Inleiding
Hoe je omgaat met informatie is een vraag die ethisch en juridisch geladen is. Wetgeving
is algemeen en niet gericht op specifieke situaties. Daarom is het belangrijk om ethisch te
reflecteren.
Deontologie
= een verzameling van normen en waarden voor goed professioneel handelen die
opgesteld zijn door een bepaalde beroepsgroep en die de leden van die beroepsgroep in
acht dienen te nemen bij de uitoefening van hun beroep.
In een deontologische code staan concrete doelstellingen die een beroepsgroep wil
realiseren waarbij respect voor de cliënt de basis is. Een deontologische code heeft
externe werking (verwachtingen managen van samenleving en cliënten met betrekking
tot hulpverlening) en interne werking (als leidraad voor de hulpverlener). Een code legt
vaak geen nieuwe verplichtingen op maar is een weerspiegeling van de mate waarin
binnen een beroepsgroep over bepaalde waarden een consensus bestaat.
De huidige hulpverlening wordt gekenmerkt door multi- en interdisciplinair werken.
Verzamelen, opslaan, beheren en uitwisselen van informatie is essentieel geworden. De
zaken die door het beroepsgeheim worden gedekt worden opgenomen in een dossier.
Omgaan met informatie kan vanuit drie kanten worden benaderd: de discretieplicht, de
privacybescherming en het beroepsgeheim.
Privacy
Privacy is een fundamenteel recht, je moet je vrij kunnen uiten en ontwikkelen. Privacy is
nuttig intellectuele vrijheid kan leiden tot nieuwe ideeën waar de hele maatschappij
baat bij heeft maar is ook voor het individu van belang. In bepaalde omstandigheden
bestaat er een legitiem belang om iemands privacy te doorprikken, desnoods ongewenst
bij strafonderzoeken, sociale zekerheid of gezondheidszorg. P
Privacy = allerlei persoonsgebonden feiten, gevoelens, meningen en gedragingen die de
persoon voor zichzelf wenst te behouden. Privacy is een grondrecht, het staat in de
grondwet maar bijvoorbeeld ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Uitzonderingen op de bescherming van privacy wanneer de wet een maatregel oplegt
die het recht op privacy inperkt moet er voldaan zijn aan drie voorwaarden:
1. Legaliteit: wat je doet moet gebaseerd zijn op een wet/rechtsnorm
2. Legitimiteit: wat je doet beoogt de vrijwaring/bescherming van één van de
limitatief opgesomde waarden
3. Proportionaliteit: wat je doet moet in verhouding zijn en de inmenging is enkel
toegelaten voor zover het in een democratische rechtsstaat nodig is
Er is geen algemene privacywet, er bestaat dus geen wet die privacy regelt tussen
burgers. Wel zijn er aspecten van privacy vastgelegd in wetten. Er wordt ook wel
gesproken over fragmentaire bescherming van de privacy. Voorbeelden hiervan zijn: wet
verwerking persoonsgegevens, wet betreffende de rechten van de patiënt, wetten m.b.t.
afluisteren.
Discretieplicht
= de verplichting om bij het uitoefenen van een ambt of functie geen gegevens vrij te
geven aan anderen dan diegenen die gerechtigd zijn om er kennis van te nemen. Het kan
gaan om informatie over de cliënt maar ook informatie over de organisatie zelf zoals
interne werkingsregels.
, De discrectieplicht vertrekt vanuit het belang van de organisatie (grootste verschil met
beroepsgeheim). Als discretie plichtige ontvang je informatie in naam van de organisatie
waarvoor je werkt en ga je hiermee discreet om. Wel bestaat er intern spreekrecht = met
het oog op verbetering van de organisatie, werking van de dienst en persoonlijke
ambtsuitoefeningen heeft elk personeelslid het recht en zelfs de plicht om informatie uit
te wisselen met collega’s, ondergeschikten, hiërarchisch meerderen. De werkgever/dienst
beslist wat onder de discretieplicht valt.
Discretieplicht is geen wettelijke bepaling maar een gemeenschappelijke noemer.
Verplichting tot discretie kan je vinden in bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomsten wet en
deontologische codes. Er staat geen straf op schending van de discretieplicht, wel kan
het worden beschouwd als ernstige tekortkoming die verdere samenwerking onmogelijk
maakt. Het gevolg is dat een schending van de discretieplicht leidt tot een beëindiging
van het contract.
Voor ambtenaren is de discretieplicht eerder bekend als ambtsgeheim. Dit geldt onder
meer
voor magistraten (het parket/OM) en leerkrachten.
Beroepsgeheim
= verplichting tot geheimhouding voor ieder persoon die in het kader van zijn werk
vertrouwelijke informatie krijgt. Het betreft een zwijgplicht verbonden aan een
vertrouwensrelatie.
Schending is strafbaar. Het beroepsgeheim is echter niet absoluut het betreft een
belangenafweging. Je kan er niet voor kiezen om wel of niet onder het beroepsgeheim te
vallen. Of je onder het beroepsgeheim valt vloeit voort uit de wet en niet uit bijvoorbeeld
een deontologische code of contract. Beroepen die niet onder het beroepsgeheim vallen
(zoals bijvoorbeeld verzekeraars) zijn alsnog niet compleet vrij; zij moeten rekening
houden met de privacy en discretieplicht.
Bij het beroepsgeheim hoort de noodzakelijke vertrouwensrelatie maar dit zorgt voor een
knelpunt omdat je een dubbel mandaat kan hebben. De vuistregel is dat de hulpverlener
met dubbel mandaat (richting cliënt en opdrachtgever) geen beroepsgeheim heeft ten
opzichte van zijn opdrachtgever. Maar je mag enkel rapporteren wat binnen de opdracht
valt belangrijk om de precieze opdracht uit te lijnen. Alles wat buiten de opdracht valt
is beroepsgeheim en wordt niet medegedeeld aan de opdrachtgever op dit gebied kan
je je dus wel als vertrouwensfiguur profileren.
Je mag vanwege het beroepsgeheim niks delen, ook mag je niks bekend maken wat de
identiteit van de cliënt zou kunnen onthullen of vertellen tegen iemand wie je als cliënt
hebt. Je mag wel in algemene termen de situatie beschrijven, dan schendt je het
beroepsgeheim niet.
Schending van het beroepsgeheim
Beroepsgeheim is het principieel verbod om informatie bekend te maken. Er is schending
als een geheimhoudingsplichtige met opzet aan derde informatie prijsgeeft betreffende
zijn cliënt. Opzet is het wetens en willens bekendmaken van geheimen de
beweegredenen voor het bekendmaken zijn niet relevant (als de hulpverlener dus
informatie prijsgeeft in het belang van de cliënt legitimeert dit de bekendmaking niet).
Bekendmaking door nalatigheid/onzorgvuldigheid (dossier laten liggen) is geen schending
van het beroepsgeheim maar kan wel worden gesanctioneerd. Ieder ander dan de cliënt
of geheimhoudingsplichtige is een derde waartegen je niks mag bekendmaken. Schendig
is niet pas strafbaar als iemand een klacht indient, het vaststellen van de schending is
voldoende. Ook is schade niet nodig, zelfs als het de cliënt voordeel oplevert blijft het
schending. Je kan een gevangenisstraf, boete of werkstraf oplegt krijgen.
Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht
Wanneer een schending van het beroepsgeheim mag is er sprake van spreekrecht.
Spreekrecht is legaal het beroepsgeheim breken. Dit is het geval bij:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jeannettevanengelenhoven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.