Vaardigheidstoets IPkind 3A
Diagnose TOS
Formulering diagnose TOS
X. is een jongen/meisje van … jaar en heeft een matig/ernstig receptief/expressieve
taalontwikkelingsstoornis die zich uit in de taalvorm/taalinhoud/taalgebruik. Hierdoor heeft X.
moeite met (activiteiten/participatie).
Ernstbepaling TOS
- Geen TOS: receptief en expressief zitten niet onder het gemiddelde.
Beide scores tussen 85-115
- Lichte TOS: receptief en expressief onder het gemiddelde.
Een van de scores tussen 70-85
- Matige TOS: receptief en expressief onder het gemiddelde.
Beide scores tussen 70-85
- Ernstige TOS: receptief en expressief onder het gemiddelde.
Een of beide scores tussen 55-70
Bij de ernstbepaling moet ook de participatie meegenomen worden!
Receptief, expressief
- Receptief: scores onder het gemiddelde op de taalbegripstesten:
Schlichting taalbegrip, peabody, CELF tekstbegrip, CELF receptieve taal index
- Expressief: scores onder het gemiddelde op taalproductietesten:
Schlichting taalproductie woordontwikkeling, Schlichting taalproductie zinsontwikkeling,
CELF expressieve taalondex
Taalvorm, taalinhoud, taalgebruik
- Taalvorm: syntaxis en morfologie (begrip, productie):
Schlichting zinsontwikkeling, CELF taalvorm index
- Taalinhoud: passieve en actieve woordenschat (semantiek):
Schlichting woordontwikkeling, CELF taalinhoud index
- Taalgebruik: pragmatiek:
Observaties vertelvaardigheid, observatielijst taalgebruik, communicatieve functies,
conversatievaardigheden
Activiteiten, participatie
- Activiteiten: algemene en specifieke aspecten van communicatie via taal, tekens en
symbolen, inclusief het begrijpen en produceren van boodschappen, converseren en het
gebruiken van communicatieapparatuur en technieken.
- Participatie: de mogelijkheden en problemen die het kind ondervindt in bovenstaande
activiteiten in de volgende situaties:
Thuis
Met vriendjes
Op clubs, muziekles etc.
Op school
Met (on)bekende
Persoonlijke, externe factoren
- Persoonlijke factoren:
Leeftijd, IQ, bijkomende stoornissen, leervermogen, motoriek, karaktereigenschappen,
medische gegevens
, - Externe factoren:
Opvoedingscapaciteiten ouders, meertaligheid, erfelijkheid, schoolsituatie,
mogelijkheden voor ondersteuning
Diagnose gehoor
Formulering diagnose gehoor
- Diagnose op stoornisniveau:
Aard: perceptief, conductief of gemengd
Perceptief: cochleair verlies: beengeleiding is slecht
Conductief: geleidingsverlies: luchtgeleiding is slecht
Gemengd: beide lijnen tonen afzonderlijk verlies
Ernst (F.I.):
- 10 t/m 15 dB – Normaal gehoor
16 t/m 40 dB – Licht gehoorverlies
41 t/m 55 dB – Matig gehoorverlies
56 t/m 70 dB – Ernstig gehoorverlies
71 t/m 90 dB – Zeer ernstig gehoorverlies
> 90 dB - Doof
Vorm:
Hoge tonen verlies, zandloper, kom, vlak, dip
Symmetrie: beide oren gelijk of anders
- Neem ook de gegevens mee van het spraakaudiogram
Normaalcurve = spraakaudiogram voor normaalhorenden.
Normaalcurve 50% van de woorden wordt verstaan bij 26 dB. 100% van de
woorden bij 50 dB
Geleidingverlies = geleidingsslechthorende
Curve heeft dezelfde vorm als normaalcurve, maar is naar rechts verschoven.
Geen problemen met discrimineren als deze maar luid genoeg worden
aangeboden.
Maximale foneemscore is 100%
Het geleidingsverlies heeft een drempelverhoging doen ontstaan.
Perceptief verlies:
Een lagere maximale discriminatiescore.
Niet alleen last van een verhoogde drempel, maar ook last van een
verslechterede duur- en frequentiediscriminatie.
Retro-cochleair verlies:
Helmvormige curve
Regressie ofwel roll-over: bij een toename van de spraakintensiteit neemt de
spraakverstaanbaarheid sterk af
- Diagnose op activiteitniveau:
Zenden; taalproductie
Ontvangen; taalbegrip
- Diagnose op participatieniveau:
Functioneren van het kind
Invloed persoonlijke en externe factoren (denk aan hoorhulpmiddel)
Denk ook aan NmG, NGT en het verschil zonder hulpmiddel