Contractenrecht week 1 werkgroep
Casus Oma Aisha ruimt op
Oma Aisha woont in een groot herenhuis in Amsterdam met veel trappen. Ze is helder van geest
maar slecht ter been. Ze gaat daarom verhuizen naar een tot kleine woning om te bouwen
tuinhuis in de achtertuin bij haar zoon Omer en diens gezin. Veel van haar spullen zullen om die
reden verkocht moeten worden. Oma Aisha zet haar grote antieke kledingkast op Marktplaats.
Op de foto’s die Aisha van de kast heeft gemaakt, is goed te zien dat het een prachtige,
handgemaakte kast van gecertificeerd hout is. Bij het invoeren van de vraagprijs typt Aisha een
verkeerd bedrag in: niet € 500, maar € 400. Ricardo van de firma Antiek B.V. reageert
onmiddellijk via de Marktplaats-app dat hij de kast graag voor de vraagprijs wil hebben, waarna
Aisha blij antwoordt dat ze morgen de hele dag thuis is en dat de mensen van Antiek B.V. de
kast dan kunnen komen ophalen. De volgende dag wil Ricardo 400 euro betalen, maar Aisha
weigert de kast af te geven voor die prijs.
Vraag:
Kan Antiek B.V. zich erop beroepen dat zij een overeenkomst met Aisha heeft gesloten,
zodat Aisha de kast aan Antiek B.V. moet leveren?
Advertentie is uitnodiging tot aanbod. Ovk komt tot stand door aanbod en aanvaarding, art.
6:217. Ricardo doet aanbod. Bewijslast ligt bij Aisha! Zij moet kunnen aantonen dat haar wil niet
overeenkomt met verklaring, maar Anteik BV kan zich beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen,
3:35. Dan ovk tot stand en kast leveren. Gerechtvaardigd vertrouwen beoordelen adhv feiten en
omstandigheden
Prijs wijkt niet heel erg af, dus antiek BV had niet hoeven twijfelen, er komt ovk tot stand en
Aisha moet de kast leveren.
Spreken pas van een aanbod wanneer er genoeg elementen aanwezig zijn dat de tegenpartij
alleen maar ja hoeft te zeggen.
Aanvaarding ; ja
Aanbod; ricardo
Aanvaarding; oma aisha
- De advertentie is een uitnodiging , 6:217 BW , Ricardo doet een aanbod , heeft Aisha
aanvaardt? De bewijslast berust bij Aisha , zij moet bewijzen dat deze verklaring niet
haar wil was, ze wilde de kast verkopen voor 500 niet voor 400 euro.
- Geen rechtshandeling tenzij antiek BV zich kan beroepen op gerechtvaardigd
vertrouwen.
- Wil + verklaring
- 3;35 BW gerechtvaardigd vertrouwen
,- 3:33 wil en verklaring komt niet overeen dus geen overeenkomst op grond van dit
artikel, dan kijken naar overeenkomst o.v.g. artikel 3:35 BW
Conclusie: Aisha moet de kast leveren op grond van 3;35 BW, antiek BV kan zich op
dit artikel beroeepen.
Casus Oudtante’s antiek (vertegenwoordiging)
In de winter van 2017 overlijdt de oudtante van Pieter-Bas aan de gevolgen van ouderdom. Zij
laat haar achterneef – en enig erfgenaam – behalve haar landhuis tevens een aanzienlijke
verzameling antieke meubels en serviesgoed na. Aangezien Pieter-Bas de laatste jaren
flink boven zijn stand heeft geleefd, kan hij wel een extra zakcentje gebruiken. Hij besluit
derhalve de erfstukken, zoals de meubels en het servies, van de hand te doen en huurt
hiervoor een gespecialiseerd bedrijf in: Antiek-Verkoop B.V. Afgesproken wordt dat er open
huis zal worden gehouden in het landhuis waarbij de spullen verkocht zullen worden. Pieter-Bas
loopt voorafgaand aan het open huis met Roderick, de medewerker van Antiek-Verkoop B.V.,
het huis door en geeft daarbij aan dat alles wat er staat verkocht mag worden, behalve de groene
chaise longue waar hij zulke fijne jeugdherinneringen aan heeft. De chaise longue blijft wel in de
grote zitkamer staan, aangezien hij zo mooi kleurt bij de rest van de meubels. De prijsbepaling
van de stukken in het huis laat Pieter-Bas verder over aan Roderick. In de tuin van het landhuis
wordt tijdelijk een reclamebord geplaatst met de datum van het open huis en de naam en het logo
van Antiek-Verkoop B.V. Antiek-Verkoop B.V. ontvangt 20% van de totale verkoopprijs
van het antiek.
Het open huis trekt veel belangstellenden en de verkoop loopt dan ook als een trein.
Aan het einde van de middag komt Alexander binnen en wordt meteen gegrepen door de mooie
chaise longue: naar zo’n bankje is hij al jaren op zoek. Alexander spreekt Roderick enthousiast
aan en vraagt hoeveel er voor dit stuk wordt gevraagd. Roderick is inmiddels al een aantal uren
hard aan het werk en vergeet op dat moment de afspraak met Pieter-Bas volledig. Hij
gaat op zijn inventarislijst op zoek naar de vastgestelde prijs voor de chaise longue, maar
vindt deze niet.
Roderick gaat ervan uit dat hij dat door de drukte wel vergeten zal zijn op te schrijven en taxeert
het bankje ter plekke op € 3.500,- . Alexander vindt dit een schappelijke prijs en de koop is dan
ook snel gesloten. Ze spreken af dat Alexander de chaise longue een week later komt ophalen.
