CANON
Literatuurgeschiedenis van de Middeleeuwen tot de Gouden Eeuw
Aya Ahlalouch
s1090283
1
,Inhoud
WEEK 1 - Middeleeuws wereldbeeld 4
CANON 4
Artesliteratuur 4
Kennisoverdracht 6
Natuur en kosmos 6
De aarde en haar geografie 9
Kennisoverdracht en receptie 9
Boeken week 1 10
WEEK 2 - God centraal 11
Leken en beroepsgelovigen 11
Latijn en volkstaal in de literatuur 13
Vrouwenmystiek 14
Primaire literatuur week 2 15
WEEK 3 - Hoofsheid 16
Hoofsheid uitgelegd 16
Herkomst 16
Lyriek 17
Primaire literatuur week 3 17
WEEK 4 - Kennis en geleerdheid 18
Kennisoverdracht 18
Boendale 18
Boek week 4 19
WEEK 5 - Ridderverhalen 20
Romans 20
Ridderepiek 20
Arthurroman 20
Karelroman 21
Primaire literatuur week 5 22
WEEK 6 - De stad - genres en ideologie 23
Toneel 23
Primaire literatuur week 6 23
WEEK 7 - De stad - drukkers, rederijkers, humanisten en hervormers 24
Rederijkers 24
Rederijkerskamers 24
Primaire literatuur: Elckerlijc 25
WEEK 8 - Gouden Eeuw 26
Gouden Eeuw 26
Staatkundig 26
2
, Religieus 27
Literatuur/cultuur 27
WEEK 9 - Praktijk en poëtica 29
politiek 29
Religieus 30
Primaire literatuur: Gijsbreght 32
WEEK 10 - Reisteksten 33
Haafner 33
Swaving 34
Multatuli 35
Primaire literatuur week 10 36
WEEK 11 - Schrijfsters, gender en canonvorming 37
Primaire literatuur week 11 38
WEEK 12 - Verlichting 39
Romantici en revolutionairen 39
Verlichting 39
Gevolgen 41
Politieke omwentelingen 41
Opkomst van proza 43
Godsdienst 43
De auteur en zijn status 44
De Spectator 44
Primaire literatuur 46
De politieke auteur 51
Primaire literatuur 52
3
,WEEK 1 - Middeleeuws wereldbeeld
CANON
De canon ontstaat doordat lezers en kopers, onderwijzers en erfgoedinstellingen, schrijvers
van literatuurgeschiedenissen bepalen welke boeken nu tot een canon behoren. Al met al:
mensen die verstand hebben van literatuur bepalen wat tot de canon behoort.
Het eerste Nederlands op schrift, het oudnederlands was:
hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu
Vanaf circa 1150 ontstaat het Middelnederlands.
Het begin van Nederland was als volgt:
Er bestaan regio’s in plaats van naties, die we samen De Lage Landen of de Nederlanden
noemen. Hier zijn geen talen maar dialecten, waardoor ook meertaligheid ontstaat en er is
een vrije uitwisseling van cultuur, handel, etc.
Op het moment dat handgeschreven boeken ontstaan, ontstaat de manuscriptcultuur. De
schriften, die worden geschreven door kopiisten onder aansporing van opdrachtgevers,
die gaan naar bezitters en worden overgedragen door vertellers aan lezer-luisteraars.
Er bestond grote variatie in teksten: geen twee teksten zijn hetzelfde. Er bestond geen
copyright, en vaak ook geen auteursvermeldingen. Veel manuscripten zijn verloren gegaan,
wat bewaard is, is gewoon toevallig. Latere afschriften kunnen zomaar een eeuw ouder zijn
dan handschriften waarin ze zijn overgeleverd.
Men kent een orale vertelcultuur. De vaste kenmerken zijn dan rijm (want dat is makkelijker
te onthouden), en vaste formuleringen.
Artesliteratuur
In de veertiende eeuw ontstond een toenemende belangstelling voor diverse
kennisgebieden: chirurgie, geneeskunst, alchemie, astrologie en chiromantie
(handleeskunde). De geletterdheid onder leken nam toe en er kwam een groeiende behoefte
aan kennis op allerlei gebieden en niveaus. Hierdoor ontstaat een breed spectrum van
artesteksten: van specialistische handboeken in de volkstaal voor beroepsgroepen tot
gepopulariseerde berijmingen voor een ongeschoold publiek.
4
, In de middeleeuwen kenden we Het boek van Sidrac, waarin vragen van leken werden
beantwoord door deskundigen. Dit boek van Sidrac behoort tot de Middeleeuwse
Artesliteratuur. De artesliteratuur ontstaat in de periode tussen 1250 en 1600.
Artesliteratuur = geschriften die een utilitair instructief, en niet (hoofdzakelijk) een
recreatief, esthetisch, religieus of emotioneel doel beogen.
○ kenmerken:
■ instructief
■ kennis-overdragend-karakter
○ wie meer wil weten over de leef- en denkwereld van de middeleeuwer, over
de manier waarop hij greep trachtte te krijgen op de werkelijkheid, vormt de
Middelnederlandse artesliteratuur een eigentijdse bron van informatie.
Drie wetenschapsgebieden:
1. artes liberales (= het uit de antieke cultuur geërfde middeleeuwse onderwijssysteem
dat op universiteiten werd beschouwd als de basis voor alle studies)
- trivium = basis, wat je als jongetje in Rome als eerst leert.
- grammatica
- rhetorica
- dialectica
- quadrivium = theoretische kennis
- arithmetica
- geometria
- musica
- astronomia
2. artes mechanicae (= vaardigheden die noodzakelijk waren om een ambacht te
kunnen uitoefenen). De meest praktische kennis: hoe maak je dingen? Hoe genees
je mensen? Hoe ga je om met planten?
- opificium (= handwerk)
- armatura (= krijgskunde)
- navigatio (zeevaart, aardrijkskunde, pelgrimsvaarten)
- argicultura (land- en tuinbouw, kookkunst)
- venatio (jachtkunst, vis- en vogelvangst, bijenteelt)
- medicina (geneeskunde) → heel veel kennis zat in de hoofden en
handboekjes van artsen. Een voorbeeld van een arts is Henricus Spijker.
- theatrica (hofkunsten)
3. artes magicae of incertae (= alle mogelijke soorten magische activiteiten zoals
waarzegkunsten, geheimschriften, voorspellingen, et cetera).
Jacob van Maerlant is een belangrijke auteur. Hij is namelijk de eerste volkstalige auteur
die de indrukwekkende Latijnse natuur- encyclopedie van Thomas van Cantimpré
toegankelijk maakte voor een lekenpubliek in Der naturen bloeme.
Middelnederlandse instructieve teksten zijn allen geschreven in rijmende verzen en richten
zich hoofdzakelijk op een lekenpubliek.
Opmerkelijkheden:
- Vaak werden vertalingen van bepaalde teksten in het Middelnederlands veel eerder
uitgevoerd dan in de door ons omringende landen.
- De oorspronkelijkheid van teksten was opvallend
5