Overig
Uitgewerkte examenmatrijs bestuursrecht (Cijfer 9,2 gehaald)
- Vak
- Bestuursrecht
- Instelling
- Albeda College
Dit zijn examenmatrijzen geïnspireerd door de bijbehorende boeken, samenvattingen en lesstof.
[Meer zien]Voorbeeld 2 van de 13 pagina's
Voorbeeld 2 van de 13 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
Examenmatrijs Bestuursrecht1.1 De kandidaat onderbouwt of een handeling van de overheid valt
onder de bevoegdheden van de wetgevende, uitvoerende of
rechtsprekende macht. 2*
Trias politica = scheiding de machten
- Wetgevende macht (parlement + regering) art. 81 GW
- Uitvoerende macht (regering)
- Rechtsprekende macht (onafhankelijke rechters en het OM)
1.2 De kandidaat beoordeelt of een bestuursorgaan onder de
bestuurslaag rijk, provincie of gemeente valt, dan wel een zelfstandig
bestuursorgaan is. 1
Publiekrechtelijke rechtspersonen (openbaar lichaam) zijn op grond van de wet
ontstaan. Dit zijn:
- Gemeente
De burgemeester
College van B&W
Gemeenteraad
- Provincie
Commissaris van de koning
Gedeputeerde Staten
Provinciale Staten
- Het rijk
Ministers
Regering
- Zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) → bestuursorgaan, dat zelfstandig
een bepaalde bestuurstaak uitvoert en losstaat van de centrale overheid.
Bv. UWV of KvK
1.3 De kandidaat onderbouwt of er in een situatie sprake is van
autonomie of medebewind. 2*
Autonomie → gemeentes en provincies zijn bevoegd hun eigen huishouding te
regelen onafhankelijk van de landelijke overheid, zolang het niet in strijd is met
hogere wetten.
- De grondwet, provinciewet en de gemeentewet. Art 124 lid 1 GW
Medebewind → gemeentes en provincies moeten meewerken aan de uitvoering
van de landelijke overheid. Art 124 lid 2 GW
- Bijzondere wetten
2.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie op grond van welke
wettelijke bepaling een overheidsorgaan mag optreden
(legaliteitsbeginsel). 2*
Legaliteitsbeginsel → bestuursorganen mogen alleen bevoegdheden uitvoeren
als deze terug te vinden zijn in de wet.
Specialiteitsbeginsel → bestuursorganen mogen alleen bevoegdheden
uitvoeren voor het doel van de wet.
2.2 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een
wet in formele zin en/of een wet in materiële zin. 2*
Wet in formele zin → (procesregels) overheidsregels
, Wet in materiële zin → (inhoud) overheidsvoorschriften
2.3 De kandidaat beoordeelt of een beslissing van een bestuursorgaan
een beschikking, een algemeen verbindend voorschrift of een besluit
van algemene strekking is.1
Een publiekrechtelijke rechtshandeling op papier= ‘een besluit’ art. 1:3 lid 1
Awb
Schriftelijke beslissing (digitaal kan ook volgens art. 2:13-2:17 Awb)
Van een bestuursorgaan
Beschikking art. 1:3 Awb
- Een besluit
- Van een bestuursorgaan
- Gericht op een individu of op een concrete zaak
Besluit met algemene strekking (hiertegen kan je NIET in beroep art. 8:3
Awb)
- Algemeen verbindende voorschriften (AVV) → Dit zijn regels die algemeen
geldend zijn, zoals formele wetten.
- Beleidsregels (circulaire, richtlijn) Art. 4:81 Awb → bestuursorganen
maken beleidsregels over het uitvoeringsvragen. Deze regels zijn
openbaar en kunnen door burgers gecontroleerd worden. Houdt een
bestuursorgaan zich niet aan de beleidsregels kan de burger in bezwaar en
beroep. Art. 4:84 Awb (Je kan niet in bezwaar tegen de beleidsregels zelf
art. 8:2 Awb)
- Plannen → als deze rechten en plichten scheppen valt dit er ook onder.
Dit kan bijvoorbeeld een bestemmingsplan zijn.
3.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie op basis van een
algemeen principe welke wettelijke regeling van toepassing is (hoge
regelgeving gaat voor lage regelgeving, bijzonder gaat voor algemeen,
nieuw gaat voor oud). 2*
- Hogere regelgeving gaat voor lagere regelgeving
- Bijzondere wet gaat voor algemene wet
- Nieuwe wet gaat voor oude wet
3.2 De kandidaat onderbouwt voor een wet/rechtsregel of deze behoort
tot het algemene of bijzondere deel van het bestuursrecht. 2*
Algemeen bestuursrecht → geldt voor alle bestuurstaken
- Awb, WOB en Wet Bibob
Bijzonder bestuursrecht → geldt voor specifieke bestuurstaken
- Wmo, vreemdelingenrecht en Milieurecht
3.3 De kandidaat stelt voor een situatie vast of er sprake is van
attributie, delegatie of mandaat. 1
De bevoegdheid van een bevoegdheid ontstaat door:
Attributie (toekennen) Art. 10:22 Awb
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Nissientje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,95. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen