100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Geschiedenis €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Geschiedenis

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting over de hele geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • 16 januari 2023
  • 35
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4794)
avatar-seller
gielhommes
Geschiedenis van de
Democratische Rechtsstaat in
Nederland
Oriëntatie:

In 1579 sloten Holland, Zeeland en enkele andere gewesten en steden een bondgenootschap > de
Unie van Utrecht.

1588-1795 > de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Toen de patriotten in opstand tegen de stadhouder en de regenten gingen begon de ontwikkeling
van een democratische rechtsstaat in Nederland. In de grondwet zijn de uitgangspunten v.d.
rechtsstaat vastgelegd. In een rechtsstaat gelden de wetten voor alle inwoners en iedereen is voor de
wet gelijk. Je wordt door de wet beschermd.

Klassieke grondrechten; In de grondwet staan verschillende vrijheidsrechten:

- Vrijheid van meningsuiting
- Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
- Vrijheid van vereniging
- Briefgeheim (post)
- Niet discrimineren

Politieke rechten: vb. is kiesrecht. Sinds 1919 hebben alle Nederlandse burgers, man en vrouw (18+),
het recht om volksvertegenwoordigers te kiezen of om zelf tot volksvertegenwoordiger gekozen te
worden.

Sociale rechten: (1983) grondrechten die de overheid verplicht moet verzorgen. Denk aan; de zorg,
arbeid, onderwijs en het bevorderen van werkgelegenheid en volksgezondheid.

Parlementaire democratie: - Parlement, Eerste en Tweede kamer.

-Gekozen vertegenwoordigers van het volk.

, 1.1

5e eeuw v.Chr. ontstond in Athene een democratie(= het volk regeert). Dit doordat vrijwel alle
Atheense mannen konden lezen en schrijven. Politiek komt van het Griekse woord ‘’polis’’ >
stadstaat. Lang niet alle inwoners hadden burgerrecht, alleen vrije mannen van 18>. Athene had tdus
een directe democratie(= burgers kunnen zelf politieke besluiten nemen) en dus geen gekozen
volksvertegenwoordiger. De romeinen kwamen in opstand tegen de koning. Ze noemde hun bestuur
een res publica(= gemeenschappelijke zaak). De macht in Rome was in handen van de senaat, die
bestond uit leden van de rijkste Romeinse families. Ze waren in de tijd v.d. republiek een oligarchie
(= de regering is in handen van een kleine groep die meestal tot de aanzienlijke families behoren.)

1.2

476 einde van het West-Romeinse Rijk > oorzaak; volksverhuizingen. Er ontstond een uitbreiding van
het Frankische Rijk. Frankische vorsten probeerden de controle over hun gebieden te houden door
mensen aan zich te binden. Vazallen legden een eed van trouw af in ruil voor het geven van een leen.
Zo ontstond het feodalisme = leenstelsel. Het functioneren van het leenstelsel hangt af van kracht
van de koning. Karel de Grote slaagden erin om het onder controle te houden. Na zijn dood konden
veel leenmannen hun macht vergroten.
Strijd tussen adel en koning:

- Adel(en kerk) wint: 1215 Magna Carta (=Grote oorkonde) > macht van koning wordt beperkt door
afspraken met de adel. (Jan zonder Land ondertekend).

- Koning wint: Lodewijk XI van Frankrijk vergroot zijn macht ten koste van de adel. Dit door
staatsvorming door van de steden belasting vragen. Daarmee betaald hij ambtenaren en
huursoldaten > geen adel meer nodig; begin absolutisme.

Verzet, Bourgondië bestond 1464 Staten-Generaal > vergadering van vertegenwoordigers van
verschillende (Bourgondische) gewesten. Beroepen zich op privileges = voorrecht (bijzonder recht).

1.3

Humanisme = de beweging van de veertiende tot de zestiende eeuw die elke vorm van kennis wilde
baseren op de literatuur en cultuur van de Klassieke Oudheid.

