100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
HC Int en Eur strafrecht 2022/2023 €6,99   In winkelwagen

College aantekeningen

HC Int en Eur strafrecht 2022/2023

 16 keer bekeken  1 keer verkocht

Volledig uitgetypte colleges

Voorbeeld 4 van de 101  pagina's

  • 15 januari 2023
  • 101
  • 2022/2023
  • College aantekeningen
  • Geelhoed
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
MerelVeldkamp
Hoorcolleges Internationaal en Europees strafrecht
Hoorcollege 1A: Inleiding en rechtsbronnen
Mw. dr. W. Geelhoed

Openboek tentamen: Van Elst & Van Sliedregt → boek mag mee, maar zonder bijschrijvingen.

Leerdoelen:
• Beginselen van rechtsmacht, concrete uitwerking in NL strafrecht, toepassing in een gemiddeld
complexe casus
• Harmonisatie, hoe materieel en formeel strafrecht mag worden geharmoniseerd
• Hoe Europees strafrecht doorwerkt in het Nederlandse strafrecht
• Rol van Europese instituties in de strafrechtelijke handhaving evalueren
• Fundamentele rechten toepassen in een gemiddeld complexe casus van internationale
samenwerking in strafzaken
• U kunt in een gemiddeld complexe casus beoordelen of toepassing mag worden gegeven aan
instrumenten van internationale strafrechtelijke samenwerking, zowel wanneer die op klassieke
leest geschoeid zijn als wanneer die toepassing geven aan het beginsel van wederzijdse
erkenning

Begrippen
• Internationaal strafrecht → wordt gebruik door het handboek. Een term die veel gebruikt
wordt, met verschillende betekenissen. Vroeger veel gebruik voor internationale
samenwerkingen in strafzaken. In traditionele opvatting dus o.a. ook regels over rechtsmacht.
Tegenwoordig veel meer gebruikt om te beschrijven wat er gebeurt bij de internationale
straftribunalen en het internationale strafhof. Daarmee wordt internationaal strafrecht bedoeld,
de strafrechtspleging op een internationaal niveau. Bij deze term als je hem leest dus afvragen
in welke context hij bedoeld is.
• Europees strafrecht → kan ook verschillende dingen betekenen. Vroeger het recht van de raad
van Europa en bijv. verdragen in dat kader die daarvoor gesloten zijn. Tegenwoordig wordt het
begrip veel meer gebruikt voor het recht van de Europese Unie waarbij het recht ook regels
geeft over het strafrecht. Deze termen worden ook in een internationale context gebruikt, en
soms kunnen daar net andere connotaties mee worden bedoeld.
• Droit penal international → strafrecht wat betrekking heeft op de internationale
samenwerking. Penal staat voorop.
• Drot international penal → internationaal recht wat betrekking heeft op het straffen.
• Supranationaal strafrecht → sommige mensen het om het strafrecht van de hoven en
tribunalen (gebruiken sommige mensen, maar wij doen dat met internationaal strafrecht) aan te
duiden. Andere mensen duiden er een doorwerkingskarakter/wisselwerking mee aan tussen het
Europese Unie recht en het nationale recht. Daar bestaat een hiërarchische verhouding tussen.
De verplichting voor de lidstaten omdat het recht op internationaal niveau is aanvaard, wat een
verplichting meebrengt voor de lidstaten.
• Transnationaal strafrecht → recht dat soms ontstaat vanuit een politieke actor van een land
dat iets geregeld wil hebben, en iets op de politieke agenda zet, van internationale
besluitvormingsorganen. Ook met het doel om een verdrag op te richten waar landen zich bij
aan kunnen sluiten en verplichtingen met zich meebrengt. Een besluit wat via een
verdragsregime wordt verplaatst omdat alle andere landen erbij aangesloten zijn.
• Internationaal en Europees strafrecht: HISR minus hoofdstuk 9 → combinatieterm. Alle
onderwerpen behalve de echte internationale strafrechtpleging van het strafhof en de tribunalen.
Maar alles wat samenhangt met de internationale samenwerking en de afgrenzing van
jurisdicties.




