Psychologie
Hoorcollege 1.
Coördinator:
Dr. Karen Mortier
Faculteit Gedrags-en Bewegingswetenschappen
Sectie: Sociale Psychologie
E-mail: k.mortier@vu.nl
Les materiaal:
Gray, P. O., & Bjorklund, D. F. (2018). Psychology (8th ed.). New
York: Worth.
Gezondheidsproblemen:
- Eenzaamheid/depressie
- Dementie (doodsoorzaak nr. 1. → 1/3 vrouwen heeft dementie) → cognitieve functies
verdwijnen. → Dood door alle aftakelingsfactoren.
Wat is psychologie? -> wetenschappelijke studie van de geest (mentale processen) en gedrag van de
mens.
Doel: algemene uitspraken formuleren over psychische processen.
Belangrijk: objectief en controleerbaar bewijs!
Ideeën of theorieën testen
Beschrijvend onderzoek: je observeert -> bekijkt natuurlijk gedrag. Hoe gedraagt de mens zich zonder
dat je er iets aan manipuleert/verandert. Turven hoe vaak iets voorkomt.
Experimenteel onderzoek: je gaat een bepaalde factor beïnvloeden -> oorzaak en gevolg
onderscheiden.
Wilhelm Max Wundt was een Duits filosoof, fysioloog, psycholoog en psychiater. Wordt samen met
Gustav Theodor Fechner beschouwd als de grondleggers van de experimentele psychologie.
Self-report:
- Vragenlijsten
- Interviews
- Introspectie (wat gaat er om in mijn geest, wat denk ik?), heel subjectief.
Observationele methodes: (als je dit op dag 1 vraagt, op dag 2 soort gelijk antwoord)
- Natuurlijke observaties
- Psychologische testen
Perspectieven – hoe interpreteren we wat we gevonden hebben.
- Evolutionair, gedrag mensen om zich voort te planten
Verklaart sociaal gedrag vanuit fysieke en psychologische kenmerken die over de eeuwen zijn
aangepast om de kansen op overleven en voortplanting te vergroten.
Natuurlijke selectie: het proces waarin belangrijke eigenschappen
die helpen bij overleving doorgegeven worden aan nageslacht. (Darwin 1809-1882):
overproductie, variatie, erfelijkheid, selectie adh omgevingsfit.
http://topdocumentaryfilms.com/charles-darwin-tree-life
, Wilde guppy’s (John Endler)
Verklaart waarom bepaalde gedragingen/gedachtes/gevoelen ‘ingebouwd’ zijn in de mens.
- Socio-Cultureel, omgeving waar je in opgegroeid bent
Theoretisch perspectief dat zoekt naar oorzaken van sociaal gedrag in de invloed van grotere
sociale groepen. (Sociale normen; Regels voor ‘correct’ gedrag en cultuur; de gewoontes,
overtuigingen en taal die gedeeld worden door mensen in bepaalde locatie/tijd)
Verklaart verschil tussen culturen.
- Sociaal leren, ons functioneren aan de hand van wat we eerder hebben geleerd
Gedrag van de mens verklaard door ervaringen jeugd
Bewust: beloond of gestraft. Of onbewust: klassiek conditioneren of imitatie.
Conditionering: een leerproces dat nieuwe reflexen vormt
1. Klassiek, leerproces dat nieuwe reflexen vormt (pavlov)
Reflex: eenvoudige, relatief automatische, S-R combinatie gemedieerd door het zenuwstelsel
Stimulus (S): gebeurtenis in de omgeving
Response (R): gedrag resulterend door de stimulus
Procedure klassiek conditioneren: (Ivan Pavlov bel met eten bel conditioneren) van
neutrale stimulus naar geconditioneerde respons. John B Watson ook gedaan:
geconditioneerde angst. → Generalisatie.
