Samenvatting cursus systemisch denken en handelen:
- links naar filmpjes die extra verduidelijking geven
- oefeningen cursus mét verbetersleutel
- verklarende woordenlijst (55 begrippen uit de hele cursus)
- studievragen
Tip: link alle onderdelen/termen/inhoud/theorie van uit de cursus met ...
Systemisch denken en handelen
Hfdstk 1: De algemene systeemtheorie
1.1 Systemisch werken – Algemene systeemtheorie – Systeem
Ludwig van Bertalanffy, grondlegger van de algemene systeemtheorie definieerde een systeem als
“een aantal elementen die met elkaar in interactie staan”. Het geheel is meer dan de som van de
delen. Het gaat om hoe de elementen samenhangen, tot elkaar in verhouding staan, inter-ageren, …
Of ook nog: “Het wijst op een eenheid, opgebouwd uit deelverhoudingen, het gaat niet alleen om de
delen op zich, ook niet om het geheel, maar om de doelgerichte betrekkingen tussen dit alles”.
Een syteem is niet iets dat je kan zien of horen, het is een abstracte constructie vanuit de positie van
de waarnemer.
1.4 De AST: van een persoonsgerichte naar een relatiegerichte benadering: het belang van de
wisselwerking
De hulpverlening kan niet meer om de systeemtheoretische kijk heen. De hedendaagse hulpverlener
wordt dan ook verondersteld inzicht te hebben in de verschillende systeemdimensies, onderlinge
interactiepatronen, onlosmakelijke verbondenheid van het individu en zijn familie.
Intrapsychisch denken of Interpsychisch denken of
persoonsgerichte benadering relatiegerichte benadering
Gesloten denken Open denken
Focus op de persoon Focus op relatie tot omgeving
Je bent zelfbepalend Het systeem bepaalt mee
Gedrag van de persoon Samenhang, verbinding
Aandach binnenkant Aandacht naar buiten gericht
Iets is (statisch) Iets wordt (dynamisch)
1 waarheid Er zijn veel waarheden
Lineair causaal denken Circulair causaal denken
Gericht op oplossingen Niet op oplossingen gericht
1.5 De AST: van een lineair oorzakelijkheid naar een circulair oorzakelijkheid
Dat wij ons op een bepaalde manier gedragen
heeft niet alleen met onszelf te maken, maar
evenveel met de anderen waarmee we in
interactie zijn.
Nochtans leerden we in onze opvoeding dat één persoon en/of groep verantwoordelijk is voor een
situatie. Alle macht (schuld) legt men dan ook bij die persoon. We gaan zoeken naar oorzaken en
redenen waarom die persoon zo handelt. Deze ‘ingebakken’ zienswijze wordt het lineaire – causale
denkmodel genoemd: A B. “Wie bij de hond slaapt krijgt ook vlooien”.
Wie lineair kijkt kan bijvoorbeeld in een gezin altijd een zondebok vinden als de zaken fout lopen:
“Het loopt dan fout omdat vader vaak drinkt, of moeder depressief is”. Hetzelfde doet zich voor in
een team van mensen die met elkaar werken. Als er zich problemen voordoen is het de gewoonste
zaak ter wereld dat bepaalde mensen daarvoor verantwoordelijk worden gesteld. Gedrag dat
1
,omschreven wordt als ‘ziek’ wordt veelal gezien als iets van die persoon alleen: “Het is erfelijk, het zit
in zijn karakter”, “Het is zijn syndroom”, …
Bij het circulaire causaal denken ben je echter niet alleen verantwoordelijk voor het eigen gedrag (en
dat van de ander). Ieder systeemlid heeft dan, door zijn gedrag, aandeel in wat zich afspeelt.
Circulair causaal denken:
In de dagelijkse realiteit zijn er echter vaak meerdere factoren die elkaar
beïnvloeden op verschillende manieren. Hier kan je dan ook vele cirkels
van beïnvloeding tekenen. Circulair zal men gedrag geheel anders
benoemen dan lineair.
Zegt men lineair dat iemand autoritair is, dan heeft men het circulair over
gedrag dat zo ervaren wordt. Als men correct wil zijn zal men ook het
gedrag van de omgeving beschrijven.
Circulair denken en werken heeft als onmiddellijke consequentie een ander taalgebruik. Er wordt niet
meer gesproken over oorzaak, schuld, wel van een aandeel.
We gaan gebeurtenissen eerder omschrijven, we gaan
kijken naar hoe mensen handelen en hoe ze elkaar
beïnvloeden om deze effecten te verkrijgen.
