Virologie Prof Delputte – 3 e BA
Zijn virussen levende organismen?
Neen, virussen zijn geen levende organismen. Virussen zijn kleine stukjes organisch materiaal, geassembleerde
moleculen incl proteïnen, nucleïnezuren, lipiden en koolhydraten, die zelf niets kunnen doen totdat ze in een
levende cel, de gastheercel, terechtkomen. Zonder levende (gastheer)cellen kunnen virussen niet vermenigvuldigen.
Nee:
Kunnen geen DNA of RNA repliceren zonder een gastheercel en hebben dus geen metabolisme zonder
gastheercel
Geen autonomie
Ja:
Karakteristieken van levende cellen (genoom, de mogelijkheid om zich aan te passen)
Levenscycli
Virions die variëren in vorm, complexiteit en grootte
Definitie 1: virussen zijn subcellulaire, niet-levende, infectieuze entiteiten waarvanhet genoom bestaat uit
nucleïnezuren en die noodzakelijk een gastheercel nodig hebben om te kunnen repliceren waarbij het ook de
metabole machinerie en ribosomen van de gastheercel gebruikt om uiteindelijk componenten te kunnen vormen die
assembleren in partikels, virions genaamd, die dienen om het genoom te beschermen en dit te transfereren naar
andere cellen.
Definitie 2: een infectieus, obligaat intracellulair ‘parasiet’ omvattende genetisch materiaal (DNA/RNA) omgeven
door een eiwitmantel (capside) en/of membraan (lipiden; enveloppe)
Karakteristieken:
Kleine infectieuze agentia, 20 – 400 nm
Nucleïnezuren (RNA/DNA) omgeven door een eiwitmantel (capside) + eventueel een enveloppe
Kunnen niet repliceren op inerte media: levende gastheercel noodzakelijk voor replicatie
Sommige virussen hebben een affiniteit voor bepaalde celtypen
VIRON = Een volledig geassembleerd infectieus virus
(=/= virus)
Een virus heeft dezelfde biofysische kenmerken als een virion maar krijgt bijkomstige karakteristieken die
pas duidelijk worden wanneer het een levende cel heeft geïnfecteerd
Basic virion: nucleoproteïne core met de mogelijkheid om gastheercellen te infecteren en hierin te
repliceren waardoor de overleving van het virus gewaarborgd is
1
,Structuur van virussen
Capside: eiwitmantel om het genoom
o Nucleocapside: packaged form van het genoom in het capside
Elke subunit van het capside bestaat uit een of meerdere gevouwde
polypeptideketen
Groepen van deze subunits bevatten structurele units die op hun beurt
assembly units bevatten
Capsomeer = morfologische unit = om features zoals protrusies op het
oppervlakte van viruspartikels te beschrijven in electronmicrographs
Icosahedrale en helicale symmetrie
Bij veel virussen zit er rond het nucleocapside een enveloppe,
dat bestaat uit een lipidendubbellaag en daarmee
geassocieerde (glyco)proteïnen
o Deels van virus en deels van gastheercel?
o Enveloppe moet intact blijven om infectiviteit te
behouden
o Behandeling met lipidensolventen zoals ether of
chloroform maakt ze non-infectieus
o Enveloppe proteïnen zijn belangrijk voor binding met
de celreceptoren en het induceren van de
immuunrespons in geïnfecteerde dieren
o Beschermt virus tegen extreme omstandigheden, omzeilen immuunsysteem gastheer,..
Matrix/integument = een laag van proteïnen, is aanwezig tussen nucleocapside en de enveloppe
o Meer rigiditeit
Taxonomie van virussen
Geschiedenis
Vroeger classificatie gebaseerd op hun
mogelijkheid om doorheen filters te gaan die
bacteriën bevatten
2
, Daarna classificatiesystemen gebaseerd op pathogene effecten en manier van transmissie
Meer en meer ontdekken over de structuur en samenstelling van virussen virussen groeperen obv
gemeenschappelijke eigenschappen van virions
ICTV = International Commitee on Taxonomy of Viruses
o virion eigenschappen gebruikt om virussen hiërarchisch in te delen in 5 niveau’s (orde, familie,
subfamily, genus en species)
momenteel: sequencing van virale nucleïnezuren
o referentie genoomsequenties zijn voor alle virale taxa beschikbaar in databases zoals GenBank
ICTV classificatie
Algemeen
virion eigenschappen gebruikt om virussen hiërarchisch in te delen in 5 niveau’s
o orde, familie, subfamily, genus en species
4 ordes die belangrijk zijn voor dieren:
o Herpesvirales: grote eukaryotische dsDNA virussen
o Mononegavirales: niet-gesegmenteerde (-) ssRNA virussen
o Nidovirales: (+) ssRNA virussen
o Picornavirales: kleine (+) ssRNA virussen
Species
Laagste taxonomische level in hiërarchie van ICTV
Een monofyletische groep van virussen (1 gemeenschappelijke voorouder) waarvan de kenmerken
onderscheid kunnen worden van andere species adhv bepaalde criteria vb:
o Natuurlijke en experimentele range aan gastheren
o Cel- en weefseltropisme
o Pathogeniciteit
o Vectoren
o Antigeniciteit
o Graad van gerelateerdheid van hun genomen of genen
Baltimore classificatie
Algemeen
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper decuypermarie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.