100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht tentamenstof €7,09   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding Privaatrecht II: Goederenrecht tentamenstof

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting voor het tentamen. Samenvatting van alle literatuur, aantekeningen van de hoorcolleges en werkgroepen en uitwerkingen van de jurisprudentie.

Voorbeeld 3 van de 21  pagina's

  • 15 januari 2023
  • 21
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (71)
avatar-seller
jukevdvelde
Tentamen IPR II
Week 1: Goederen en rechten op goederen
Literatuur
Zwaartepunten van het vermogensrecht H2
Eigendom (art. 5:1 lid 1 BW): het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Lid 2: een eigenaar kan anderen het genot van de zaak uitsluiten of toestaan (beperking: mag
niet in strijd zijn met de rechten van anderen en wettelijke voorschriften of ongeschreven recht)
De eigenaar kan zelf over een zaak beschikken of een ander over de zaak laten beschikken:
een ander tot eigenaar maken.
Misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW):
Lid 2:
1) Geen ander doel dan een ander te schaden (HR Watertoren)
2) Een ander doel dan waarvoor de bevoegdheid is verleend
3) Het gebruik is op redelijkerwijze onevenredig (HR Grensoverschrijdende garage)
Hinder (art. 5:37 BW): zodanige uitoefening van het subjectief recht belemmeren dat de ander dit
niet hoeft te accepteren (HR Kraaien en Roeken)
 Kunnen onrechtmatige daad opleveren (6:162)
Eigendom = absoluut recht: kan tegenover iedereen worden ingeroepen:
- Exclusief karakter (art. 5:1 lid 2)
- Zaaksgevolg (art. 5:2) eigenaar kan zijn recht ook handhaven tegenover iemand die de zaak
onrechtmatig heeft verkregen
- Separatist in faillissement: eigenaar kan zijn zaak opeisen indien die zich bij een failliete
persoon bevindt
Goed (art. 3:1): zaken en vermogensrechten
- Zaak (art. 3:2): voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
- Vermogensrecht (art. 3:6 BW): rechten die
o Overdraagbaar zijn; of
o Stoffelijk voordeel verschaffen; of
o Verkegen zijn in ruil voor stoffelijk voordeel
Beperkt recht (art. 3:8): een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht. (kunnen ook
absolute werking hebben: zaaksgevolg en separatist in faillissement)
 Vruchtgebruik (art. 3:201 BW): recht om goederen van een ander te gebruiken en daarvan
de vruchten te genieten
 Pand en hypotheek (art. 3:228 BW): alle goederen vatbaar voor vestiging van een recht van
pand/hypotheek
H3
Art. 3:80  verkrijging van goederen
- Algemene titel: opvolging van een deel of geheel van iemands vermogen (lid 2)
- Bijzondere titel: opvolging in het recht van een één bepaald goed (lid 3)
- Derivatieve verkrijging: verkrijger ontleent zijn recht op een goed aan een ander
(rechtsovergang)
- Originaire verkrijging: nieuw recht bij de verkrijger ontstaan.
Art. 3:80 lid 4  verlies van goederen: in de wet aangegeven (absoluut/relatief verlies)

, H4
Registergoed (art. 3:10): goederen waarvoor voor de overdracht inschrijving in de openbare registers
noodzakelijk is
1) Openbaar register met betrekking tot deze goederen
Art. 3:16 lid 1  registers zijn voor feiten voor de rechtstoestand van de registergoederen
2) Register bestemd om overdracht en vestiging te publiceren
3) Vestiging/overdracht komt pas door inschrijving in registers tot stand
Soorten registergoederen:
- Onroerende zaken (art. 3:10 jo 3:89)
- Teboekstaande schepen en luchtvaartuigen
- Beperkte rechten op registergoederen (art. 3:98)
- Appartementsrechten

Aantekeningen
Art. 107 lid 1 GW: codificatie-artikel
Opbouw BW:
Boek 3: vermogensrecht in het algemeen: rechten die op goederen mogelijk zijn
Boek 5: zakelijke rechten
Eenheidsbeginsel: (week 2)
- Art. 5:3 BW: eigenaar van een zaak is eigenaar van de bestanddelen.  art. 3:4:
bestanddeel:
1) Volgens verkeersopvatting bestanddeel (HR Depex/Curatoren)
2) Hoofdzaak is zodanig verbonden met bestanddeel
Art. 3:3 BW: roerend of onroerend
Lid 1: onroerend: gebouw dat duurzaam met grond is verenigd (HR Portacabin)
Lid 2: roerend: alles wat geen onroerende zaak is
Rechten op goederen: niet door enkele overeenkomst, maar door vestiging en verkrijging:
- Eigendom (art. 5:1 BW)
- Vruchtgebruik (art. 3:201 BW)
- Pand en hypotheek (art. 3:227 BW)
- Erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW)
- Erfpacht (art. 5:85 BW)
- Opstal (art. 5:101 BW)
- Appartementsrecht (art. 5:106 BW)
Beginselen van goederenrecht:
- Gesloten stelsel
o Art. 3:81: rechten op goederen
o Art. 3:80: verkrijging van goederen



