Lectures GEN1102
Klinische anatomie v/h cv-systeem
- Wanneer je een inspanning doet, wordt het zuurstofvolume groter. Bloeddruk wordt
bepaald door twee dingen, CO x R. Dus BP = CO x R
- Het hart staat onder invloed van het autonome zenuwstelsel, wanneer je de vagale
zenuw (vagus nerve X) doorknipt zal het hart sneller gaan kloppen. Omdat het in rust
onder invloed staat van de parasympathicus die voor een lagere hartslag zorgt.
- Arteriogenese is bestaande arteriolen in het hart, die zich beter gaan ontwikkelen.
Angiogenese is nieuwvorming van vaten.
- Rechter structuren van het hart liggen naar voren en zijn dus ventraal, en de linker
structuren van het hart liggen naar achteren dit is dorsaal. De Ictus cordis (hartpunt
stoot), ligt op de midclaviculair lijn.
- Mediastinum: Anterior: Hart en vaten. Posterior: Ruggenmerg, oesophagus, aorta
descendens, trachea.
- Het hart rust op het centrum tendineum van het diafragma. Het hartzakje zit vast
aan de thoraxwand via de ligamenta sternopericardia.
- Phrenic nerve (innerveert het diafragma), Vagus nerve, Sympathetic trunk
- Pericard, of het hartzakje. Het hartzakje, omvat de atria, ventrikels en alle grote in en
uittredende vaten. Als er bloed in zou opstapelen, dan gaat het druk uitoefenen op
het hart, de kamers en de vaten.
- Visceraal zit tegen het orgaan, en het pariëtale zit aan de buitenkant. In de pericard
holte zit vloeistof. Het hart bestaat uit drielagen: endocardium, myocard,
epicardium. Epicardium is hetzelfde als het viscerale pericard wat onderdeel is van
het sereuze pericard. Het sereuze heeft ook het pariëtale pericard. Tussen visceraal
en pariëtaal zit de pericardiale holte. Bovenop ligt het fibreuze pericard.
- Veneuze systeem is een lagedruk systeem, en arteriële systeem is een hogedruk
systeem.
- Fossa ovalis zit in het rechter atrium, dit was het foramen ovale vroeger toen je nog
een foetus was. In het rechter atrium zit ook de sinus coronarius, en komen de vena
cava inferior/superior.
- Kleppen zitten vast aan de chordae tendinae en aan de papillair spieren. Papillair
spieren trekken samen tijdens systole zodat de kleppen niet opengaan tijdens druk
opbouw.
- Kleppen van de a. pulmonalis en aorta zijn druk gevoelig.
- We zien veel meer klep problemen links omdat er een hele scherpe bocht gemaakt
moet worden door het bloed.
- Kleppenvlak en interventriculaire septum staan loodrecht op elkaar. De grootte van
je hart zijn de ventrikels en bijbehorende kleppen.
- Hoe weet je wat de eerste en tweede harttoon is, je voelt de pols bij een patient
tijdens de systole voel je een polsslag.
- a. coronaria dextra en a. coronaria sinistra dit zijn de twee hoofdkransslagader.
Coronairegroeve, hierin lopen de kransslagader. Ze lopen in de epicardialelaag en ze
zijn omgeven met vet. Ze ontspringen uit de bulbus aorta, en worden gevild tijdens
diastolische vulling. A. interventricularis posterior en a. interventricularis anterior,
posterior komt uit de a. coronaria dextra en de anterior komt uit de a. coronaria
sinistera. Uit de a coronaria sinistera ontspringt ook de a. circumflexa.
, - Subendocardiaal en transmuraal, subendocardiaal is een occlusie die zorgt voor
spiersterfte onder het endocardium. Transmuraal is een occlusie die voor problemen
zorgt in de hele hartwand.
- Sinus coronarius, heeft alleen drainage van LA, LV en RV. Het RA zorgt voor eigen
drainage van bloed dit doet het rechtstreeks via v. anterior coronaris.
- Arcus aorta, aorta ascendens, aorta descendens, aorta thorcica, vanaf het onderste
deel van het diafragma heb je het aorta abdominalis.
- Diep systeem, dit loopt samen met de arteriën, en het oppervlakkige systeem die de
huid gaat voorzien van bloed. Pulmonale systeem, en portale systeem in de lever.
- Superior vena cava, en inferior vena cava. Vena azygos, zorgt voor drainage van de
thorax.
Het voorschrijven van medicijnen in 6 stappen
- Generieke namen leren van een medicijn.
- Problemen met medicijn gebruik; verkeerd geneesmiddel, verkeerde dosering,
verkeerd gebruik, onvoldoende therapiegetrouw, polyfarmacie (meer dan 5
geneesmiddelen) dus interactie tussen deze medicijnen.
- Soms is genezen niet mogelijk, maar je geeft geneesmiddelen om klachten te
verhelpen bij patiënten.
- Core van P-scribe is medicamentatie voorschrijven.
- Medicamenteuze therapie; ga na waarom het eerste keus is: effectiviteit, ervaring,
kosten, veiligheid, bijwerkingen en gebruiksgemak.
Optimaliseer voor patiënt gebruikt: leeftijd, geslacht, zwangerschap etc.