1

,We zitten in het systeem van het Nederlandse strafrecht, daarvandaan gaan we proberen te begrijpen
hoe dat strafrecht wordt beïnvloed en hoe we werken met buitenlandse systemen en autoriteiten.
Nationaal strafrechtsysteem beschouwen en kijken hoe dat samenhangt met buitenlandse systemen. Wat
voor inwerking en doorwerking is er van andere normen?

Een strafrechtssysteem bevat materieel strafrecht (delictsomschrijvingen), penitentiair recht (sancties)
en normen van formeel strafrecht (strafprocesrecht). Een belangrijk onderdeel is dat er ook andere
landen zijn, die ook hun eigen strafrechtsysteem hebben. En net iets andere regels kennen.

Je hebt een andere jurisdictie waar ook dingen geregeld worden. Naast materieel, formeel en penitentiair
recht hebben landen zelf ook nationale regels over internationale samenwerking. Het zijn nationale
regels over internationaal strafrecht. Die horen ook bij het begrip van internationaal recht. Het zijn
gewoon regels van nationaal recht. België heeft ook hun eigen regels. Maar we hebben daarover
verdragen gesloten, een bilateraal verdrag bijvoorbeeld met België. Daar zijn dan bepaalde dingen
geregeld over bepaalde zaken, de bevoegdheden van politieagenten over de grens bijvoorbeeld. Hier
zien we een begin van een verticale verhouding. Wat moet je als onze nationale regels net iets anders
zijn dan in het verdrag? Dit komt aan bod aan alle onderwerpen die we gaan bespreken in dit vak.

Je hebt bijvoorbeeld verschillende normen die van toepassing zijn op een uitleveringscasus. Van belang
is dan om te beseffen dat die die regels van uitlevering zijn opgenomen in nationaal recht, door de
wetgever zijn opgenomen als een instructienorm voor de regering om verdragen te sluiten. De
uitleveringswet is een norm op grond waarvan bij het sluiten van verdragen moet worden gelet.
Bijvoorbeeld: als er uitlevering gedaan en gesloten worden, dan zou dat moeten overeenkomen met wat
wij in het nationale recht hebben afgesproken.

Het verdrag gaat namelijk voor de wet (in de klassieke context), dit is een hiërarchische verhouding die
in andere contexten anders kan liggen. Bijvoorbeeld een EU-richtlijn die rechtstreekse werking kan
hebben. We hebben dus verschillende jurisdicties, die bilaterale verdragen kunnen sluiten.

Maar zij zijn ook aangesloten bij instituties, zoals de Raad van Europa. Waar multilaterale verdragen
kunnen worden gesloten. Hier zijn dus meerdere landen bij betrokken. Bij multilaterale verdagen kan
het lastiger zijn om erin te krijgen wat jij wil volgens het nationale recht, dan bij bilaterale verdragen.
Dan is de kans groter dat er dingen in staat waar jij niet zo blijk mee bent, of dat er verdragspartijen zijn
waar jij niet zo blij mee bent. Op het niveau van de Raad van Europa heb je ook het EVRM. In veel
gevallen onze primaire bron van grondrechtenbescherming. Op veel niveaus is dit erg belangrijk, nog
wel belangrijker dan de grondwet in een zeker geval. Dit is jammer, want het EVRM is nogal een
minimumverdrag.

Op het internationale niveau, wat we tegenwoordig duiden met internationaal strafrecht, daar bestaan
hele internationale jurisdicties. Het ICC/tribunalen → deze hebben helemaal een eigen systeem wat
betreft materieel, penitentiair en procesrecht. En er zijn ook regels over internationale samenwerking.
Je hebt bijv. regels van overlevering nodig om de personen over te leveren tussen verschillende
jurisdicties.

