100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Arresten Goederenrecht Week 1 t/m 7 €7,49   In winkelwagen

Arresten

Samenvatting Arresten Goederenrecht Week 1 t/m 7

1 beoordeling
 18 keer bekeken  2 keer verkocht

De belangrijkste regels en informatie uit de arresten samengevat. Alle verplichte arresten van week 1 t/m 7 staan er in. Op het eind nog een extra overzicht voor week 6 (hc 5).

Voorbeeld 3 van de 9  pagina's

  • 19 januari 2023
  • 9
  • 2022/2023
  • Arresten
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (98)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: selliebellie • 11 maanden geleden

avatar-seller
maudjuhhh21
Samenvatting Arresten Goederenrecht Week 1 t/m 7
Hoorcollege 1 (Onderwijsweek 2):
Glencore / Nationale Borg-Maatschappij:

Gaat over Art. 5:14 lid 3  Waardecriterium. Er dient niet spoedig aangenomen te worden dat het
waardeverschil tussen zaken ‘aanmerkelijk’ is.

Verder gaat het arrest over vermenging en het overeenkomstige gebruik van art. 5:14. Bij
vermenging van gelijksoortige zaken is het waarde criterium het enige criterium en kijk je niet naar
de verkeersopvatting.

Verder gaat het arrest over pandrecht bij vermenging. Twee situaties:

- Als een van de zaken als hoofdzaak kan worden aangemerkt, dan vervalt het pandrecht dat
rustte op de zaak die bestanddeel wordt van de hoofdzaak. Pandrecht komt dan te rusten op
de hoofdzaak en haar bestanddelen.
- Als geen van de zaken als hoofdzaak kan worden aangewezen, dan ontstaat er een nieuwe
zaak. Pandrecht vervalt dan en er ontstaat van rechtswege een nieuw pandrecht op een
aandeel in de nieuwe zaak ten behoeve van degene die het pandrecht op de door
vermenging tenietgegane zaak had gevestigd.

Dépex / Bergel:

Gaat over Art. 5:14 lid 3 + Art. 3:4  Geeft twee criteria wanneer een zaak volgens verkeersopvatting
onderdeel van een andere zaak uitmaakt. Criteria:

- Afstemmingscriterium = Zijn de zaken op elkaar afgestemd?
- Onvoltooidheid / incompleetheid criterium = Als je de zaak weg haalt, is de andere zaak dan
onvoltooid / incompleet?

Een gezichtspunt is al voldoende, maar hoe meer hoe beter.

Prorail / Stichting Rijswijk:

Gaat over Art. 5:14 lid 3 jo. Art. 3:4  Geeft derde criterium voor wanneer een zaak volgens
verkeersopvatting onderdeel van een andere zaak uitmaakt. Criterium:

- Bestemmingscriterium / Tijdelijke hulpfunctie = Heeft de zaak een tijdelijke hulpfunctie dan is
het GEEN bestanddeel geworden van de hoofdzaak.

UTB / Glencore:

Gaat over Art. 3:4 lid 2. Gaat dus over het schade-criterium. Je moet echt kijken of er fysieke
gevolgen van betekenis zijn bij de afscheiding.

Kuikenbroederij:

Gaat over Art. 5:16. Of er sprake is van nieuwe roerende zaak hangt af van verkeersomstandigheden.
Er moet hiervoor een nieuwe identiteit zijn en een door mensen doordacht productieproces (Dan pas
ben je nieuwe zaak).

Love Love:

Gaat over Art. 5:16. Of er sprake is van nieuwe roerende zaak hangt af van verkeersomstandigheden.

,Breda / St Antonius:

Gaat over Art. 5:16 lid 3. Geeft aan wanneer er sprake is van ‘vormen’ of ‘doen vormen’.

Of er sprake is van vormen of doen vormen zal afhangen van hetgeen in het licht van de daarop
betrekking hebbende verkeersopvattingen uit de rechtsverhouding tussen partijen voortvloeit. Bij
een industriële fabricage komt het aan op de volgende vragen:

- De vraag wie beslissende invloed had op de wijze van productie en de definitieve vorm van
het product.
- De vraag wie in het kader van die rechtsverhouding het risico droeg ter zake van verliezen
wegens tegenvallende bruikbaarheid, verhandelbaarheid of winstgevendheid van het
product.

Teixeira de Mattos:

Gaat over oneigenlijke vermenging. Revindicatie kan in beginsel, tenzij er bewijsnood is. Dan kan op
grond van het arrest de eigenaar zijn eigendom zijn kwijtgeraakt.

Eigenaar heeft bewijsnood. Hij moet bewijzen welke zaak van hem is, maar dat is vaak onmogelijk.
Revindicatie strand. Je verliest dan je eigendom op grond van oneigenlijke vermenging. (Jo. 3:109 +
2:119 en 5:2).

