Tentamen leerpakket 6 Kerntaak 1
Lesweek 1 WG 1
De student kan benoemen wat de essentie is van de beroepsuitoefening van de
verpleegkundige Maatschappij & Gezondheid (M&G).
Motto: niet wat ons scheidt maar wat ons bindt.
Maatschappij & Gezondheid betreft alle verpleegkundige werksettingen buiten de instellingen
(ziekenhuis, instellingen voor psychiatrie etc.). Hieronder vallen onder andere:
- De jeugdverpleegkundige, werkzaam in de jeugdgezondheidszorg
- De verpleegkundige in openbare gezondheidszorg, GGD
- De wijkverpleegkundige
- De casemanager dementie
Daarom wordt M&G soms ook aangeduid als extramurale gezondheidszorg: alle gezondheidszorg
buiten de muren van instellingen.
1. M&G is uitgaan van de leef-, woon- of werksituatie van de cliënt
- Je komt bij iemand thuis, op school, op werk;
- Hierdoor komt de vpk veel verschillende normen en waarden tegen en moet hiermee
professioneel om kunnen gaan
2. M&G is de combinatie van preventie en zorg
- Essentieel is dat het daarbij juist gaat om de verbinding: een individueel probleem kan
vertaald worden naar een collectieve aanpak en andersom.
- Gezonde mensen ondersteunen gezond te blijven
- Waar nodig een bijdrage leveren aan herstel
- Terminaal zieken zo goed mogelijk ondersteunen en verplegen, gericht op de kwaliteit van
leven binnen de eigen omgeving
3. M&G is niet alleen individugericht, maar ook groepsgericht en samenlevingsgericht werken.
- Met name preventieve activiteiten zijn niet alleen individugericht, maar vooral groepsgericht.
- Dit houdt in dat M&G-verpleegkundigen zich inzetten om de volksgezondheid te beschermen
en te verbeteren.
4. M&G is anticiperen op maatschappelijke en politieke ontwikkelingen
- Politieke ontwikkelingen (bv. Transities, bekostiging)
- Demografische ontwikkelingen (vergrijzing, toename chronische zieken)
- Ontwikkelingen wat betreft sociale zekerheid (AOW, WW en bijstand)
- Technologische ontwikkelingen zoals domotica en e-health
- de ontwikkelingen naar een multiculturele samenleving
- de toenemende tweedeling in de samenleving. (armoede, laaggeletterdheid, sociaal-
economische gezondheidsverschillen, sociaal-kwetsbare groepen)
- de toenemende individualisering, het verlies van maatschappelijke solidariteit en van
bindende elementen in samenleving op micro-, meso- en macroniveau.
- De toenemende mondigheid en de behoefte aan autonomie bij (delen van) de bevolking.
5. M&G veronderstelt een brede manier van kijken
- Zoals woonsituatie, financiële situatie, etnische factoren en ondersteunende systemen
(mantelzorg, netwerken)
- De vpk moet de cliënt in een brede context kunnen bekijken (bvb. Model van Lalonde)
6. M&G is niet alleen multidisciplinair maar ook multisectoraal werken
- De vpk moet ook kunnen samenwerken met andere sectoren dan de gezondheidszorg, zoals
bvb een wijkagent, leerkracht of werkgevers. Dit wordt multisectorale of intersectorale
samenwerking genoemd.
7. M&G is het leren hanteren van belangenconflicten en etnische reflectie
,Tentamen leerpakket 6 Kerntaak 1
8. Werken in M&G is zelfstandig en zelfverantwoordelijk werken
De student kan de meest voorkomende organisatievormen van sociale wijkteams benoemen
en weet welke disciplines er veelal deelnemen aan het sociale wijkteam.
- Waarom is het sociale wijkteam belangrijk?
Het sociale wijkteam zorgt ervoor dat burgers passende en samenhangende ondersteuning
in hun gemeente krijgen. Sociale wijkteams bestaan meestal uit verschillende professionals,
de wijkteams zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor burgers. Sociale wijkteams zijn
belangrijk om de zorg goed te verdelen. Niet alle mensen die bij de huisarts komen hebben
daadwerkelijk zorg nodig, meestal speelt er iets anders mee denk bijvoorbeeld aan een
sociaal of psychisch aspect. De kennis en vaardigheid van verschillende disciplines te
bundelen en zo passende zorg te leveren voor een client. Waarbij niet allen het
zorgprobleem wordt aangepakt maar ook het welzijn. Het sociaal wijkteam kan dus een
middel zijn tot een eenvoudiger structuur die tijdig, licht en gericht ingrijpen mogelijk maakt.
