Samenvatting Dieetleer
Week 1
• De dio kent de multidisciplinaire richtlijn bij CVRM.
• De dio kent de meest voorkomende interventies op het gebied van CVRM en kan
deze plaatsen in verschillende stepped-care modellen.
• De dio kent de dieetbehandelingsrichtlijnen bij hypertensie en hyperlipidemie en
kan deze toepassen.
Informatieve bronnen
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (2019):
https://www.nhg.org/standaarden/volledig/cardiovasculair-risicomanagement
Deze NHG-Standaard geeft aanbevelingen voor cardiovasculair risicomanagement (CVRM).
Bij wie wordt het risico op hart- en vaatziekten geschat?
De meeste richtlijnen kiezen voor een combinatie van opportunistische screening (bijvoorbeeld bij
personen die de huisarts consulteren) en systematische screening (bijvoorbeeld het oproepen van
mannen of vrouwen van een bepaalde leeftijd). Deze richtlijn houdt dit ook aan. Het precies schatten
van het risico op hart- en vaatziekten bij personen met een laag risico op hart- en vaatziekten is niet
nuttig.
Schat het risico op hart- en vaatziekten bij personen met vermoedelijk een verhoogd risico,
bijvoorbeeld bij:
o een belaste familieanamnese voor premature hart- en vaatziekten, vermoeden van
erfelijke dyslipidemie;
o de aanwezigheid van risicofactoren, zoals roken, obesitas, verhoogde bloeddruk of
cholesterol;
o risicoverhogende comorbiditeit.
Herhaal de schatting van het risico op hart- en vaatziekten, bijvoorbeeld elke vijf jaar of
vaker indien het geschatte risico dicht bij een behandelgrens ligt.
Een schatting van het risico op hart- en vaatziekten kan overwogen worden bij mannen ≥ 40
jaar en postmenopauzale vrouwen of vrouwen ≥ 50 jaar.
Zie af van systematische schatting van het risico op hart- en vaatziekten bij mannen < 40 jaar
en vrouwen < 50 jaar zonder bekende risicofactoren.
,Hoe wordt het cardiovasculair risico geschat en wat zijn de behandelimplicaties?
Het risico op hart- en vaatziekten wordt geschat door het meten van een combinatie van de
belangrijkste risicofactoren voor artherosclerose (het onderliggende lijden bij hart- en vaatziekten).
Het hele concept van interventies om preventie van hart- en vaatziekten te bevorderen is gebaseerd
op het uitgangspunt dat de absolute afname van het risico op hart- en vaatziekten door deze
interventies is gerelateerd aan het uitgangsrisico. In het algemeen geldt: hoe hoger het
uitgangsrisico, hoe groter het effect van interventies.
Het cardiovasculair risicoprofiel is een overzicht van de volgende factoren, die worden vastgesteld
door middel van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek:
anamnese: leeftijd; geslacht; roken (in pakjaren); familieanamnese met hart- en vaatziekten;
voeding; psychosociale risicofactoren; alcoholgebruik (in eenheden/dag); lichamelijke
activiteit;
lichamelijk onderzoek: systolische bloeddruk; body mass index (BMI) (eventueel aangevuld
met middelomtrek);
laboratoriumonderzoek: lipidenspectrum (totaal cholesterol (TC), HDL-C, TC-HDL-ratio, LDL-
C, triglyceriden); glucosegehalte; serumcreatininegehalte met (via de CKD-EPI-formule)
geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR); albumine-creatinineratio in urine.
Zeer hoge plasmaconcentraties LDL-C (> 95ste percentiel in geslacht/leeftijdscategorie) in
combinatie met een familiaire voorgeschiedenis van vroegtijdige hart- en vaatziekten en/of
verhoogd cholesterol, en/of klinische kenmerken (peesxanthomen of arcus lipoides bij een leeftijd
jonger dan veertig jaar) kunnen verder genetische evaluatie naar familiaire hypercholesterolemie
rechtvaardigen
,Risicocategorieën
Voor veel patiënten is een risicocategorie aan te wijzen zonder dat hun risico kwantitatief geschat
hoeft te worden met een risicoscore. Denk aan patiënten met bestaande hart- en vaatziekten,
diabetes mellitus en daarmee gepaard gaande orgaanschade, ernstige chronische nierschade en
extreem verhoogde risicofactoren.
Tabel 1 Risicocategorieën
GFR = glomerulaire filtratiesnelheid; ACR: albumine-creatinineratio (in urine)
Zeer hoog risico Personen die vallen in een van de volgende categorieën:
(leefstijladvies
aangewezen; eerder vastgestelde hart- of vaatziekte, waaronder acuut
coronair syndroom, angina pectoris, coronaire
medicamenteuze
therapie meestal revascularisatie, TIA of beroerte, symptomatische aorta-
iliofemorale atherosclerose, aorta-aneurysma, claudicatio
aangewezen)
intermittens of perifere revascularisatie. Ten aanzien van
beeldvorming geldt alleen een aangetoonde athero-
sclerotische stenose of aangetoonde ischemie als
‘vastgestelde hart- en vaatziekte’;
diabetes mellitus met orgaanschade, zoals proteïnurie, of
met een belangrijke risicofactor, zoals roken of ernstige
hypercholesterolemie (totaal cholesterol > 8 mmol/l) dan
wel ernstig verhoogde bloedruk (≥ 180 mmHg);
ernstige chronische nierschade: eGFR < 29 ml/min/1,73 m 2,
of eGFR 30-44 ml/min/1,73 m2 met ACR 3-30 mg/mmol, of
eGFR 45-59 ml/min/1,73 m2 met ACR > 30 mg/mmol;
een berekende SCORE ≥ 10%.
Hoog risico Personen die vallen in een van de volgende categorieën:
(leefstijladvies
aangewezen, overweeg ernstig verhoogde enkele risicofactor, in het bijzonder totaal
cholesterol > 8 mmol/l of bloeddruk ≥180 mmHg;
medicamenteuze
therapie) de meeste andere personen met diabetes mellitus (met
uitzondering van jongeren met diabetes mellitus type 1 en
zonder klassieke risicofactoren, die een laag of matig risico
kunnen hebben);
matige chronische nierschade: eGFR 30-44 ml/min/1,73
m2 met ACR < 3 mg/mmol, of eGFR 45-59 ml/min/1,73
m2 met ACR 3-30 mg/mmol, of eGFR ≥ 60 ml/min/1,73
m2 met ACR > 30 mg/mmol;
een berekende SCORE ≥ 5% en < 10%.
Laag tot matig verhoogd Een berekende SCORE < 5% voor tien jaar. Veel personen van
risico middelbare leeftijd vallen in deze categorie.
(leefstijladvies
aanbevolen,
, Tabel 1 Risicocategorieën
GFR = glomerulaire filtratiesnelheid; ACR: albumine-creatinineratio (in urine)
medicamenteuze
therapie zelden
aangewezen)
De SCORE-risicotabel
Voor patiënten die vanwege bestaande morbiditeit of risicofactoren niet automatisch in een van de
risicocategorieën kunnen worden ingedeeld, kan het risico kwantitatief geschat worden met een
risicoscoresysteem. Hiervoor wordt, net als in de voorgaande versie van de richtlijn, het SCORE-
systeem aanbevolen (tabel 2). Om het risico op sterfte aan hart- en vaatziekten binnen tien jaar te
schatten zoekt u het vakje dat past bij geslacht, leeftijd, roken, systolische bloeddruk en verhouding
totaal cholesterol/HDL-cholesterol (ratio).