Portacabin:

Gaat over Art. 5:20 lid 1 sub e. Geeft gezichtspunten voor wanneer iets duurzaam met de grond
verenigd is. Gezichtspunten:

- De aard en inrichting zijn bestemd om daar duurzaam ter plaatse te blijven. Dit beoordeel je
aan de hand van bedoeling van de bouwer.
- Duurzame bestemming moet naar buiten toe kenbaar zijn. Dus kan een derde het begrijpen?


Hoorcollege 2 (Onderwijsweek 3):
Huizing / Ned. Stichting voor andere woonvormen:

Gaat over Art. 5:42: Hinder vanwege de beplanting bij of op de grenslijn in Art. 5:42.  Art. 5:42
geldt ook voor bomen die op de erfgrens staan. Tevens behoren deze toe aan de eigenaars van beide
erven gezamenlijk.

Gaat ook over Art. 3:99: Verjaring. Erfdienstbaarheid valt hier onder voorwaarden ook onder. Hier
beantwoord de HR wat precies wordt bedoeld met bezit van erfdienstbaarheid. R.O. 5.1.3. De
omstandigheid dat mensen daar al lang gebruik van hebben gemaakt is niet voldoende. Je moet
kijken of de erfdienstbaarheid formeel wel is ontstaan en of mensen echt dachten dat ze
erfdienstbaarheid hadden en redelijkerwijs ook mochten denken dat deze toestand zou voortduren.

Van den Mosselaar / Lagero:

Dit gaat over Art. 35 FW en Art. 3:94 lid 1 BW. Gaat over de mededeling van cessie door de curator
na faillissement. Kan hij niet doen. Curator kan niet levering / overdracht na faillissement voltooien

, Eelder woningbouw / Van Kammen:

Gaat over de levering van een registergoed. De notariële akte van levering wordt naar objectieve
maatstaven uitgelegd, in het licht van de gehele akte.

Duijf / Bolt:

Gaat over het ondubbelzinnig bezit van Art. 3:105. Je mag het ook bij 3:99 noemen, maar hoeft niet.
Bezit moet dus ondubbelzinnig zijn, er moet maar een ding gevorderd worden.

Gemeente Heusden:

Gaat over Art. 3:105 bevrijdende verjaring.

Vereist  Bezit moet zo ver gaan dat bezit bij eigenaar verloren is gegaan.

HR zegt dat het gaat om een objectieve derde die daar zou rondlopen kan zien dat dat stukje grond
bij de tuin van die mensen hoort. Moet dus objectief voor derde kenbaar zijn dat er sprake is van
inbezitneming. Dat je dat niet controleert is jou probleem, staat niet in de weg aan een beroep op
art. 3:105, tenzij het een heel moeilijk begaanbaar of toegankelijk perceel betreft. Bezwarend kan
zijn om vaak op bezit te controleren. Hier in Nederland niet vaak het geval (denk aan kloof of dicht
woud).

Tussenconclusie HR  Er is eigendom verkregen door inbezitnemer (dus meneer die stukje bos bij
zijn perceel heeft gedaan doormiddel van hek). Want er is 20 jaar verstreken en het bezit was
ondubbelzinnig. Duidelijk hek eromheen. Duidelijk gebruik als stuk van tuin.

Dit is een probleem waar gemeentes vaak tegenaan lopen.

HR komt met oplossing voor gemeentes  Je bent weliswaar je eigendom verloren na die 20 jaar,
vanwege werking 3:105, maar dat laat onverlet dat degene die ter kwader trouw dat stuk in bezit
heeft genomen. Die heeft dan wel, als je aan alle voorwaarden voldoet, daardoor onrechtmatig
gehandeld. Art. 6:162 daaraan moet je dan voldoen. Als je daaraan voldoet, dan kan jij als voormalig
eigenaar (gemeente Heusden) schadevergoeding vorderen. Art. 6:103. Schadevergoeding wordt
voldaan in geld, maar rechter kan de vordering ook schadevergoeding in andere vorm toekennen. De
rechter kan de bezitter veroordelen bij wijze van schadevergoeding, de wederrechtelijk in bezit
genomen zaak aan de benadeelde in eigendom terug over te dragen.

Dus meneer is eigenaar geworden van stukje bos, maar wordt veroordeeld dit stukje bos terug over
te dragen aan de gemeente.

Als laatste verjaringstermijn Art. 3:306 is 20 jaar. Art. 3:314 geeft aan wanneer deze termijn begint te
lopen. Staat in lid 2. Bij onrechtmatige daad gaat het op ander moment lopen (lid 1). Als je er als
gemeente achter komt, dan gaat de verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 lopen (5 jaar of na 20 jaar).
Je moet er dus binnen 20 jaar na eigendomsverlies achter komen. En als je er dan achter komt dan
moet je binnen 5 jaar de onrechtmatige daadsactie gaan instellen.

Hoorcollege 3 (Onderwijsweek 4):
Modehuis Nolly:

Gaat over volmacht en opdracht geven, art. 3:60/3:66 jo. 7:400/7:414. Degene op wiens naam een
registergoed in de openbare registers staat (geleverd heeft gekregen notariële akte + inschrijving) die

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudjuhhh21. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  2x  verkocht
  • (1)
  Kopen