Orthopedie
College 1: wervelkolom
Gewervelden hebben een flexibele boog, is sterk. Wervels zijn uniform qua basis structuur, ze zijn
nodig om alle krachten om te zetten in compressie krachten.
Je hebt 7 cervicale wervels,
12 thoracale, 5 lumbale. Ook
een sacrum en coccyx, die
zijn vastgegroeid.
Wervel C1 (atlas) samen met
C2 meeste beweging,
hebben een andere vorm
dan rest van de wervels.
De discus/tussenwervelschijf
tussen de wervels dient als
schokdemper. Hierdoor
worden de krachten
verdeeld. Het bestaat uit een kraakbeen dekplaat, annulus fibrosis en nucleus pulposus. Als het vocht
eruit is wordt het minder elastisch en dus minder schokdemping. Een volledige scheur van annulus
fibrosis kan leiden tot een hernia. Dit komt doordat een zenuw compressie ervaart waardoor je pijn
in benen krijgt. In 70% van de gevallen herstelt dit spontaan, anders operatie.
Omdat bij de mens de bekken in een andere hoek staat kunnen we rechtop staan. Hoe groter de
hoek, hoe meer holling van de rug nodig is.
In het centrale kanaal van de wervelkolom loopt het ruggenmerg, tot L2; cauda equina (conus,
gevoelig). Na L2 gaat het over in losse zenuwen die voor het gevoel in de benen zorgen. We tellen 8
cervicale zenuwen (eerste boven C1!), 12 thoracale en 5 lumbale. Ze worden benoemt naar waar het
onderdoor komt.
Spondylolosthesis = verplaatsing van een wervel tov een andere. Hierbij is een gradering in hoe erg
de verschuiving is. Spondylolys is dan het breken van een wervel (L5), wat een oorzaak is. Maar
spondylolosthesis kan ook een vermoeidheidsbreuk zijn.
Neurogene claudaticatio is een vernauwing in het ruggenmerg, waardoor vaak pijn onder de knie
ontstaat. Met een MRI scan en T2 gewogen afbeelding is dit duidelijk te zien.
Spondylodese is het vastgroeien van een deel van de wervelkolom.
Behandeling: eerst fysiotherapie en pijnstilling. Bij veel pijn in de benen (en als het klopt met de MRI)
kan geopereerd worden pedikelschroeven.
Deformiteiten:
Scoliose; een 3D verkromming van de rug. Hierbij is de cobbse hoek > 10 graden. Dit is de
hoek tussen de 2 meest gekantelde wervels. Er wordt pas geopereerd bij een bocht > 50
graden, om de progressie van de bocht te stoppen. Een brace kan ook helpen, niet prettig.
- functionele scoliose: op te lossen door benen/bekken te corrigeren.
- structurele scoliose: aangeboren, syndromen, idiopatisch (niet bekend waardoor)
, Bij de overgang van verschillende soorten wervels verhoogd risico op trauma. Vaak bij overgang T
L.
Met AOS classificatie weet je wat voor type letsel je hebt, bijv een translatie, compressie of een
breuk. Hoe sneller chirurgie, hoe minder complicaties en hoe korter opgenomen in ziekenhuis.
Oudere leeftijd, maligniteit (kanker) verhogen de kans op wervelletsel.
College 2: periprothetische infecties
Bij verdenking op een infectie verschillende dingen te doen: afwachten, antibiotica starten,
wondkweken, punctie, spoelen +kweek, prothese verwijderen. Je weet namelijk niet zeker of het een
infectie is, kan ook een bloeduitstorting zijn, of een breuk door te prothese.
DAIR: debridement antibiotics implant retention. Weefsel deels wegnemen en diep schoonmaken.
Daarna is 12 weken antibiotica nodig. Belangrijk om specifieke antibiotica te geven, niet een
algemene die effect heeft op elke pathogeen. Dit heeft namelijk een negatief effect op resistentie,
darmflora, nieren, lever, allergie. Helpt vooral bij knieprothese!
Meeste infecties ontstaan door operatie, maar ook een deel via hematogene verspreiding
(bloedbaan).
Na infectie verzamelen bacteriën zich op het protheseoppervlak met een slijmlaag (glycocalyx). Deze
biofilm is niet doordringbaar voor antibiotica en dus kan de infectie niet worden verholpen, alleen
door prothese te verwijderen.
Acute vs chronische infectie:
Bij acute infectie beginnen de klachten binnen 8 weken na implantatie, bij chronische na 8
weken.
Bij chronische is de biofilm al georganiseerd, bij acute nog niet.
Bij acute zichtbare klachten; rood, koorts, zwelling, pijn. Bij chronische langer bestaande
klachten; pijn, loslating prothese.
De verwekker is bij acuut hoog-virulent, bij chronisch laag-virulent.
Behandeling bij acuut; DAIR (prothese behouden). Bij chronisch septische revisie prothese.
Ook kan er een suppressieve behandeling worden gedaan; prothese behouden en langdurig
antibiotica. Of een two-stage behandeling; debridement + verwijderen prothese, antibiotica,
reimplantatie.
Bij een acute infectie is het van belang zsm te behandelen. Er moeten meerdere kweken worden
afgenomen en goed worden gespoeld met zout.
Aseptische loslating = slijtagedeeltjes van prothese worden door macrofagen gefagocyteerd. Hierop
volgt een reactie waarbij weefselvorming en enzymen komen vrij osteolyse. Prothese gaat
loszitten. Hierbij moet alles verwijderd worden, dus ook het cement (=PMMA), anders blijft het risico
op infectie. Als prothese verwijderd is kan een spacer gebruikt worden als tijdelijke opvulling, met
antibiotica. Na een aantal weken kan een nieuwe prothese worden geplaatst.
Septisch = loslating door infectie. Biofilm zorgt ervoor dat cytokines osteoclasten.
Preventie belangrijk: ultraclean operatiekamer, wondverzorging, patiënt optimalisatie, antibiotica
preventief en in botcement.