De invoering van de elektrocardiografie in de geneeskunde en de ontdekking van het
hartinfarct
- In de 18e eeuw, werden zintuigen als diagnostisch instrument gebruikt. Zoals pols
voelen, en luisteren. Kijken naar de urine, uroscopie (geur, kleur, bepalen wat de
patiënt mankeerde). Ook werd er een soort biografie over de patiënt bijgehouden,
om zijn voorgeschiedenis goed te bestuderen.
- In Frankrijk werd in ziekenhuizen in Parijs veel voortgang geboekt. Rene laennec was
een Franse arts die de eerste stethoscoop gebruikte.
- Komt er een nieuw instrument op de markt, dan duurt het jaren voordat we precies
begrijpen wat we ermee kunnen bereiken.
- In de klinische praktijk werd door de sphygmograaf en de kymograaf het mogelijk
om de bloeddruk en de polsslag te meten.
- Vroeger waren wij compleet afhankelijk van de anamnese, door het gebruik van
instrumenten werd er los van de subjectieve waarneming door artsen, een
objectieve inbreng kwam door de instrumenten.
- Waller heeft experimenten uitgevoerd van het eerste elektrocardiogram, Einthoven
verbeterde deze experimenten. Einthoven kwam met het eerste correcte ECG, hij
kwam met de PQRS en T golven. Na wiskundige en fysische aanpassingen.
- Einthoven ontwikkelde een apparaat wat de basis vormt voor de ECG. Dit is de
snaargalvanometer. Deze komt zeer overeen met het ECG wat wij hebben, de
betekenis ervan was toen nog volkomen onduidelijk.
- Thomas Lewis is de eerste die het ECG gebruikt voor ritmestoornissen. Je kan hem
zien als de eerste cardioloog.
, - In de jaren 1910-1930, werden kwalitatieve veranderingen gezien als artefact. Hier
werd niks meegedaan terwijl dit wel degelijk fouten aangaven in het hartritme.
- Bryan Herrick kijkt naar de omgekeerde T-Top, wanneer je dit ziet moet er sprake
zijn van een coronair trombose. Hij zegt dat het apparaat dingen kan zien, wat wij
niet konden zien. Hij verandert te interpretatie van de kwalitatieve veranderingen.
- Omgekeerde T-top en ST-interval elevatie, zijn tekenen van het hartinfarct.
- Framing Disease, is een ziekte die gaandeweg ontstaat. Die gaandeweg ook
gediagnostiseerd wordt, met symptomen en nieuwe technieken. Het concept,
techniek en sociale organisatie zijn tekenend voor nieuwe ziektebeelden.
- Denk na waarom het voor onze voorgaande collega’s zo moeilijk was om dit proces
te bewerkstelligen en klaar te maken.
ECG (the elektrocardiogram)
- Waarom gebruiken we de ECG, hij is simpel, flexibel en mobiel. Het heeft een hoge
diagnostische waarde, met lage kosten.
- Je kan aritmische stoornissen, conductie stoornis, myocardiale ischemie, heel veel
verschillende dingen zijn te zien op het ECG.
Actiepotentiaal
- Basis van het ECG, is de ion huishouding in de cel. Binnen de cel heb je een veel
hogere concentratie Kalium dan buiten. Voor natrium is dit omgedraaid. Pompen
zorgen voor deze concentratie gradiënt, dit doet de Na-kalium ATPase pomp. Hij
pompt twee kalium ionen de cel in, en drie natrium ionen de cel uit.
- Zo krijg je veel kalium binnen, en weinig buiten. En voor natrium omgekeerd.
- Verschil in potentiaal is wanneer de chemische gradiënt en de elektrische gradiënt in
evenwicht zijn met elkaar.
- Bij een normale cel gaan deeltjes selectief naar buiten, en in rust zal je een hogere
concentratie Kalium hebben in de cel dan natrium in de cel. Waardoor de
binnenkant van de cel negatief geladen wordt, en de buitenkant van de cel positief.
- Ek ligt heel ver weg van het evenwicht van natrium (Ena). Als je natrium
permeabiliteit verhoogt, zal je richting het Ena gaan. Dit heet depolarisatie, wanneer
je permeabiliteit van Kalium verhoogt zal er repolarisatie plaatsvinden.
Hyperpolarisatie is wanneer je lager komt dan Vrest is er hyperpolarisatie.
- In een hartspiercel heb je drie fases, upstroke hier heb je natrium influx, plateau
calcium influx en kalium efflux en repolarisatie kalium efflux.
- Instroom van calcium door membraan kanalen leidt tot calcium induced calcium
release. Ryr-receptoren zien de calcium influx, en binden dit. Dit zorgt ervoor dat er
extra calcium vrijkomt en de spiercel samentrekt.
- Heropname van calcium gaat via SERCA, dit zijn poorten die ervoor zorgen dat
calcium heropgenomen wordt in het sarcoplasmatisch reticulum. Ook heb je natrium
calcium poorten, deze wisselen drie natrium in voor een calcium wat de cel uitgaat.
- Deze sinusknoop cel heeft spontane depolarisatie, en niet een stabiel
rustmembraan. Hierdoor kan hij functioneren als een pacemaker. Deze sinusknoop
bevat pacemaker cellen, deze heeft andere ion-kanalen die hij tot expressie brengt.
- In de sinusknoop, heb je een typische pacemaker actiepotentiaal.
- In het atrium heb je een actiepotentiaal zonder duidelijke plateaufase. De frequentie
van de AV-knoop is langzamer dan de sinusknoop, en hij vertraagd de geleiding. In
