WEEK 1
Casus I
Bert en Geert kennen elkaar van de rechtenstudie in Utrecht en werken allebei al een aantal
jaren in de praktijk als advocaat. Tijdens een reünie van hun studievereniging in Utrecht raken
Bert en Geert aan de praat en ontstaat het idee om samen een advocatenpraktijk te beginnen.
De praktijk zou gevoerd kunnen worden vanuit de woning van Bert onder de naam Bert en
Geert advocaten. Een paar maanden later bezoeken Bert en Geert de notaris om een contract
te tekenen waarin de voorwaarden voor hun samenwerking zijn vastgelegd. In het contract is
onder andere bepaald dat:
Bert zijn huis inbrengt, Geert een geldbedrag zal inbrengen en dat de winsten gelijk verdeeld
zullen worden. Bert en Geert verlenen elkaar tevens over en weer een volmacht om namens
het samenwerkingsverband rechtshandelingen te verrichten. Het samenwerkingsverband
wordt ingeschreven in het handelsregister met de gemaakte afspraken inzake
vertegenwoordiging.
Vraag 1
Hoe zou het samenwerkingsverband van Bert en Geert gekwalificeerd moeten worden? Welke
elementen spelen bij die kwalificatie een rol? Is het vereist dat Bert en Geert de afspraken
over hun samenwerking schriftelijk dan wel notarieel vastleggen?
Het gaat om 2 personen die samen een advocatenpraktijk beginnen. Er is dus sprake van een
beroepsuitoefening en niet bedrijfsvoering.
- Maatschap = beroepsuitoefening
- VOF = bedrijfsuitoefening
Is er sprake van een openbare maatschap?
Art. 7A:1655 BW stelt: “Maatschap is eene overeenkomst, waarbij twee of meerdere
personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit
ontstaande voordeel met elkander te deelen.”
HR Dierenartsenpraktijk -> het gaat bij een maatschap om samenwerken met
gelijkwaardigheid, dus ook gezamenlijk risico lopen.
Belangrijk!
Maatschap: 3 vereisten (ipv 7):
Art. 7A:1655 BW + HR Dierenartsenpraktijk -> vereisten:
1) Overeenkomst tot samenwerking (gelijkheid + gelijkwaardigheid): ja
2) Inbreng, art. 7A:1662 BW: ja
3) Oogmerk voordeel + gelijk verdelen: ja
Aan de vereisten is voldaan, dus is er sprake van een maatschap ex art. 7A:1655 BW.
Als het uit feiten en omstandigheden blijkt, kan je je als maatschap kwalificeren. Hoeft dus
niet per se op papier te staan -> inschrijving dus niet nodig
(Vereisten VOF kan je doornummeren)
VOF -> art. 16 WvK (bijzondere vorm van maatschap)
4) Bedrijf: nee
5) Gemeenschappelijke naam: ja
, Ze oefenen een beroep uit, geen bedrijf, dus geen VOF. Omdat ze wel een gezamenlijke naam
hebben is er sprake van een openbare maatschap.
VOF -> artikelen boek 7A van toepassing
(Voor deze week nog n.v.t.)
CV -> art. 19 WvK
6) Geldschieters
Vereisten maatschap (HR Dierenartsenpraktijk):
1. Overeenkomst (wilsovereenstemming)
Ze tekenen een contract bij de notaris, dus schriftelijk
2. Tot samenwerking (affectio societatis – gelijkwaardig)
Bert en Geert willen samenwerken, companions worden dus ze zijn gelijkwaardig
3. Gemeenschappelijke rekening (risico lopen)
Ze verdelen de winst evenredig, dus werken ze voor gemeenschappelijke rekening
4. Twee of meer personen (vennoten)
Bert en Geert zijn twee personen
5. Vermogensrechtelijk voordeel
Hun doel is de winst die ze behalen gelijk verdelen
6. Inbreng van vennoten
Geert brengt een geldbedrag in en Bert zijn huis in (art. 7A:1662 lid 1 BW)
7. Ten slotte beroep of bedrijf
Advocaten oefenen een beroep uit
Daarna de VOF?
Uit art. 16 WvK volgt: “De vennootschap onder eene firma is de maatschap, tot de
uitoefening van een bedrijf onder eenen gemeenschappelijken naam aangegaan.”
Aantal vereisten:
1. Maatschap: ja
2. Bedrijfsuitoefening: nee, want in de casus Is het samenwerkingsverband tussen cliënten en
advocaten erg persoonlijk. Bedrijf gaat om winst en beroep is kwaliteiten van een persoon.
3. Gemeenschappelijke naam: ja, Bert en Geert advocaten
Conclusie: er is geen sprake van een VOF.
Inschrijving
Voor het ontstaan van een maatschap gelden geen vormvereisten. Wanneer er aan de vereisten
hierboven is voldaan is de maatschap ontstaan. Echter bepalen art. 5 Hrw jo. 2 Hrb dat je je
wel als maatschap in moet schrijven in het handelsregister. Mogelijke sancties kunnen volgen
wanneer hier niet aan wordt voldaan. Afspraken vastleggen is ook niet verplicht.
Vraag 2a
Stel dat Bert namens Bert en Geert advocaten voor € 1.500 kantoorbenodigdheden heeft
besteld bij leverancier X. Wie kan/kunnen door X worden aangesproken tot betaling?
Namens = vertegenwoordiging
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isaroede. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.