Deze samenvatting bevat alle leerdoelen die gesteld worden bij het vak Inleiding Constitutioneel Recht. De verschillende regeringsstelsels, democratische rechtsstaat, dualisme en monisme, attributie en delegatie, decentralisatie en deconcentratie. Alles staat uitgelegd met behulp van belangrijke be...
Inleiding Constitutioneel Recht – eigen samenvatting
Ontwikkeling staatsrecht en democratie
1. Theocratische staatsopvatting: Gezag aan één persoon (vorst) en was toegerekend door god.
Normen & waarden gebaseerd op religie. Augustinus
2. Feodale staat: Vorst leende grond aan zijn trouwe onderdanen. Vloeien voort uit
natuurrecht. Thomas van Aquino.
3. Absolute staat: Absolute vorm van staatsgezag. Het belang van soevereiniteit stond centraal.
Lodewijk XIV, de zonnekoning.
4. Klassiek liberale rechtsstaat: Machtsevenwicht en vrijheden van burgers. Een staat waarvan
de bevolking profiteert. Individuele vrijheid. Montesquieu en Rousseau
- legaliteitsbeginsel (HR fluoridering)
- grondrechten
- machtenscheiding
- rechterlijke controle
5. Democratische rechtsstaat: Streeft naar gelijkheid. Burgers hebben invloed op kiezen
volksvertegenwoordigers. (Nederland)
- actief en passief kiesrecht (art. 4 GW en art. 3 EVRM)
- politieke grondrechten burger toelaten om deel te nemen aan de politiek
- pluriforme media informatie voor burgers
- openbaarheid van bestuur actieve en passieve openbaarheidsplicht
Directe democratie (referendum)
Indirecte democratie (verkiezingen volksvertegenwoordigers)
6. Sociale rechtsstaat: Hanteren van beschermende, stimulerende en herverdelende
maatregelen. Kwetsbare groepen beschermen.
Beginselen van de rechtsstaat:
- Legaliteitsbeginsel
- Machtenscheiding
- Grondrechten
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter
Legaliteitsbeginsel:
Al het overheidsoptreden dat inbreuk maakt op de vrijheid van burger moet berusten op een
wettelijke grondslag (wet in formele zin/GW) en binnen de grenzen van het recht vallen.
Machtenscheiding:
Horizontaal = scheiding van uitvoerende (regering en koning), wetgevende (regering en Staten-
Generaal) en rechterlijke macht (rechters).
Verticaal = macht wordt verdeeld op verschillende niveaus. Niet alleen bij centrale overheid, maar
ook bij decentrale overheid (provincies en gemeenten).
, Er is geen zuivere machtenscheiding… maar machtsevenwicht
- Wetgevende macht niet strikt gescheiden; in handen van regering (uitvoerende) en Staten-
Generaal (art. 81 GW).
- Uitvoerende macht heeft zelfstandige bevoegdheid materiële wet- en regelgeving via AMvB
art. 89 GW.
- Rechterlijke macht is onafhankelijk, maar benoemd door regering (art. 117 lid 1 GW)
Checks & balances = de organen houden elkaar in evenwicht en controleren elkaar.
1. Rechterlijke macht controleert de wetgever.
2. Staten-Generaal controleren regering m.b.v. moties. art. 68 GW.
3. Ministeriële verantwoordelijkheid (art. 42 lid 1 GW) vertrouwensregel, als de kamer geen
vertrouwen meer heeft in het kabinet/individuele bewindslieden kan motie van wantrouwen
aangenomen worden en gedwongen worden tot aftreden.
Grondrechten:
Fundamentele, individuele rechten (grondrechten en mensenrechten).
Deze zijn neergelegd in de Grondwet en dit de hoogste wet op nationaal niveau.
Klassiek = overheid moet afblijven van de vrijheid van burgers (art. 4 GW).
Sociaal = overheid moet handelen/optreden (art. 21 GW).
Onafhankelijke en onpartijdige rechter:
Art. 117 GW rechter kan niet ontslagen worden door de politiek, de rechter wordt voor het leven
genoemd.
Toetsingsverbod = de rechter kan niet toetsen of de wet in formele zin al dan niet in lijn is met de
grondwet. (art. 120 GW)
De rechter kan wel toetsen aan Europese verdragen.
Nederlandse procedure grondwetswijziging
Rigide grondwetten zwaardere procedure voorgeschreven dan voor gewone wetgeving.
Flexibele grondwetten eenvoudig(er) te wijzigen.
Grondwetsherziening verloopt volgens hoofdstuk 8 Grondwet ( art. 137 GW):
1. Indiening voorstellen grondwetswijziging (lid 1).
2. Eerste lezing naast recht van amendement ook recht van splitsing door Tweede Kamer (lid
2).
3. Ontbinding Tweede Kamer na 1e lezing aangenomen, Tweede Kamer ontbonden (lid 3 ).
= nieuwe verkiezingen
4. Tweede lezing na verkiezingen behandeld door Staten-Generaal. 2/3 meerderheid van
stemmen nodig (lid 4).
5. Ondertekening ondertekening door koning en minister en/of staatsecretarissen (art. 47
GW).
6. Bekrachtiging na publicatie in Staatsblad kan het worden aangenomen (art. 139 GW).
Kenmerken rechtsstaat:
- Absolute werking van wetgeving.
- Onderwerping van de uitvoerende macht aan die wetgeving.
- Burgers moeten toegang hebben tot een rechter bij wie zij rechtsbescherming tegen
besluiten van de overheid aanwenden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lottevt2004. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.