Samenwerking met verschillende disciplines kan lijden tot een meer duurzame aanpak van
sociale vraagstukken.
- Wie zijn deelnemers van het sociale wijkteam? (functiebeschrijving)
> Wijkverpleegkundige: Onder wijkverpleegkundige zorg vallen naast de zorgtaken ook
coördinerende en signalerende activiteiten die niet aan één specifieke cliënt te koppelen zijn.
Bijvoorbeeld bij iemand langsgaan die (nog) niet in zorg is (onder andere zorgmijders) naar
aanleiding van een signaal van de gemeente of van een huisarts
> Jeugdverpleegkundigen:
> Sociaal werker: Als sociaal werker organiseer je bijvoorbeeld activiteiten in wijken, buurten
of dorpen voor mensen met een zwakke sociale of financiële positie in de samenleving.
Sociaal werkers staan midden in de samenleving en kom je bij allerlei organisaties tegen
> Huisarts:
> Maatschappelijk werker:
> Psychologe:
> Opbouwwerker:
> WMO consulent:
> Jongerenwerker
- Met wie werkt het wijkteam samen?
Het sociaal wijkteam werkt samen met mantelzorgers, vrijwilligers, huisartsen,
wijkverpleging, scholen, specialistische hulp en allerlei organisaties die iets voor inwoners
betekenen. Buren, kennissen, vrienden, familie of mantelzorgers. Samenwerking met
mensen rondom een gezin is belangrijk. Hulp of ondersteuning is vaak tijdelijk het netwerk
om het gezin heen blijft.
- Wat is het doel van een sociaal wijkteam?
Het sociaal wijkteam ondersteunt bij vragen en problemen op het gebied van zorg en welzijn,
jeugd en gezin, wonen, werken en inkomen. Zoals financiële problemen, langdurige
werkloosheid, opvoedingsvragen en ondersteuning op het gebied van wonen, welzijn en
zorg.
Voorkomen van diverse problemen zoals opvoed problemen, psychische problemen en
stoornissen. Het doel is om hierbij tijdig en snel in te grijpen en problemen te signaleren.
Zodat iedereen de best passende zorg die ze nodig hebben krijgt. Dit zodat zowel lichamelijk
als welzijn verbeterd wordt.
,Tentamen leerpakket 6 Kerntaak 1
- Welke rol heeft een wijkverpleegkundige binnen het sociale wijkteam?
Onder wijkverpleegkundige zorg vallen naast de zorgtaken ook coördinerende en
signalerende activiteiten die niet aan een specifieke cliënt te koppelen zijn. Een
wijkverpleegkundige komt in eerste instantie om een lichamelijk probleem op te lossen of
mensen hiermee te helpen. Maar ook kan een wijkverpleegkundige een goed inzicht krijgen
in hoe iemand leeft en wat de behoeftes zijn van diegene. Hierom moet een
wijkverpleegkundige ook goed blijven observeren zodat mogelijk andere mensen ook
ingeschakeld kunnen worden om optimale zorg te leveren
De student kan uitleggen welke casuïstiek toegewezen kan worden aan de verpleegkundige
M&G.
Casus 1: Dineke Schoenmaker
Wat zijn de mogelijke deelnemers van het sociale wijkteam?
Wijkverpleegkundige: zorg rondom stoma regelen en aansturen;
WMO: voor huishoudelijke hulp;
Jeugdverpleegkundige: voor de kinderen en bijvoorbeeld opvoedvragen;
Maatschappelijk werker: kan ondersteunen bij maatschappelijke belangen, zoals bijvoorbeeld
geld.
Casus 2: Milan van Esch
Wat zijn de mogelijke deelnemers van het sociale wijkteam?
MEE consulent: helpt Milan en zijn familie met vragen over onderwijs, opvoeding, financiën,
werken en vervoer.
Jeugdverpleegkundige:
Maatschappelijk werker: kan ondersteunen bij maatschappelijke belangen, zoals bijvoorbeeld
geld.
Lesweek 1 WG 2
De student is in staat om klinisch te redeneren bij een cliënt met ALS.
