Samenvatting historische context Nederland
❖ Paragraaf 1 : Een welvarende samenleving ( 1948-1978 )
- voor de oorlog had de bevolking zich verdeeld in 4 zuilen : katholieken, protestanten,
liberalen en socialisten
❖ deze verzuiling keerde na de oorlog weer terug → elke zuil had eigen: politieke
partijen, scholen, media en omroepen, sportclubs en kerken
- toch ook verandering in de politiek na WO2
- in het interbellum was Nederland geregeerd door confessionele kabinetten,
maar van 1946-1958 waren rooms-rode kabinetten met de KVP en de PvdA
- Na WO2 koos Nederland de kant van de VS in de Koude Oorlog en stond het mede
aan de basis van Europese samenwerking
- meteen bij de oprichting in 1949 werd Nederland lid van de NAVO en in 1952 de
EGKS
❖ direct na WO2 kwam er een babyboom → de natuurlijke bevolkingsgroei zette zich
tot in de jaren ‘70 voort
❖ het grootste verschil met de vooroorlogse jaren was de sterke economische groei,
die in 1948 begon en duurde tot 1973
- vanaf het moment dat de Marshallhulp in 1948 op gang kwam, ging de
wederopbouw snel en daarna bleef de economie groeien in een tempo dat
nog nooit was voorgekomen
- belangrijke motor voor de wederopbouw was de industrialisatie
- de Nederlandse economie profiteerde ook van het Wirtschaftswunder →
handel met Duitsland werd groter en belangrijker dan ooit
- de rooms-rode kabinetten olv Willem Drees voerden een geleide
loonpolitiek → het kabinet bepaalde hoe hard de lonen mochten stijgen
(groei van export)
- vanaf 1959 : aardgasvondst in groningen → groei van de inkomsten van de
overheid
❖ toenemende welvaart werd gebruikt voor de uitbreiding van de verzorgingsstaat →
overheid garandeert welvaart en welzijn van de burgers en investeert in :
- goed onderwijs
- goede gezondheid
- werkgelegenheid
- sociale zekerheid
- belangrijke uitbreiding van de sociale zekerheid waren oa de WW ( 1952 ) en de
AOW ( 1957 )
, - vanaf het begin van de jaren 60 stegen de lonen sterk → in Nederland ontstond een
consumptiemaatschappij → veel meer huishoudelijke apparaten
❖ de welvaart leidde tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingen
❖ ontzuiling : mensen kwamen meer in aanraking met andersdenkenden bv
via de televisie → de verzuiling werd doorbroken door : nieuwe politieke
partijen en nieuwe omroepen, die niet aan een zuil gebonden was
❖ individualisering : toenemende mobiliteit, toenemende vrijheid, opkomst tv
❖ vanaf het einde van de jaren ‘50 ontstonden jongerenculturen → oorzaken :
- meer vrije tijd, meer geld, steeds langer onderwijs, invloed van Engelse en
Amerikaanse popmuziek
❖ Nozems : eind jaren ‘50, bestond vooral uit werkende jeugd en die zich
afzette tegen de normen en waarden van hun ouders → Amerikaanse Rock
‘n Roll, leren kleding etc
❖ Provo’s : jaren ‘60, verzetten tegen de consumptiemaatschappij en hadden
kritiek op oudere generaties → afkeer van gezag, ludieke acties, eisten meer
inspraak
❖ Hippies : eind jaren ‘60, internationale jongerenbeweging die zich verzette
tegen de consumptiemaatschappij en had kritiek op oudere generaties →
Flower Power, Kleurige kleding, softdrugs
❖ in 1956 kwam een einde aan de wettelijke handelingsonbekwaamheid van
getrouwde vrouwen → getrouwde vrouwen hoefden niet langer toestemming te
vragen aan hun echtgenoot voor : kopen van bepaalde producten, geld opnemen bij
de bank, overeenkomsten afsluiten → voortaan gelijke rechten en plichten
❖ eind jaren ‘60 : Tweede Feministische Golf
- economische zelfstandigheid, betere taakverdeling in het huishouden, grotere
arbeidsdeelname van vrouwen en gelijke lonen, grotere deelname aan het
hoger onderwijs, grotere deelname vrouwen aan het openbaar bestuur,
seksuele bevrijding
- twee belangrijke organisaties :
- ManVrouwMaatschappij ( MVM ) → goede opgeleide vrouwen,
‘redelijk’ invloed op politiek
- Dolle Mina → ‘brutaal’, ludieke acties en demonstraties, veel
aandacht van de media
❖ grote, soms plotselinge, maatschappelijke veranderingen ontstonden door :
- introductie anticonceptiepil → seksuele vrijheid, gezinsplanning
- nieuwe echtscheidingswetgeving → makkelijker scheiden voor vrouwen
- onderwijsdeelname van meisjes → onderwijsachterstand tov jongens kleiner,
meer meisjes in hoger onderwijs
❖ Begin jaren ‘50 : veel Nederlanders emigreerden naar landen als Canada, Australië
en Nieuw-Zeeland → oorzaken :
- woningnood
- zoeken van werk en beter bestaan
- dreiging Koude Oorlog