Er zijn ook transnationale verdragen gesloten, dit zijn multilaterale verdragen die bepalingen bevatten
over internationaal strafrechtelijke samenwerking. Deze hebben vaak een enorme reikwijdte, er zijn veel
landen bij aangesloten. Bijvoorbeeld het VN-verdrag inzake internationale drugshandel. Hier zijn veel
landen bij aangesloten, die ook iets regelen over uitlevering, wederzijdse rechtshulp en andere vormen
van samenwerking. Als je als land geen bilateraal verdrag hebt met een ander land, kan het dus zo zijn
dat je op dat bepaalde onderwerp wel kan samenwerken, omdat je beide bij een specifiek verdrag bent
aangesloten. Het kan dat ook heel goed zijn dat je verder niet kan samenwerken, omdat
verdragsgrondslag daarvoor ontbreekt. Maar voor die specifieke kwestie dus wel.

Zo zijn er nog meer verdragen. Een belangrijke is het Palermo verdrag, het PUNOC-verdrag (paraplu
verdrag, en wordt aangevuld met meerdere protocollen die daarbij van toepassing zijn, bijvoorbeeld


2

,over mensen- en wapenhandel). Die protocollen brengen bepaalde bepalingen tot aansluiting bij het
Palermo verdrag. Hier zijn veel landen bij aangesloten en kan in bepaalde zaken handig zijn om te
gebruiken.

Veel internationale verdragen hebben een grote reikwijdte, maar hebben dan alleen werking op een
bepaald onderwerp.

De Europese Unie is ook erg belangrijk geworden in de strafrechtelijke context. Grotendeels kun je dit
benoemen als harmonisatie, niet uitsluitend. Met harmonisatie bedoelen we dat de EU ernaar streeft om
de wetgeving zodanig gelijk/vergelijkbaar te maken, dat ze met elkaar kunnen samenwerken. Om het
met elkaar in harmonie te brengen. Waar gaat het dan over? Over delicten. Het internationale
rechtssysteem wordt dus beïnvloed door de EU, dat kan alleen wat betreft de delictsomschrijvingen. Het
algemeen deel als zodanig (algemene bepalingen die we kennen over opzet, causaliteit, medeplegen,
wederrechtelijkheid, strafuitsluitingsgronden etc.) er is geen directe rechtsgrondslag voor de EU om
daarover harmoniserend op te treden. Alleen over de omschrijvingen van delicten, welke gedragingen
zijn er strafbaar, dat kan worden geharmoniseerd.

Ook kunnen er bepalingen worden aangenomen die stellen dat er bepaalde sancties op iets gesteld
moeten worden. Hier gaat het EU recht wel verder in dan ander internationaal recht. Die omvatten wel
delictsomschrijvingen, maar de sanctiebepalingen zijn vaak erg weinig uitgewerkt/erg vrijblijvend. Bij
de Europese Unie zie je dat er in de sanctiebepalingen vrij duidelijke minimumnormen zijn opgesteld.
De maximumstraf moet je dan minimaal op een bepaalde hoogte moet zetten. Je mag dus wel hogere
straf op iets zetten, maar er wordt dan dus een minimumgeregeld. Dit is in andere verdragen vaak wat
minder, dan zie je meer een algemene delictsomschrijving.

Tegenwoordig is de harmonisatie van het strafprocesrecht steeds belangrijker. Denk aan rechten voor
verdachten, toegang tot een advocaat. Dit is geharmoniseerd door de Europese Unie, door een richtlijn.
De regels voor internationale samenwerking worden ook geharmoniseerd door de Europese Unie. Het
Europees aanhoudingsbevel vervangt de klassieke uitlevering en is door de EU geregeld in een
kaderbesluit, wat gericht is op omzetting op nationaal niveau. De wetgeving van de nationale lidstaten
moeten regels bevatten die zijn afgestemd op het kaderbesluit EAB. Dit kun je harmonisatie noemen.

Verordeningen zijn geen vorm van harmonisatie. Er is een rechtsgrondslag in verdragen om
verordeningen op te stellen. Als er een verordening is opgesteld, dan is er geen Nederlands recht meer
over. Het is dan uitputtend geregeld in een verordening. Iets wordt dan uit de nationale context gehaald.
Hoe iets gaat en hoe iets moet worden geregeld, is dan geregeld in de verordening. Je moet wel
autoriteiten aanwijzen in het nationale recht. Maar hoe dat verder gaat is allemaal geregeld in de
verordening.

