Uitgebreide aantekeningen van het vak toegepaste methoden en statistiek. Alle stof uit de hoorcolleges met afbeeldingen en voorbeelden ter verduidelijking.
Het vak wordt gegeven in de eerste periode van het derde collegejaar ().
Hoorcollege 1
Padanalyse: kunnen de correlaties tussen een groep variabelen verklaar worden door een causaal
model?
Factoranalyse: kunnen de correlaties tussen een groep variabelen verklaard worden door één of
meer onderliggende constructen? -> indirecte meting
Structural equation modeling: kunnen correlaties tussen een groep variabelen verklaard worden dor
onderliggende constructen en de causale effecten daartussen? -> combinatie van padanalyse en
factoranalyse -> padanalyse tussen niet direct geobserveerde variabelen
Het doel van een padmodel is om theorieën te vangen in een formele vorm, het paddiagram, om
daarna te kunnen onderzoeken of de veronderstelde theorie overeenkomt met geobserveerde
correlaties in de werkelijkheid
Basiselementen van het padmodel:
- Variabelen: eigenschappen van de onderzoekseenheden waar je in geïnteresseerd bent
o Er moet variatie zijn in de eigenschap over de eenheden
▪ Als er geen variatie is dan is het een constante
▪ Dia 32: Variabelen zijn: health, emotional states, selfcare (lifestyle and
behavioral factors), inflammatory protein levels (biological factors), sociale
isolatie/interactie (social factors), stress
- Relatie tussen variabelen: uitspraak waarin twee variabelen voorkomen; hogere/lagere
waarden van de ene variabele gaan samen met hogere/lagere waarden van de andere
variabele
o 2 soorten:
▪ Covariatie (correlatie)
▪ Causaal: ene variabele leidt tot verandering van de andere variabele
▪ Dia 35: causale of covariatie uitspraak? “People characterized by their
optimism, happiness, love and positive feelings often live significantly
longer”. Dit is een covariatie uispraak
- Soorten relaties
o Schijnrelaties (spurious): covariatie tussen y1 en y2 en geen causaal verband
hiertussen -> beide worden veroorzaakt door dezelfde variabele
▪ Uitspraak 1: variabele x veroorzaakt y1
▪ Uitspraak 2: variabele x veroorzaakt y2
▪ Covariatie uitspraak: y1 hangt samen met y2
Er is geen causatie tussen y1 en y2!!
o Directe en indirecte causale effecten
▪ Direct: pijl direct naar volgende variabele
▪ Indirect: er zit nog een variabele tussen
Valence of emotion heeft een direct effect op selfcare en een indirect effect op
health (via mediator selfcare)
1
, ▪ Dia 44: causale uitspraak die een indirect effect beschrijft: het gaat over de
relatie tussen stress en gezondheid. Stress verhoogt de stresshormonen
cortisol en adrenaline dit stelt het immuunsysteem in werking en dit heeft
effect op je gezondheid
Stress -> stresshormonen (cortisol en adrenaline) -> immuunsysteem ->
gezondheid
o Onbekende effecten: geen uitspraak over richting van het effect -> dubbele pijl
▪ Ene richting -> is de schijnrelatie door x
▪ Andere richting is het indirecte effect via x
o Wederkerige effecten (reciprocal): effecten die beide kanten opgaan -> 2 effecten
die elkaar versterken -> 2 directe effecten
▪ Uitspraak 1: variabele y1 veroorzaakt y2
▪ Uitspraak 2: variabele y2 veroorzaakt y1
Gezondheid veroorzaakt geluk en geluk veroorzaakt gezondheid
▪ Dia 50: causale uitspraak die een wederkerig effect beschrijft: variabelen zijn
emoties en gezichtsuitdrukkingen. Emoties hebben effect op
gezichtsuitdrukkingen, we uiten onze emoties via onze
gezichtsuitdrukkingen. Gezichtsuitdrukkingen hebben ook effect op emoties,
als we glimlachen worden we blijer
o Conditionele effecten: effect hangt af van de waarde van een derde variabele
(moderator) -> moderatie of interactie
Voorbeeld tentamenvraag
Antwoord: B
Induced, explain -> causale woorden
Stress, dopamine secration, reward-learning -> variabelen
Stress -> dopamine -> reward learning, dus indirect effect van stress op reward learning
2
, Hoorcollege 2
Covariatie Causatie
Woorden over samengaan: Causale woorden:
- Gerelateerd - Induceren
- Geassocieerd - Voortbrengen
- Vaak ook - Produceren
- Hangt samen - Veroorzaken
- Beïnvloeden
- Heeft een effect op
- Vergroot de kans dat
- Zorgt ervoor dat
Je kunt de variabelen omwisselen zonder de Als je de variabelen omwisselt, verandert de
boodschap te veranderen betekenis
Van tekst naar paddiagram
1. Lijst met variabelen maken
2. Causale ordening vaststellen
3. Causale hypotheses formuleren
Dia 11 t/m 17: First, children who are overtly aggressive or manifest anxious or fearful behavior in
peer interaction have a greater likelihood of forming adverse peer relationships. Second, from
chronic relational adversity, children infer or construct negative beliefs about themselves and their
peers. Third, the effect that adverse peer experiences have on maladjustment may be transmitted
through children’s self- and peer beliefs
1. Aggression, anxiety, peer relations, self-concept, peer concept, adjustment
2.
3.
Toetsen van causale hypoyhesen
- In de praktijk zien we niet of een causale hypothese waar is, alleen of 2 variabelen samen
gaan. Dat is niet perse een causaal verband, omdat een schijnrelatie een alternatieve
verklaring kan zijn voor het samen gaan.
- Causale hypotheses kunnen niet bewezen worden met correlaties
- Dia 19 t/m 21: stel we hebben deze causale hypothese
Dan zou er ook dit aan de hand kunnen zijn
3
, Ook zou er een combinatie van deze twee aan de hand kunnen zijn
Dus nemen we de schijnrelatie op in het padmodel om na te gaan of b1 ≠ 0
- Alle variabelen die een schijnrelatie kunnen veroorzaken tussen twee variabelen met een
verondersteld causaal verband, moeten worden meegenomen in het model -> gouden regel
o Gemeenschappelijke oorzaken moeten toegevoegd worden aan het model
Noodzakelijke uitbreidingen van het model
Voorbeeld: A child’s self-concept is influenced by their number of friends
Dia 23 t/m 29: gemeenschappelijke oorzaken:
- Relatie met de ouders
- Persoonlijkheid
- Vaardigheden die handig zijn bij het aangaan van relaties -> taal spreken
Parental pressure gekozen als
gemeenschappelijke oorzaak
Toetsen van causale hypothese:
Mogelijke bevindingen na het schatten van padcoëfficiënten:
Causale hypotheses kunnen niet bewezen worden met correlaties, maar wel worden ontkracht
- Causale hypothese is ontkracht als: grootte van schijnrelatie(s) = correlatie
o De gehele correlatie kan dan verklaard worden door schijnrelatie(s)
- 2 mogelijkheden:
o Grootte van schijnrelatie(s) = correlatie -> b1 = 0, geen causaal verband dus causale
hypothese weerlegd
o Grootte van schijnrelatie(s) ≠ correlatie -> wel causaal verband of niet alle variabelen
die een schijnrelatie veroorzaken zijn meegenomen in het model
Het weglaten van schijnrelaties leidt tot een foute schatting van b1 -> padcoëfficiënt wordt overschat
-> daarom de gouden regel
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper diedevanbezouw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.