Week 2: bezit en houderschap
Literatuur
Zwaartepunten van het vermogensrecht H3
Ten behoeve van een goed kan een bevoegdheid worden bedongen met betrekking tot een ander
goed  verplichting: in beperkt recht of een persoonlijke verplichting
Een verbintenis bestaat slechts tussen partijen en hun rechtsopvolgers onder algemene titel
Uitzondering: bij verkrijging van een goed onder bijzondere titel gaat soms een
rechtsvoorgangers recht/verplichting mee over op de verkrijger  kwalitatief recht/verplichting:

, - Kwalitatief recht (6:251 lid 1): uit overeenkomst voortvloeiende, voor overgang vatbaar recht
dat in zodanig verband staat met het goed. Gaat van rechtswege mee onder bijzondere titel
van dat goed
- Kwalitatieve verplichtingen: volgens de wet van rechtswege met het goed mee onder
bijzondere titel van dat goed
o Uit de wet: verhuur en pacht: art. 7:226 lid 1 (7:361): verkrijger over verhuurde
eigendom is gebonden aan huurovereenkomst
o Uit overeenkomst: art. 6:252: verplichting op een registergoed die een dulden of niet
doen met betrekking tot dat registergoed inhoudt
H5
Bezit is niet hetzelfde als eigendom
Houden van een goed: macht uitoefenen over een goed:
1) Bezit: men houdt het goed voor zichzelf art. 3:107 lid 1, de houder erkent zichzelf als
rechthebbende op het goed.
2) Detentie/houderschap: men houdt het goed voor iemand anders art. 3:107 lid 4, de houder
erkent een ander als rechthebbende op het goed.
Of iemand houder/bezitter is naar verkeersopvatting te beoordelen (art. 3:108): naar algemene,
gangbare, objectieve maatstaven  bezitsdaden: gedragingen die normaliter alleen de
rechthebbende op een goed verricht
Voor bezit/detentie is het niet nodig dat iemand het goed feitelijk onder zich heeft  middellijk
bezit/detentie (art. 3:107 lid 2-4)
Iemand die een goed ‘houdt’ wordt krachten art. 3:109 vermoed bezitter te zijn van dat goed
(tegenbewijs wel mogelijk)
Art. 3:111 interversieverbod: detentor kan zich niet enkel door wilswijziging tot bezitter maken.
Uitzonderingen:
- Houder kan zich met medewerking van bezitter tot bezitter maken
- Houder kan zich ook door tegenspraak van het recht van de bezitter tot bezitter maken
Bezitsverkrijgingen (art. 3:112)
1) Inbezitneming (art. 3:113): goed in bezit nemen door zich daarover de feitelijke macht te
verschaffen
2) Bezitsoverdracht (art. 3:114 en art. 3:115): bezitter stelt verkrijger in staat de macht over het
goed uit te oefenen, die hijzelf kon uitoefenen (overdracht art. 3:84 jo. 3:90)
3) Opvolging onder algemene titel (art. 3:116): iemand in algemene titel opvolgen, volgt
daarmee die ander op in diens bezit (art. 3:80)
Bezitsverlies art. 3:117 lid 1 jo lid 2: bezit duurt voort, zolang het niet door een ander is
verkregen/door bezitter kennelijk is prijsgegeven.
Bezit te goeder trouw: indien de bezitter zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijs
als zodanig mocht beschouwen (art. 3:118 lid 1). Goede trouw ontbreekt als iemand beter
wist/behoorde te weten: onderzoeksplicht (art. 3:118 lid 1 jo 3:11)
Rechtsgevolgen van bezit:
- Bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn (art. 3:119 lid 1)
- Houder wordt vermoed bezitter te zijn en de bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn
(art. 3:109 jo. 3:119)
- Levering van roerende zaken geschiedt door bezitsverschaffer (art. 3:90 lid 1)
- Bezitter kan door verkrijging door verjaring eigenaar worden
H10
Eigendomsverkrijgingen uit boek 5:
 Toe-eigening: inbezitneming (art. 3:112 jo 3:113)
Beperking (art. 5:4): beperkt inbezitneming van een roerende zaak tot zaak die geen eigenaar
heeft (res nullius)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jukevdvelde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75759 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,09
  • (0)
  Kopen