Aardrijkskunde hoofdstuk 3, Klimaat en landschapszones
3.1
De atmosfeer is het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst
omringen. De atmosfeer is opgebouwd uit vier lagen:
- De onderste laag is de troposfeer. In de troposfeer speelt het weer zich af. Doordat de atmosfeer
vanaf het aardoppervlak wordt opgewarmd, neemt de temperatuur naarmate de hoogte af. Dus hoe
hoger in de troposfeer, hoe kouder het is.
- Boven de troposfeer ligt de stratosfeer. In deze stratosfeer bevindt zich de ozonlaag. Deze laag zorgt
voor het opvangen van de voor de mens schadelijke uv-straling. Bij dit proces komt warmte vrij
waardoor de temperatuur in de stratosfeer toeneemt met de hoogte.
- De derde laag heet de mesosfeer. Meteorieten die op aarde afkomen beginnen in deze laag te
verbranden en vallen uiteen.
- Ten slotte is er nog de thermosfeer.
Hoe dichter bij het aardoppervlak, hoe hoger de druk (in hPa).
Op aarde bestaat er een evenwicht tussen de hoeveelheid straling die de aarde bereikt en de aarde verlaat.
Dit heet de stralingsbalans of
energiebalans. Niet alle energie
(kortgolvige zonnestraling) van de zon
bereikt het aardoppervlak. Dit komt door
onder andere wolken in de troposfeer. De
kortgolvige straling die het aardoppervlak
bereikt, wordt omgezet in langgolvige
straling. Doordat de aarde wordt
opgewarmd door langgolvige straling,
warmt de aarde dus vanaf het oppervlak op.
De mate waarin het oppervlak het zonlicht
weerkaatst noem je albedo. Zo reflecteren
licht/wit meer zonnestralen dan
donker/zwart.
Klimaat: de gemiddelde toestand van het
weer over een lange periode (30 jaar) en voor een groot gebied.
Weer: toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en bepaalde plaats. Er zijn 5 temperatuurfactoren:
- Breedteligging: hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
- Hoogteligging boven zeeniveau: hoe hoger boven de zee, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
- Aardoppervlak: water opwarmen en afkoelen duurt langer dan land.
- Wind: aflandige (winter met lage temperatuur, zomer met hoge) en aanlandige (koele zomer, warme
winter)
- Zeestromen: vervoeren warm of koud zeewater.
Neerslag ontstaat wanneer lucht opstijgt. Opstijgende lucht bevat waterdamp dat afkoelt. Waterdamp zal
druppels gaan vormen die te zien zijn als wolken. Wanneer de druppels groot genoeg zijn om door de
zwaartekracht naar beneden te vallen, gaat het regenen. Er zijn 3 neerslag factoren:
- Hoge- en lage- drukgebieden: bij de evenaar heerst een lagedrukgebied, hier stijgt dus de warme lucht
op en er ontstaat stijgingsregen. Wanneer koude en warme luchtstromen elkaar ontmoeten, ontstaat
er frontale regen.
- Gebergte: een gebergte kan vochtige lucht tegenhouden waardoor het opstijgt, hierdoor valt meer
regen → stuwingsregen.
- Ligging t.o.v. de zee: dicht bij de zee = meer neerslag.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmensade. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.