Week 1
Voortransport hoofdtransport natransport
Business procesmodellering agenda
Proces definitie
- Activiteiten en taken die worden uitgevoerd door deelnemers in een bepaalde
volgorde
Proces structuur
- Primaire processen rechtstreeks verband met organisatie doelstelling
- Besturende processen zorg dat processen goed verlopen
- Ondersteunende processen zorg dat processen kunnen verlopen
Betekenis en reden voor gebruik
- Standaard bij procesmanagement, universeel
- Visueel overzicht van het proces en informatiebronnen
- Onderdeel van een cyclisch proces van meten, leren en verbeteren
Procesmiddelen
- Event: start, einde of tussentijdse gebeurtenis rond
- Werkwijze/activiteit: taak, activiteit of verwerkingsstap vierkant
- Besluit/gateway: Y/N, voorwaarde, escalatie diamant
- Document: verwijzing naar een document zwevend rechthoek
- Flow: verbind verschillende stappen en informatie lijn met pijl
Middelen: schematechnieken
Processchema
Visuele weergave proces
Zelfstandig leesbaar en interpreteerbaar
Middelen: verantwoordelijkheid tabel
Een tabel met waar en hoe verantwoordelijkheden over gaan
(processchema zwembaandiagram) hiërarchisch kan bestaan
Procesbeschrijving stappenplan
Doel van proces
Wat, Wie, Waarom, Waar, Wanneer en Hoe voor meer duidelijkheid
Beschrijf stapsgewijs de activiteiten
Visualiseer de processtroom
Maken, herzien, verbeteren cyclisch proces
Voorbeeld voor bedrijf
Oriëntatie bij bedrijf, formuleer uitgangspunten, bespreken, vaststellen collectie, samenstellen
collectie, analyse historie, planning concrete collectie, bespreken voorstel, vaststellen concrete
collectie.
, Week 2
Transport is een onderdeel van de logistieke keten
Verkeer = beweging van verplaatsingsmiddelen
Vervoer = verplaatsing van goederen of personen (lading, verplaatsingsmiddelen, infrastructuur)
3 elementen van het vervoersysteem
Lading/goederen
- Bulk, verpakt, vaak geladen in containers
- Onderverdeeld grondstoffen, halffabricaten, eindproducten
Verplaatsingsmiddelen
Infrastructuur
Geografische heterogeniteit = oorsprong van grondstof, productie en consumptie bevindt zich niet
op dezelfde plaats.
Reden voor goederenvervoer:
Geografische heterogeniteit, Schaalvergroting/concentratie, Specialisatie
Winning grondstof productie opslag DC winkel consument
Modaliteiten (manier of wijze van een activiteit/vervoer)
Zeevaart: deepsea
Zeevaart: shortsea
Spoorvervoer
Wegvervoer
Binnenvaart
Luchtvervoer
Pijpleiding
Modaliteitskeuze op basis van producteigenschappen
Hoge of lage waardedichtheid
Hoog of laag gewicht per m3
Modaliteitskeuze op grond van criteria
Kosten kosten gewicht x afstand
Snelheid tijd nodig voor overbruggen
Bereikbaarheid afhankelijk van locatie
Variabiliteit flexibiliteit start/einde
Bruikbaarheid geschiktheid voor soort goederen
Frequentie hoe vaak gebruik, hoog/laag
Risico/beschadiging schade, verlies of andere risico’s
Tabel maken: criteria tegen modaliteitkeuze plaatsen om de beste keuze te maken.
Week 3