JUVA
Retorica vs. Logica
- Retorica:
- Kunst van het overtuigen
- Perspectief van spreker
- Waarschijnlijkheid boven waarheid en geldigheid
- Logica:
- Leer van zuiver redeneren
- Perspectief van publiek
- Geldigheid boven waarheid of waarschijnlijkheid
Retorica, de 4 wetten:
- Publieksgerichtheid:
Kenmerken van het publiek en de doelgroep
- Logos, ethos, pathos:
Argumentaties, persoonlijkheid van de spreker, bespelen van de emoties van publiek
- Goede voorbereiding:
Oriënterend onderzoek (inventio), argumentatiestructuur (disposito), overtuigende
verwoording (elocutio), uit het hoofd (memoria) en overtuigende presentatie (actio)
- Gestructureerd betoog:
inleiding (exordium), uiteenzetting van de feiten (narratio), argumentatie van de stellingen
(probatio), weerlegging tegenargumenten (refutatio), pleidooi (peroratio)
Retorica VS Logica
Retorica Logica
Kunst van het overtuigen Kunst van het zuiver redeneren
Perspectief van de spreker Perspectief van het publiek
De waarschijnlijkheid gaat bóven de waarheid De geldigheid gaat bóven de waarheid of
en de geldigheid waarschijnlijkheid
Argumentatie:
- Argumenteren is een communicatieve activiteit die is gericht op het verkrijgen van vrijwillige
instemming (met de conclusie van redenering) van degene tot wie de redenering gericht is
- Een argumentatie bestaat uit een standpunt ondersteunt door een of meer argumenten en
eventueel ondersteunt door subargumenten
Argument bestaat uit:
- Een standpunt
- Ondersteund door een of meer argumenten
- Eventueel ondersteund door een of meer subargumenten
Verschillende argumentatiestructuren:
- Enkelvoudig
- Meervoudig (meerdere argumenten, staan los van elkaar)
- Nevenschikkend (meerdere argumenten, hoort bij elkaar en hangt af van elkaar)
,Redenering:
- Een betoog bestaat uit verschillende redeneringen
- Redenering is een verzameling met beweringen (oordelen/proposities) met:
- 1 conclusie
- 1 of meer premissen (veronderstelling dat iets waar is) die de conclusie ondersteunen
- Doel van redenering is aantonen dat conclusie waar is
- Redeneren is een doelgerichte menselijke handeling
Redenering:
- Een redenering ziet kort samengevat uit als volgt:
- Premisse 1: Als er sneeuw ligt, dan glijden mensen makkelijker uit
- Premisse 2: Als er sneeuw ligt, gebeuren er meer ongelukken op de weg
- Dus conclusie: sneeuw is gevaarlijk
- Een redenering heeft slechts een conclusie en een betoog kan vele conclusies hebben.
Daarom bestaat een betoog uit meerdere redeneringen
Redeneren:
- Doel van redeneren is verdedigen van conclusie
- De redenering moet waarheid of aanvaardbaarheid van conclusie aannemelijk proberen te
maken
- Waarheid: klopt de bewering wel met de werkelijkheid?
- Aanvaardbaarheid: een afgezwakte vorm van de waarheid: we mogen redelijkerwijs
aannemen dat de bewering klopt met werkelijkheid
Waarheid:
- Argumenten kloppen met werkelijkheid
- Eigenschap van argumenten
- Externe kritiek (premissen zijn niet waar, kritiek op waarheid)
- Afgezwakte vorm van waarheid = aanvaardbaarheid
De aanvaardbaarheid = een afgezwakte vorm van de waarheid: we mogen redelijkerwijs aannemen
dat de bewering klopt met werkelijkheid
Kritiek:
- Externe kritiek: er wordt bestreden dat de premissen waar zijn, je bestrijdt overeenkomen met
werkelijkheid
- Interne kritiek: er wordt bestreden dat conclusie niet uit premissen volgt. Men concentreert
zich dan op de interne relatie tussen premissen en conclusie. De kritiek ziet op hetgeen dat je
concludeert; of de premissen nu wel of niet waar zijn doet er niet toe, de conclusie is hoe dan
ook niet uit de premissen af te leiden
- Externe kritiek= kritiek op waarheid, premissen zijn niet waar:
- gras is paars
- vuur is koud
- Interne kritiek= kritiek op geldigheid van redenering, de conclusie kan niet uit premissen
volgen
- premisse 1, als het buiten warm is, is zeewater warmer
- premisse 2, bij warm zeewater, zwemmen er meer mensen
- conclusie= als het zeewater warmer is, verdrinken er meer mensen
, Geldigheid:
- Standpunt volgt uit aangevoerde argumenten
- Eigenschap van de redenering
- Interne kritiek= kritiek op geldigheid van redenering, op de conclusie
- Klopt relatie tussen premissen en conclusie?
- Dan is redenering ook geldig!!
- Volgt conclusie uit premissen?
- Logica ziet op geldigheid
- Onderzoek naar de geldigheid kan op 2 manieren:
- cirkels van Euler
- regels van het syllogisme
Waarheid VS Geldigheid
Waarheid Geldigheid
Het klopt met de werkelijkheid Het volgt uit de aangevoerde argumenten
Zinnen vergelijken met de werkelijkheid, je kijkt Het gaat hierbij om de relatie tussen premissen
of iets klopt met de werkelijkheid en de conclusie, ongeacht of de premissen waar
zijn
Eigenschap van argumenten/proposities Eigenschap van de redenering
Deugdelijke redenering:
- Een redenering is deugdelijk als aan 2 voorwaarden is voldaan:
1. De redenering moet op ware (juiste) aannames of premissen zijn gebaseerd
2. De redenering moet geldig zijn
- Geldigheid + waarheid= deugdelijke redenering
- Een redenering moet geldig en waar zijn deugdelijke redenering
- Premissen zijn waar en redenering is geldig, pas dan is redenering ook deugdelijk
Logische geldigheid:
- De geldigheid vormt het onderwerp van logica, van de logische geldigheid
- OF de premissen inderdaad feitelijk waar zijn, doet er niet toe voor de vraag of redenering
geldig is
- Geldigheid is enkel de genoemde relatie tussen premissen en conclusie
- Als de relatie klopt is redenering geldig, ongeacht of het overeenkomt met werkelijkheid
Indicatoren die volgen of argument zal volgen:
- Want
- Immers
- Aangezien
- Omdat
- Dubbele punt:
Indicatoren die aangeven dat er een conclusie gaat volgen:
- Dus
- Derhalve
- Bijgevolg
- Zodoende
- Dat impliceert dat