Vanaf de Renaissance wordt er voor het eerst nagedacht over politieke verhoudingen. Volgens hem
was niemand in de politiek te vertrouwen. Een vorst moet zowel leeuw als vos zijn; hij heeft zowel
sluwheid als kracht nodig. Een vorst mag alles doen als het maar in het belang van de staat is.

Machiavelli (1469 – 1527)
 Italiaanse diplomaat die als eerste persoon over de veranderde machtsverhoudingen schreef
De verandering: In Middeleeuwen had de adel en kerk de macht. In late middeleeuwen kreeg vorst
meer macht, dus macht adel nam af.
 Humanisme
 Il principe (de heerser, 1513)
 Machiavellisme : ‘’ het doel heiligt de middelen’’ , sluwheid, agressieve alleenheerser

Machiavelli kwam tot de conclusie dat je in de politiek nooit moet vertrouwen op beloften. Hij werd
in zijn denken beïnvloed door het humanisme: een teruggrijpen op voornamelijk de Griekse
oudheid als cultuur- en vormingsideaal. Een levensbeschouwing die zich niet beroept op een

, goddelijke openbaring, maar vertrouwt op het vermogen van de mens om zelf zijn leven zin te geven,
zich baserend op westerse universele waarden zoals menselijke waardigheid, mondigheid,
vrijheid, tolerantie en verantwoordelijkheid.
Italië kwam in een situatie door corruptie, waardoor Machiavelli vond dat een agressieve
alleenheerser noodzakelijk was = machiavellisme. In de psychologie betekent het dat je sluw bent,
wat dit beeld ook kenmerkt. Hij vond dat:

- Een vorst zowel sluw als krachtig moet zijn.
- Onder ongewone omstandigheden zonder gewetensbezwaren moet handelen.
- Vuile handen moet durven maken.

1.4

Het streven van de vorst naar macht was een algemeen verschijnsel in Europa in de 16 e en 17e eeuw.
Vorsten streefden naar centralisatie. Een gevolg hiervan was dat de macht van de adel afnam (niet
meer handhaven feodale stelsel).

Thomas Hobbes was politiek filosoof in Engeland in de 17 e eeuw. Zijn denkbeelden stonden in het
teken van angst voor burgeroorlogen en anarchie. De centrale vraag was hoe vrede bewaard kon
blijven. Dit werd beantwoord in zijn boek: Leviathan. Het begrip Leviathan is een mythisch wezen
dat onder andere in de bijbel voorkomt. Hobbes duidt er de heerser mrt absolute macht mee aan.
Die heerser moet de oorlog van allen tegen allen voorkomen. Hierin rechtvaardigt hij een sterk en
effectief gezag.

Zijn uitgangspunt: iedereen is vrij en gelijk aan elkaar -> mensen willen hetzelfde bereiken ->
onderlinge wantrouwen en eerzucht -> vijandschap, oorlog. Om vrede te bereiken moet ieder mens
bereid zijn om zijn vrijheid op te geven. Men moet een overeenkomst sluiten: het sociaal contract.
Dit werd gesloten door individuen niet tussen volk en vorst. Hierin staat dat iedereen het onbeperkte
recht op zelfverdediging overdraagt aan de Leviathan, de absolute vorst of soeverein(= het hoogste
gezag dragend, meestal werd hiermee de vorst genoemd). Alleen hij kan het egoïsme van de mens in
toom houden. Desondanks gaat het om een contract tussen mensen onderling en niet tussen volk en
vorst! Van hem wordt verwacht dat hij veiligheid garandeert. Als hij verslagen wordt hoeft men niet
meer naar hem te luisteren.

Hobbes: in de natuur van de mens vinden we drie hoofdzaken van onenigheid: wedijver,
wantrouwen, trots. De eerste zorgt ervoor dat mensen elkaar aanvallen om winst te behalen, de
tweede om veilig te kunnen leven en de derde om hun reputatie hoog te houden.