Pieter-Bas, die niet van deze verkoop op de hoogte is, komt op de avond na het open huis in zijn
stamkroeg Hendrik-Jan tegen, een oud jaargenoot en goede vriend. Hendrik-Jan hoort van het
overlijden van Pieter-Bas’ oudtante, van het open huis en de beslissing om de chaise longue niet
te verkopen. Hendrik-Jan zegt tegen Pieter-Bas, dat als hij ooit toch van het bankje af wil, hij
deze zeker van hem zou willen overnemen. Pieter-Bas besluit diezelfde avond in de kroeg nog
dat Hendrik-Jan het bankje wel mag kopen: ze zijn immers goede vrienden en zo blijft het toch
,nog een beetje ‘in de familie’. Onder het genot van een glas bubbels worden ze het eens over de
prijs (€ 2.000,-) en spreken af dat Hendrik-Jan de chaise longue aankomende zaterdag zal komen
ophalen.
De volgende ochtend heeft Pieter-Bas een afspraak met Roderick om de verkoop van het antiek
te bespreken. Hij krijgt een lijst waarop alle verkochte stukken, de prijs en de namen en adressen
van de kopers staan. Tot zijn verbazing blijkt dan dat de chaise longue voor € 3.500,- is verkocht
aan Alexander. Roderick put zich uit in verontschuldigingen en zegt dat hij gaat proberen de fout
te herstellen.
1. Kan Alexander zich met succes op het standpunt stellen dat er tussen hem en Pieter-Bas
een geldige koopovereenkomst tot stand is gekomen?
3:60 jo 3:66
Er moet zijn gehandeld in naam van een ander art. 3:61 lid 2
Feitelijk en gerechtvaardigd vertrouwen
Er moet sprake zijn van toedoen
Bescherming gaat slechts op, als gerechtvaardigd vertrouwen valt terug te voeren op gedraging
Pieter Bas……??
Er valt Pieter Bas te verwijten….
Geldige ovk pb en a
(Onbevoegde vertegenwoordiging van Roderick (tussenpersoon), hij handelde in naam van
Pieter-Bas. Alexander heeft feitelijk vertrouwd op de volmacht verlening: Roderick leidt het
open huis. Alexander heeft gerechtvaardigd vertrouwd)
Er is dus geldige ovk tot stand gekomen tussen Alexander en Pieter-Bas
er is hier sprake van volmacht, art 3;60 jo 3;66 lid 1 BW. de tussenpersoon heeft niet
binnen zijn bevoegdheid gehandeld, er is geen geldige ovk tot stand gekomen.
- Onbevoegde vertegenwoordiging
- Echter derdenbescherming art 3;61 lid 2 BW is een vorm van gerechtvaardigd
vertrouwen -> mogelijk kan hij zich hier op beroepen: verklaring of gedragingen zijn:
er staat een bord in de tuin en Roderick liep er de hele dag rond, Alexander kan zich
dan beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen en dan is er wel een ovk tot stand
gekomen.
3;61 lid 2; jo 3; 11
1. In naam van een andere verricht
2. Op grond van Verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen ( feitelijk
vertrouwen op volmacht )
3. Gerechtvaardigd vertrouwen ( 3;11 bw )
, 4. Toerekening gedragen aan achterman
Conclusie: er is via 3;61 lid 2 toch een OVK tot stand gekomen.
2. Stel dat er geen geldige koopovereenkomst tot stand is gekomen met Alexander.
Wanneer Pieter-Bas de ochtend na het open huis van Roderick te horen krijgt dat de
opbrengst van de verkoop toch enigszins tegenvalt, heeft hij eigenlijk weinig moeite met het
feit dat ook de chaise longue is verkocht. Die € 1.500, - extra kan hij zeer goed gebruiken en
de koop met Alexander moet zijns inziens dan ook maar gewoon doorgaan. Kan dit?
Pieter-Bas kan alsnog bekrachtigen ogv art. 3:69 lid 1. Dit heeft terugwerkende kracht
Pieter Bas bekrachtigd, of Alexander kan beroepen op derde bescherming
Ja, PB kan achteraf de koop bekrachtigen ectunct ( tergug werkende kracht) art 3;69
BW waardoor er toch een ovk tot stand is gekomen.
Echter: lid 5 rechten voor bekrachtiging aan derden verleend blijven gehandhaafd.
Bankje is dan dus van HJ, als PB toch aan Alexander geeft dan kan HJ schadevergoeding
eisen tegen de hoogste prijs van het bankje ex 6;74 BW.
Conclusie: bekrachtiging ex 3;69 BW
3. Stel dat met Alexander geen geldige koopovereenkomst tot stand is gekomen, maar dat
hij, onwetend hiervan, op het afgesproken tijdstip bij het landhuis arriveert om de chaise
longue op te halen. Het bankje blijkt niet meer aanwezig te zijn. Pieter-Bas heeft het een
dag tevoren geleverd aan Hendrik-Jan. Alexander is zeer teleurgesteld, maar legt zich neer
bij het gegeven dat hij de chaise longue niet zal verkrijgen. Alexander had het
antieke bankje wel al doorverkocht aan een verzamelaar voor een bedrag van €
4.000,-. Kan hij deze schade verhalen op Roderick?
Art. 3:70???
3;70 BW; Roderick staat in de volmacht, tenzij wederpartij weet dat volmacht ontbreekt
of de inhoud van de volmacht aan de wederpartij ( Alexander) heeft medegedeeld. Dit is
hier niet het geval. Roderick staat nu in de volmacht en moet een schadevergoeding
betalen.