10 TIJDVAKKEN GESCHIEDENIS - EXAMEN 2022
TIJDVAK 1 Jagers en Boeren tot 3.000 voor
Christus
De levenswijze van jager-verzamelaars
● leven in kleine groepen, met een leider
● jagen en verzamelen hele dag door
● eenvoudige kleding, wapens en voertuigen (gemaakt uit de natuur)
● wonen makkelijk, verhuizen vaak (nomaden)
● weinig bezit, weinig ongelijkheid
→ archeologie: wetenschap die opgravingen doet en bestudeert
→ bestuderen moderne jager-verzamelaars
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Neolithische revolutie = landbouwrevolutie.
Vruchtbare halve maan: het gebied tussen de Eufraat en de Tigris dat geschikt was voor
landbouw en waar eerste boeren ontstonden. Planten en dieren worden getemd → hierdoor
overgang landbouwsamenleving. Landbouw en veeteelt gaat in seizoenen. Hierdoor meer vrije
tijd → verklaringen voor levensvragen worden gevonden in de natuur (natuurgodsdienst).
Leven in grotere dorpen, permanente huizen, wonen op een vaste plek.
Hoeveelheid bezittingen breidt zich uit, ontstaan sociale verschillen in bezit en aanzien.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschap
Gunstig klimaat → voedseloverschot → specialisatie
→ voedseloverschot → groei dorpen
Door specialisatie ruilhandel → handel → meer bestuur
Door grote steden → leger opgericht, muur gebouwd, regels nodig, handelsvoorraden moeten
worden vastgesteld → schrift nodig.
Uitvinding schrift = einde prehistorie.
Ontstaan specialisatie, handel en ambacht
Ontstaan vorm van organisatie en bestuur
Steden hebben meer inwoners
Ontstaan sociale verschillen: hiërarchische samenleving
Ontstaan polytheïsme (meerdere goden)
, TIJDVAK 2 Grieken en Romeinen tot
500
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten
Polytheïsme: godsdienst die uitgaat van meerdere goden
Monotheïsme: godsdienst die uitgaat van een God
1750 v Chr. Jodendom, Jahweh, Tenach
30 Christendom, God, Bijbel
63 v Chr. Judea veroverd, joden vervolgd
30 Jezus krijgt volgelingen, joden en christenen vervolgd, want vereren keizer niet
66 Diaspora, joden worden verspreid
Christendom populair bij vrouwen, slaven en armen: iedereen gelijk
Christenen ook vervolgd wegens oorzaak chaos
313 Constantijn: Edict van Milaan: ‘vrijheid’ van godsdienst
391 Theodosius: verbod heidens geloof, staatsgodsdienst
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Veel stadstaten → zelfvoorzienend (autarkisch); zelfstandig, eigen wetten en regels;
gemeenschappelijke cultuur.
Athene heel bekend, had eerst koning, toen aristocratie, daarna tiran, hierna democratie.
Sparta ook heel bekend, had een militaire samenleving, hier discussie over juiste
bestuursvorm.
Athene eerste democratie 507 v Chr. geregeerd door volksvergadering. Volksvergadering
beslist over wetten, kiest/controleert bestuurders.
Burgers: inwoners met alle rechten die daaraan verbonden zijn, burger = politiek actief
Wereld werd verklaard door Griekse goden (mythologisch wereldbeeld)
Filosofen, rationeel-wetenschappelijke manier van denken.
Onderzoeken, vragen stellen en redeneren (wetenschappelijk wereldbeeld)
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
Romeinen bewonderen Griekse architectuur en beeldhouwkunst - perfectie. Romanisering:
overnemen van Grieks-Romeinse cultuur door andere volkeren.
Openheid en tolerantie: Romeinen lieten de oorspronkelijke cultuur bestaan → mengcultuur
Burgerschap: overwonnen volkeren konden burgerschap krijgen.
De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur
zich in Europa verspreidde
753 v Chr. Rome koninkrijk, 509 v Chr. Republiek, 27 keizerrijk, 476 ondergang West-
Romeinse Rijk.
Tijdens Republiek, 509 v Chr., grootste uitbreiding → concurrentiestrijd tussen senatoren om
roem en prestige → strijd om consul te worden, populair door armenzorg te bied en/of