Hobbes (1588-1679) over de sterke staat
 Ideeën: iedereen is vrij en gelijk aan elkaar. Mensen willen hierdoor hetzelfde bereiken 
wantrouwen, eerzucht en onderlinge wedijver  vijandschap  oorlog van allen tegen allen.
 Om vrede te bereiken moet ieder individu bereid zijn om zijn vrijheid op te geven  sociaal contract
sluiten: iedereen draagt het onbeperkte recht op zelfverdediging over aan Leviathan (absolute vorst)
 Gaat om contact tussen volk onderling.

, 1.5

1660: er komt een einde aan de republiek in Engeland en de monarchie keert terug. Als snel was er
opnieuw sprake van vorstelijk streven naar absolutisme en wederom zorgde dit voor verzet van het
parlement.

John Locke studeerde medicijnen in Oxford. In zijn belangrijkste werk, Two treatises on government,
het natuurrecht (=’’natuurlijke rechten’’ ofwel grondrechten die voorkomen uit de menselijke
natuur en het samenleven van mensen, zoals het recht op leven, vrijheid en bezit) uit tot een theorie
die actief verzet tegen de koning mogelijk maakt. Dit in tegenstelling tot Hobbes die het natuurrecht
als rechtvaardiging voor autoritair gezag zag.

Denkbeeldige oertijd: alle mensen strijden tegen de natuur om te overleven, mensen hebben
natuurlijke rechten, zoals recht op leven, vrijheid en bezit. Grondrechten > macht wordt voorlopig
toevertrouwd aan de koning. Relatie met de koning is gebaseerd op vertrouwen. Als vertrouwen
ontbreekt dan kan de andere partij de overeenkomst opzeggen. Ook bij Locke is er sprake van een
contracttheorie.

1688: glorious revolution: de machtsovername over het VK van Willem van Oranje III.
1689: declaration of rights: een wettelijk document dat werd aangenomen door het parlement van
Engeland en die de basis vormde voor een democratische Parlementaire monarchie.


Locke hield zich ook bezig met de vraag aan wie op aarde de macht toekwam. Zijn uitgangspunt is de
natuurtoestand = iedereen is vrij en gelijk maar er heerst geen wetteloosheid.
De natuurwet: iedereen houdt zichzelf in stand en zorgt ervoor dat de gehele mensheid kan
voortbestaan. Natuurlijke rechten zijn de grondrechten: recht op leven, vrijheid en bezit.
Verder stelt hij dat de oorspronkelijke macht niet wordt overgedragen, maar voorlopig wordt
toevertrouwd aan een soeverein.

Locke en de grondrechten
 1660 einde republiek o.l.v. Olivier Cromwell (dictator). Hierna weer monarchie  vorstelijk streven
naar absolutisme en dit zorgde voor verzet tegen parlement.
 Two treatises on government (1689) --> theorie die actief verzet tegen koning mogelijk maakt.
 Aan wie kwam de macht op aarde toe ?
 Hij komt op basis van het natuurrecht tot de conclusie dat actief verzet tegen het politieke gezag
gerechtvaardigd kan zijn.
 Inspiratiebron liberalisme


1.6

Bij de monarchie van de 18e eeuw had de Franse koning zowel de wetgevende, de uitvoerende als de
rechtelijke macht. Lettres de cachet = brief met de wil van de koning. De koning beroept zich op het
Droit Divin > het goddelijke recht dat hij had op zijn machtspositie. Franse verlichtingsfilosofen
gingen in protest.

Monstequieu (1698-1755) bestuurt 3 bestuursvormen:

- Democratische / aristocratische republiek = regering door een deel van het volk.
- De monarchie = regeringsvorm waarbij één persoon de macht heeft.
- Despotie = regeringsvorm waarbij één persoon of een kleine groep personen absolute macht
hebben, die naar willekeur kan worden toegepast.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gielhommes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76449 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
  Kopen