Constitutioneel recht
Hoorcollege week 1:
Constitutioneel recht; fundamentele rechtsregels m.b.t. instellingen van openbare
machtsuitoefening over burgers. Het gaat dus over regels die de openbare instellingen als
zodanig en zowel jegens burgers als in hun onderlinge verhoudingen
Staatsrecht; fundamentele rechtsregels m.b.t. instellingen van openbare machtsuitoefening
over burgers in de staat
Bij de term ‘staatsrecht’ gaat het dan om de rechtsregels, geschreven of ongeschreven, die
de samenstelling en de functionering van de organen van de staat, hun bevoegdheden
jegens burgers en in hun onderlinge verhouding regelen.
Het omvat de fundamentele normen over de verhouding van de burgers tot de overheid.
staatsrecht is het constitutionele recht in de staat à dit opent de ogen voor de rol van
enerzijds de sub-statelijke structuren en actoren, en anderzijds internationale structuren en
actoren. Dat zullen we straks ook zien bij de lijst bronnen van staatsrecht/constitutioneel
recht als zojuist omschreven.
Verschil constitutioneel recht en staatrechts; constitutioneel is breder, maar hangen zeer
ruim samen. De staat is ruimer geworden door globalisering, internationalisering en
europeanisering.
Constitutie betekenissen:
- Gestel
- Toestand
- De fundamenten waarop iemand of een instelling/organisatie is gevestigd
- Fundamentele structuur
Staat;
- Uitoefening gezag ( bij wie ligt ultiem gezag, of dient dit te liggen?)
- Over burgers
- Binnen bepaald territorium
,Toen historische gesproken de hele wereld opgedeeld raakte in staten, zag de wereld van
staten er schematisch gezien zo uit.
Hoe zag de wereld van staten
Interne en externe soevereiniteit en hun samenhang
Meerdere staten die sterk interacteren: ze hebben veel onderlinge contacten.
Klassiek was dit tussen staten. Dit is het oude plaatje.
Het internationaal publiekrecht – of volkenrecht – was de coördinatie tussen staten, zoals
die vertegenwoordigd worden door hun regering.
Internationaal recht was interstatelijk recht – recht tussen staten.
Dit is een betere weergave van de huidige situatie.
Globalisering:
Problemen van vandaag storen zich niet aan landsgrenzen, denken we aan lucht- en
waterverontreiniging. De vervuiling van de Rijn wordt voornamelijk buiten Nederland
veroorzaakt. De Noordzee idem dito. De klimaatverandering, die u en uw kinderen zullen
treffen, zijn een werkelijk globaal probleem, dat niet een staat alleen kan oplossen.
Daarnaast zijn technologische ontwikkelingen, worden grenzen steeds poreuzer, en minder
belangrijk (internet!). Daarmee ook de staat, die de facto niet meer exclusieve zeggenschap
lijkt te hebben over de burgers binnen het territorium van de staat.
Wat betekent deze nieuwe situatie voor het recht?
, - Nationaal recht bestaat zeker en is vooralsnog het belangrijkste, maar het staat onder
sterke internationale en transnationale invloed
- Nationaal recht moeten we bestuderen in internationale, regionale en transnationale
context (internationaal publiekrecht, verdragsrecht, Europees recht, en rechtsvergelijking is
onmisbaar geworden om te kunnen begrijpen wat er aan de hand is en om te kunnen
bedenken hoe juridische problemen kunnen worden opgelost)
- Allerlei Constitutioneel rechtelijke vragen rijzen in die nieuwe globaliserende werkelijkheid:
wat zijn de grondrechten van burgers die in acht moeten worden genomen? Is het alleen de
staat die dat moet doen? Of ook individuen in hun onderlinge verhoudingen? Moeten ook
multinationaal opererende bedrijven dat doen?
Hoe zit dat met “wie bepaalt”: iedere mondige burger, of wie betaalt, dus wie geld heeft?
Hoe zit het met de inspraak van degene die geraakt worden door besluiten?
Wat moet op internationaal niveau, wat op regionaal (bijv. Europees) niveau geregeld, wat
op niveau van de nationale staten, wat op nog lager niveau? (centralisatie/decentralisatie)?
Welke rechter heeft te waken over bevoegdheden? Welke over de rechten van de burger?
Welke maatstaf moet dan worden gebruikt: de nationale, regionale, universele?
Monarchie; macht door een
Democratie; bestuur door het volk (rechtstreekste democratie ) regering namens. Het volk ;
meerderheidsbesluitvorming: het volk dat is de meerderheid van het volk; de meerderheid
van het volk, dat is het volk. Verantwoording. In een democratie moet op enigerlei wijze
sprake zijn van invloed van de burgers op de overheid.
Soevereiniteit:
- Dat in de internationale context staten soevereine staten zijn en zij elkaars
soevereiniteit moeten eerbiedigen
- Soms wordt bedoeld de kwestie welke instantie binnen de staat het hoogste gezag
uitoefent
- Soms wordt met soevereiniteit bedoeld hoe in politiek-filosofische zin de staat
legitiem gezag kan uitoefenen.
Voor het ogenblik omschrijf ik soevereiniteit als “gezagsuitoefening met voorrang boven
andere organisaties (die gezag uitoefenen of kunnen uitoefenen)”.
Dan zitten we dicht bij een historische omschrijving van soevereiniteit als ‘hoogste gezag’.
Soevereiniteit heeft een ‘intern’ aspect en een ‘extern aspect’: met het interne aspect wordt
het hoogste gezag binnen de staat.
Over het ‘interne aspect’ gaat de volgende vraag.
Homogeniteit: de gemeenschap waarover gezag wordt uitgeoefend , heeft een
gemeenschappelijke cultuur en is een rechtsgemeenschap.
Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit 4 landen, Nederland , Curaçao , Aruba & Sint
Maarten.