Van Weijenberg definieert het begrip systeem als
volgt: ‘Het begrip systeem wijst op een eenheid,
opgebouwd uit deelverhoudingen, het gaat niet alleen om
de delen op zich, ook niet om het geheel, maar om
de doelgerichte betrekkingen tussen dit alles’.
Hfdsk 2: Kenmerken van een systeem
Systeem = verzameling van elementen / dat als geheel functioneert / door onderlinge
afhankelijkheid van de verschillende elementen / en die voor de betrokken elementen bepaalde
functies vervult.
2.1 Een syteem van mensen is een open systeem
Een systeem staat in voortdurende wisselwerking met zijn omgeving. Levende wezens
behoren tot open systemen. Bij de schematische voorstelling van een systeem gebruiken
we een cirkel waarvan de lijn een stippellijn is.
Elk systeem maakt weer deel uit van een ander systeem. Het overkoepelende
systeem wordt supra-systeem genoemd. Elk systeem heeft zijn componenten of
subsystemen. Bv.: een ouderpaar heeft twee kinderen. Beiden zijn gehuwd en
2
,hebben kinderen. Het suprasysteem is hier de familie. De kinderen uit een relatie vormen, wanneer
ze elk hun eigen weg gaan, een eigen gezinssysteem. Binnen elk van deze systemen is er een
subsysteem ouders en een subsysteem kinderen.
Subsysteem = component van het overkoepelende systeem.
Suprasysteem = het overkoepelende systeem.
Belangrijk om weten is dat alles wat we leren in verband met wetmatigheden, eigenschappen en
organisatie van systemen ook geldt voor subsystemen.
Een systeem is meer dan de som van zijn delen. Dus: het geheel kan andere
eigenschappen hebben dan de aparte elementen (kenmerken in een systeem
zijn niet van elk lid). Het is ook geen eenvoudige samenvoeging van een aantal elementen die niets
met elkaar te maken hebben (niet-optelbaarheid).
Alles hangt met alles
samen. Als 1 deeltje
verandert, heeft dit
invloed op het hele
systeem.
Alles hangt met alles
samen. Als 1 deeltje
verandert, heeft dit
3
, invloed op het hele
systeem.
Bv.: je kan een stille klassituatie hebben maar dat wil niet zeggen dat we allemaal stille personen zijn.
2.2.2 Interafhankelijkheid
Binnen systemen zijn de delen afhankelijk van elkaar, alles hangt met alles
samen, alles heeft invloed op alles (afhankelijk van elkaar). Veranderingen in
systemen hebben daardoor een eigen karakter. Als er in een systeem iets
verandert komt het hele systeem in beweging.
Bv.: er gaat 1 client weg, er komt iemand bij = alles staat voortdurend in beweging.
- Het systeem bepaalt in grote mate het gedrag van elk individu.
- Een systeem heeft de eigenschap zich te handhaven en te blijven voortbestaan.
- Het systeem probeert zich op allerlei manieren aan te passen aan gebeurtenissen en zijn
omgeving omdat het wil overleven.
2.2.3 Gezamenlijk doel
Een groep mensen kunnen we als een systeem beschouwen wanneer ze een
gezamenlijk doel hebben en dit ook nastreven. Nastreven houdt in dat het systeem
zich op een bepaalde wijze oganiseert om het doel te bereiken. In de organisatie
van een systeem heeft iedere persoon een aantal functies van waaruit elkeen zijn
bijdrage kan leveren om het doel te bewerkstelligen. Mensen werken samen om
een situatie al dan niet in stand te houden, of m.a.w. ieder heeft een aandeel en een rol in de loop
van de gebeurtenissen. Doelen kunnen echter ook verschuiven. Waar de doelstelling in een gezin in
eerste instantie ‘gelukkig zijn’ kan zijn, is het mogelijk dat deze doelstellingen op een bepaald
moment in de tijd niet meer haalbaar zijn.
Bv.: we willen dingen bijleren, of we willen dat kleuters een leuke dag gehad hebben.
2.2.4 Emotionele betrokkenheid
De leden binnen systemen zijn sterk betrokken op elkaar en investeren in
een syteem. Betrokkenheid verwijst naar de moeite die mensen leveren in
de verschillende relaties binnen het systeem. Hierdoor ontstaat een
sterkte emotionele band en kan het moeilijk zijn om het systeem te
verlaten. Emotionele betrokkenheid kan zowel positief als negatief zijn.
2.2.5 Het tijdselement
Een syteem heeft altijd een zekere wordingsgeschiedenis, die een bepaalde tijdsduur impliceert. Tijd
speelt een rol in hoe relaties en systemen worden ervaren.
Bv.: een pas gevormde klasgroep.
Hfdsk 3: Kernbegrippen uit de A.S.T.
3.1 Omgangsvormen of interactiepatronen van systemen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jstudent91. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.