Nederlands Proefwerk H1 & H2
Woordenschat , Spelling & Formuleren
H1 & H2 Woordenschat
Stijlfiguren: ( retorische middelen )
- Repetitio = Herhaling
Plus geeft meer, veel meer
- Enumeratio = Opsomming
Merel houdt van aardbeien, kersen , frambozen en bessen, kortom:
van fruit.
- Opsomming in drieën = Een opsomming van drie woorden, zinsdelen of
zinnen ; vaak staat tussen het 2de en het 3de woord het voegwoord - en
Ze verlangden naar vrede, vrijheid en geluk.
- Drieslag = Een vaste combinatie van een opsomming in drieën.
Ik kwam, zag en overwon.
Met bloed, zweet en tranen.
- Climax = Een steeds sterker wordende reeks.
Jij bent de liefste van het land, van Europa, van de wereld.
- Omgekeerde climax = Een steeds zwakker wordende reeks.
In de dagbladen liepen de meningen over de film uiteen van subliem,
geweldig, wel aardig tot matig, stomvervelend.
- Hyperbool = Overdrijven
Je zegt: Ik heb geen oog dicht gedaan.
Je bedoelt : Ik heb niet goed geslapen.
- Understatement = Iets afzwakken, je zegt dat iets minder mooi, groot of
belangrijk is dan in de echte wereld.
Je zegt: Cristiano Ronaldo kan een aardig balletje trappen.
Je bedoeld: Hij is een supervoetballer.
- Litotes = Je ontkent het tegenovergestelde
Je zegt: Ze is bepaald niet dom.
Je bedoeld: Ze is slim.
- Eufemisme = Een pijnlijke situatie verzachten
Je zegt: Grootvader heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.
Je bedoeld: Hij is overleden.