Termen:
Unconditioned stimulus (UCS), ongeconditioneerde stimulus
Unconditioned response (UCR), ongeconditioneerde reactie
Conditioned stimulus (CS), geconditioneerde stimulus
Conditioned response (CR), geconditioneerde reactive
Behaviorisme - Geconditioneerde angst (Fear conditioning) – John B. Watson, Generalisatie
• Liking: “leuk vinden”
− Evaluatief conditioneren: veranderingen in de mate men een stimulus leuk vindt als gevolg
van koppeling met positieve of negatievestimulus bv. reclame
• Geconditioneerde honger
− Appetizer effect
, • Geconditioneerde seksuele
− arousal
2. Operant, Vorm van leren waarbij gedrag wordt aangeleerd op basis van de gevolgen die
dat gedrag heeft. Zorgt voor leren over oorzaak en gevolg.
Bekrachtiging en straf: positief - iets toevoegen, negatief – iets weghalen.
• Thorndike’s puzzle box: kat moet uit hokje (puzzle oplossen) om zo bij zijn voedsel komen.
→ op knop drukken zodat luikje open gaat.
B.F. SKINNER (1938) – Behaviorist (kijkt niet naar de mentale processen: niet objectief
meetbaar, kijken naar gedrag)
Operante conditionering zonder bewustzijn
• Skinner: “ De meeste van onze acties zijn operanteresponses die gebeuren vanwege
bekrachtigingen in het verleden”
• Bekrachtiging kan met of zonder bewustzijn
- Sociaal cognitief, perceptie van de buitenwereld, wat gaat er in ons om
Het theoretische perspectief wat zich richt op mentale processen – aandacht, interpreteren
en het onderhouden van sociale ervaringen
Hoorcollege 2.
Zintuigen:
- Reukzin
- Smaakzin
- Tastzin
- Gehoor
- Gezichtsvermogen
- Evenwichtszin
Algemene proces:
• Sensatie, een bepaalde stimulus die een bepaalde receptor activeert.
• Fysieke stimulus → Fysiologische response → sensorische ervaring (Chemische activiteit omgezet,
subjectieve gewaarwording van stimulus)
Fysieke stimulus: valt onder sensatie door naar fysiologische response: omzetting chemische en
elektrische signalen naar sensorische ervaring: perceptie
• Perceptie is de organisatie van sensatie tot betekenisvolle ervaring → betekenis aangeven wat de
gewaarwording is.
Sensorisch systeem
• Sensorische receptoren
Gespecialiseerde structuren die reageren op fysieke stimuli door elektrische veranderingen te
produceren (transductie) die neurale impulsen kan initiëren in sensorische neuronen. Stimulus komt
binnen op een sensorische receptor. → Receptor nodig op stimuli te kunnen ontvangen → omzetten
in elektrische signalen doorgegeven naar sensorische neuronen.
• Sensorische neuronen
Gespecialiseerde neuronen die info overbrengen van sensorische receptoren naar het centrale
zenuwstelsel. Gespecialiseerd voor specifieke stimuli.
, Zijaanzicht van de hersenen.
Frontale kwab - planning, probleem oplossingsvermogen
Primary olfactory area: geur komt binnen
Klap op achterhoofd: sterretjes: is bij occipital lobe: visuele perceptie
Sensorische systemen behouden info over stimulus kwaliteit en kwantiteit.
Sensorisch coderen
Proces waarbij de info over S-kwaliteit en kwantiteit behouden wordt in het patroon van
actiepotentialen (verzonden door de specifieke sensorische neuronen naar het centraal
zenuwstelsel)
− Codering van S-kwantiteit: sterkere stimuli produceren grotere receptor potentialen, deze zorgen
op hun beurt voor vluggere actiepotentialen in de sensorische neuronen (snelheid)
− Codering van S-kwaliteit: activatie van verschillende receptoren (welke neuronen)
Sterke smaak: grotere actiepotentiaal per sec (neural impulses per second) meer
actiepotentialen per seconde: hogere intensiteit van de stimulus
Neuronen zijn gespecialiseerd voor de codering van smaak.
Codering van prikkels verschillen in sterkte + verspreiding over verschillende neuronen heen.
Sensorische adaptatie