldheid
- restproduct: humus
Biomassa
- voor reducenten > 50% (verlies van biomassa en energie in voedselketen, zo’n 90%)
- voor eigen gebruik > 40% (verlies van biomassa en energie in voedselketen, zo’n 90%)
- voor consumenten hoger niveau > 10%
Trofische niveaus (TN)
- zegt iets over zijn plaats in de voedselketen
- is te bereken via een theoretisch model
- TN = 1+ (TNp1*%1 + TNp2*%2 + TNp3*%3)
Relaties
- symbiose: langdurige relatie tussen twee soorten algemeen
- mutualisme (+/+); beide soorten hebben voordeel van de relatie
- commensalisme (+/0); een soort ondervind voordeel, de ander noch voordeel noch nadeel > plant
groeit op andere plant (epifytisme)
- parasitisme (+/-); een soort ondervindt nadeel
Populatie
- een groep organismen van dezelfde soort
- niet in tijd of plaats van elkaar gescheiden
- met elkaar kunnen voortplanten (theoretisch)
Duurzame populatie: in een geïsoleerde toestand een kans van uitsterven heeft die kleiner is dan 5%
in de 100 jaar. Tussen 100 en 1000 reproductieve eenheden, meestal zich voortplantende koppels
Sleutelpopulatie: geringe uitwisseling met populaties in de omgeving. Zeer gerings kans op lokaal
uitsterven
Kernpopulatie: vogels en zoogdieren (20 reproductieve vrouwtjes), kleine zoogdieren (50
reproductieve vrouwtjes)
Habitat
- plaatsen waar een bepaald organisme voorkomt
- biotische en abiotische factoren voldoen aan de eisen en toleranties die het organisme stelt
- overleven, groeien en voortplanten
Concurrentie
- wanneer 2 of meer individuen gezamenlijk kwantitatief hogere eisen stellen aan hun omgeving dan
waaraan de omgeving kan voldoen
- concurrentie is het gebruik van milieu door organismen met overeenkomstige behoeften. Er kan
concurrentie plaatsvinden om ruimte, voedingsstoffen en water of om licht
- intraspecifiek: binnen de soort
- interspecifiek: tussen soorten
Niche
- de functie en de plek van een soort in een ecosysteem
- combinatie van omstandigheden en hulpbronnen die de soort in staat stellen een levensvatbare
populatie in stand te houden
- actuele niche = potentiële niche
- nichedifferentiatie: verdeling van hulpbronnen in tijd en plaats