Daarnaast zien we op Europees niveau dat Europese instellingen zijn opgericht, voor politiële en
justitiële activiteiten. Zoals Europol en het Europees OM. Er zijn dan bevoegdheden op Europees niveau
om handhavend op te treden. We hebben ook het EU-Handvest. Dit komt voor een deel overeen met het
EVRM, maar niet helemaal. Het EVRM kun je rechtstreeks toepassen op nationaal niveau in feite elke
procedure, dat is bij het handvest niet het geval. Het moet namelijk binnen de reikwijdte van de Unie
zijn of je moet unierecht uitvoeren om het handvest te laten werken.

Wat je ziet, dat het comfortabele hokje van het Nederlandse strafrecht, dat lijkt een heel net, doordacht,
afgesloten, geïsoleerd systeem. Maar dat is niet het geval. We hebben het vrije verkeer o.a. in de EU. Je
leeft niet meer op een eiland, de wereld om ons heen is van invloed op de Nederlandse
strafrechtspleging. Niet alleen in de praktijk, maar ook normatief. Onze wetboeken worden aangepast
aan de internationale normen en dit gaan we ook toepassen in het Nederlandse strafrechtspleging. We
gooien het idee over boord dat de nationale wetboeken zijn voor alle juridische problemen, maar dit
maakt het wel zoeken.




3

, Belangrijke aandachtspunten:
• Internationalisering van de strafrechtspleging → de criminelen gaan ook de grens over, en dat
wil de politie dus ook. Een push om strafrechtspleging dus te internationaliseren. Maar wie
maakt dat, wie stelt dat op? Wie maakt er een verdrag en wie bepaalt welke regels daarin staan,
hoe die regels uitgelegd moeten worden en of daarmee in strijd is gehandeld, en wat voor
consequenties heeft dat dan?
• Rechtsvorming, bronnen en actoren
• Soevereiniteit, intergouvernementeel vs. supranationaal
• Harmonisatie van materieel en formeel strafrecht
• Vertrouwensbeginsel en beginsel van wederzijdse erkenning → je moet van andere systemen
uitgaan. In andere landen is iets geregeld. De soevereiniteit brengt het vertrouwensbeginsel mee.
• Fundamentele rechten
• Ne bis in idem

Het nationaal strafrecht is niet meer iets wat je zelf kunt bepalen als land, het vergt aanpassing. Maar in
de internationale samenwerking moet je ook ervan uitgaan dat iets op een andere manier kan zijn
geregeld. Een vertrouwensbeginsel accepteer je, vanuit de soevereiniteitsgedachte. Een beginsel van
wederzijdse erkenning is net iets anders, dat leggen we ten grondslag aan de internationale
samenwerking. Je kan als land een bevel geven aan een ander land (wederzijdse erkenning), waarop een
land dan iets moet uitvoeren, gebaseerd op wederzijds vertrouwen, maar dit kan wel weer worden
doorbroken. Fundamentele rechten blijven wel een belangrijk uitgangspunt. Ne bis in idem is een
afgrenzing van jurisdicties en internationale samenwerking. Als het ene land iets al heeft afgedaan, kan
jij dat niet meer doen.

Soevereiniteit →
• Intern: een soevereine staat heeft de bevoegdheid om binnen zijn territoir bindende beslissingen
te nemen
• Extern: een soevereine staat hoeft daarbij geen inmenging van andere staten te dulden. En als
er inmenging van buitenaf plaats vindt is dat een schending van de soevereiniteit.

Intergouvernementeel perspectief → soevereine staten binden zichzelf in onderlinge samenwerking
Supranationaal perspectief → een autonome rechtsorde, geplaatst boven lidstaten, beperkt hun
bevoegdheden

Deze twee perspectieven spelen soms een rol bij de achtergrond van het EU recht. We hebben in het EU
een supranationale rechtsorde, een supranationaal perspectief. Wat voor gaat en doorwerkt in het
nationale recht.


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MerelVeldkamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen