Samenvatting je binnenste buiten
Onze identiteit vormt ons kompas; het is onze betekenisgever. Het brengt bepaalde zaken juist
onder onze aandacht of laat ze naar de achtergrond verdwijnen. Het is een mooi beeld van de
wisselwerking tussen wie je bent en je professionele identiteit. Identiteit is het geheel aan
kenmerken en de karakteristieken, sociale relaties, rollen en lidmaatschap van groepen, dat
definieert wie we zijn. Weten wie je bent, richt je keuzes.
Een frame (kader) omvat de manier van denken en doen van de beroepsgroep. Een frame kadert de
ontwikkeling van je professionele identiteit, maar beperkt deze niet. Evenals de identiteit zijn deze
frames overwegend impliciet, maar toch behoorlijk sterk in hun invloed. Dat is merkbaar wanneer je
genoodzaakt wordt in een nieuw frame te stappen. Tot op heden had je een bepaalde manier van
dien, maar nu moet dat ‘anders’. De theorietjes van hoe dingen in de praktijk werken (ook wel
cognitieve schema’s genoemd) moeten op hun kop; opvattingen moet je oprekken of loslaten. Het
overstappen van het ene in het andere frame, levert spanning op.
Professionele identiteit ontstaat in de wisselwerking tussen het individu en zijn context. Het gaat dus
over de verhouding tot jezelf en tot anderen. Een sterke professionele identiteit maakt veerkrachtig
en geeft een basis voor zelfsturing. Het zorgt ervoor dat je kunt omgaan met veranderingen en
ontwikkelingen, zonder jezelf kwijt te raken. Daarnaast geeft het rust om – vanuit een helder
onderscheid tussen wie jij bent, wat jouw kleur is en wat de ander typeert – een toegevoegde
waarde aan beiden te leveren. Het is bron voor gedrevenheid en leergierigheid om het maximalle uit
jezelf en je vak te halen.
Fundamentele veranderingen in een domein:
Van expert naar adviseur, voor een expert die eer stelt in zijn inhoudelijke werk, gaat het in deze
verandering niet alleen om nieuwe vaardigheden. Wat hier een belangrijke rol speelt, is een
verandering in waarden, normen en opvattingen over goed vakmanschap. Deze veranderingen beng
je als groep experts gezamenlijk aan in het bestaande frame. Maar ook als individu is het belangrijk
deze veranderingen een plek te geven in je kamers en ze in overeenstemming brengen met wie je
bent, wilt zijn, waar je je meerwaarde uit haalt, etc.
Van zorgen voor, naar zorgen dat, goed is niet meer vanzelfsprekend goed. Dat legt een hele andere
verantwoordelijkheid bij de begeleiders. Inmiddels komt daarbij de heersende opinie dat zorgen voor
steeds meer vervangen wordt door zorgen dat. Het is zaak enerzijds opnieuw en met elkaar het
beroep te bepalen (frame) en anderzijds ieder voor zich te bepalen hoe zich daartoe te verhouden.
Loopbaan en carrière:
Initiële opleiding, hoe ben je adviseur geworden is een vaak gestelde vraag bij certificering voor
adviseurs in de Orde van organisatiekundigen. Echter is het een aparte vraag, want hoewel er enkele
beroepsopleidingen voor adviseurs bestaan, moet je daarvoor ook vaak over een aantal jaar
advieservaring beschikken. Een meerderheid wordt geen adviseur langs de opleidingsweg. Terwijl het
ongetwijfeld nadelen kent, is er ook een groot voordeel: adviseur worden impliceert een actief
zoekproces naar waarden en normen in het vak. Het zijn vragen die aanzetten tot reflectie op zowel
het frame van adviseur als de persoonlijke verhouding daartoe.
Heel anders gaat het eraan toe in beroepen die worden ingeleid door een initiële opleiding. Het
frame van het beroep wordt daar met de paplepel ingegeven zou je kunnen denken. Via authentieke
beroepstaken leren studenten beroep en werkwereld kennen. Ze leren de normen en verwachtingen
die daar gelden. Ze leren zich daar ook naar te richten, net zoals naar de normen van de opleiding.
Beide zijn zowel onderwerp van het gesprek als impliciet sturend, ook wel hidden curriculum
genoemd.
, Toch lijkt het er wel eens op dat Hbo-opleidingen weliswaar hun vak goed beheersen en de waarden
en normen van het vak kennen, maar daar niet vanzelfsprekend ook een eigen betekenis en invulling
aan geven. Het ontwikkelen van een verhouding tot het collectief – en daarmee van een
professionele identiteit – belangrijk is in bepaalde beroepen.
Een initiële opleiding aan een universiteit doet echter iets heel anders. Een universitaire opleiding
leer studenten in de eerste plaats wetenschappelijk denken en is minder gefocust op een specifiek
beroep. Op de universiteit leren studenten kritisch kijken naar verschillende theorieën en zelf nieuwe
kennis vergaren. Leren gebeurt voor een belangrijk deel via zelfstudie. Zo’n academisch denkniveau
maakt afgestudeerde academici breed inzetbaar. Echter dienen zij zodra ze een beroep gaan
uitoefenen, het frame van het vak nog leren kennen en hun eigen professionele invulling ervan nog
vormgeven. Het kan daarom heel goed zijn dat zij zo eerder worden uitgedaagd om actief met het
frame om te gaan en tegelijk de persoonlijke ontwikkeling vorm te geven.
Startende professional
• Omgeving of organisatie, zowel het werkende bestaan, met consequenties voor de prové-
werkbalans, als de concrete setting waarin men terechtgekomen is.
• Frame van het vak dat men gaat uitoefenen, ook al is er kennis aanwezig, dan nog is er
beperkt zicht op de regels van het spel en moet de kennis nog (deels) worden omgezet in
praktijktheorie.
• Eigen professionele identiteit, wie ben ik als professional? In de schakel naar werk vergeten
mensen vaan even hun persoonlijke kwaliteiten, zekerheden en overtuigingen bij het vinden
van een eigen plek.
Deze meervoudige zoektocht gaat gepaard met weinig houvast, dan zal het niet verwonderen dat
burn-out ook al op jonge leeftijd veel voorkomt. Deze ontwikkelingen worden dan ook niet gelabeld
als crisis. Deze term geeft de worsteling weer die komt kijken bij het ontwikkelen van een nieuw deel
van je identiteit. Het enige houvast dat je hebt is je taak, maar daar heb je nog geen routine in. (We
kennen verschillen crises wat betreft heftigheid, vaak wordt opgemerkt dat een crisis die echt pijn
doet, mensen brengt bij wat zij echt belangrijk vinden, of dat nu in het werk of in het leven is.
De vraag die zich daarbij aandient is of rust, ritme, regelmaat, zelfbescherming, nee kunnen zeggen
en andere onderwerpen die met name in zelfhulpboeken oen coaching adviezen aan de orde komen,
de oplossingen zijn om burn-out te voorkomen, eruit te komen of eruit te blijven. Houvast komt
uiteindelijk door ervaring, doordat je merkt wat werk en wat niet, wat je belangrijk vindt en niet. Etc.
Opklimmende leiders, we denken vaak dat de diverse leidinggevende posities veel
gemeenschappelijk hebben, maar werkelijk is het zo dat ze ook fundamentele verschillen laten zien.
Sommige leiders of managers maken hun loopbaan door fusies en reorganisaties. Hieruit blijk dat
niet alleen aan het begin, maar ook gedurende loopbanen doen zich ontwikkelingen voor die veel te
maken hebben met professionele identiteit.
Een interessant verschil is tussen management development en leiderschapsontwikkeling. In
manager development gaat het overwegend over de technische aspecten van leidinggeven. In
leiderschapstrajecten staat de persoon overwegend centraal. Op vallend is dat het juist de verbinding
is tussen deze twee die vaak zo lastig blijkt. Wellicht is in abstracto bij al deze vormen sprake van
management of leiderschap, maar goed beschouwd is hier ook telkens sprake van een ander
beroepsframe en is het zaak je daar opnieuw toe te verhouden. Hoe kleiner de verandering, des te
moeilijker deze wellicht te maken is en des te eerder zij over het hoofd gezien wordt. Kleine
veranderingen zijn als net buiten een ingesloten baan schaatsen; niet eenvoudig.