Risicoschatting
Gewichtsverlies, verminderde intake Slaapstoornissen
Verminderde mobiliteit Vermoeidheid
Speekselvloed Pijn
Kaakklem, spasticiteit Respiratoire insufficiënte (verminderde
ademhalingsspieren, moeite met ademen)
Onvoldoende ophoesten, pneumonie Angst/depressie, cognitieve stoornissen
Dwang huilen, dwang lachen Obstipatie
Spierkrampen (in de nacht) Decubitus
Slikstoornissen Slechte communicatie
Vroeg signalering
- Begint meestal met moeheid en spierzwakte (krachtverlies)
- Begint vaak aan handen (minder aan voeten) -> arm of been
- Zwakte kan zich aan één zijde van het lichaam sneller ontwikkelen
,Tentamen leerpakket 6 Kerntaak 1
- Kramp (kan voorafgaan aan de spierzwakte)
- Ontstaan van kleine spiertrekkingen (fasciculaties:“twitches”)
- Zich o.a. uitend in onhandigheden en loopstoornissen
- Toenemende spierzwakte
Probleemherkenning
- Spasticiteit: vaak pas later
- Alle willekeurige spieren kunnen zijn aangedaan (m.u.v. oogbewegingsspieren)
- Uiteindelijk raken de meeste spieren verlamd:
- Ook keelspieren -> dysfagie/dysartrie en ademhalingsspieren
- ALS tast de zintuigen niet aan
- Cognitieve stoornissen kunnen ook optreden (associatie met fronto-temporale dementie)
- Overlijden door ademhalingsinsufficiëntie en verslikpneumonie
- Progressieve ziekte (progressie verschilt per persoon)
Resultaatbepaling
- Pijn verminderen
- Spieren stimuleren
- Zelfmanagement
- Kwaliteit van leven zo hoog mogelijk houden
Interventies
- Revalidatie: diëtist, fysio, ergo
- Symptoombestrijding
- Integrale benadering
- Wilsverklaring
- Medicatie dat enigszins remt (riluzole)
Monitoren
- Heel regelmatig evalueren en reflecteren & doelen bijstellen (wat haalbaar is door deze
progressieve ziekte)
De student weet wat het Omaha System inhoudt.
Omaha systeem: het is een classificatie, waarin iedereen dezelfde taal gebruikt voor het vastleggen
van het hele zorgproces, van het begin tot het afsluiten van de zorg.
In Omaha systeem termen noemen we dat:
het benoemen van actuele vragen en potentiële aandachtsgebieden van je cliënt en
zijn omgeving.
Het vaststellen van acties op grond van de verkenning van de situatie, je eigen kennis
en ervaring samen met de cliënt.
Het in beeld brengen van de huidige situatie en de gewenste uitkomsten bij je
cliënt.
De kracht van het Omaha systeem is:
Het bied een brede, holistische kijk op de cliënt en zijn omgeving
Het is gebruiksvriendelijk en snel aan te leren
De gebruikte termen zijn makkelijk te begrijpen. Niet alleen voor jezelf en je collega’s,
maar ook voor je cliënten en de mantelzorgers
Kortom, in het Omaha systeem onderbouw je wat je doet en waarom, en wat jij en je cliënt samen
willen bereiken. Het helpt je je zorgplan in eenduidige taal op te stellen.
,Tentamen leerpakket 6 Kerntaak 1
Zie ook leerdoelen kennisclips
De student kan benoemen welke aspecten rondom privacy van belang zijn in
samenwerkingsverbanden.
Je mag het beroepsgeheim verbreken als:
1. Toestemming van de patiënt
2. Wettelijke verplichting
. Vaststellen van infectieziekte (Wet publieke gezondheid)
. Melding dwangbehandeling
. Bij overlijden van patiënt
. Als voogd om informatie vraagt van minderjarige kind die onder toezicht is gesteld
3. Conflict van plichten
. Gevaar voor patiënt zelf of anderen
4. Meldrechten
, Tentamen leerpakket 6 Kerntaak 1
Lesweek 1 Kennisclips
Kennisclip: Visie op gezondheid
Uitleg geven wat de invloed is van het werken vanuit een visie op gezondheid.
Uitleggen wat de huidige visie inhoudt van ziekte & zorg naar mens & maatschappij.
Uitleggen wat de rol is van verpleegkundige met betrekking tot de huidige visie ‘mens
& maatschappij’ en positieve gezondheid.
Blue zones:
In deze gebieden is er:
- 12 jaar gezondere
levensverwachting
- veel minder kankerpatiënten
- minder hart- en vaatzieke
patiënten
- minder dementerende
Waarom zijn blue zones interessant voor ons:
- Evolutie van zorgkosten
- Organisatie van de zorg: reparatiezorg en and-of-tjhe-pipe
- Behoefte aan meer voorzorg en kwaliteit van leven
Salutogenese = oorzaken van gezondheid
Pathogenese = oorzaken van ziekte
Mensen in de blue zones doen:
- Natuurlijk bewegen (zitten weinig)
- Doelen hebben (= ikigai)
- Relax
- Veel onbewerkte groente en fruit eten
- Religieus of spiritueel
- Veel (langdurige) vrienden
- Familie voorop
- Kracht van betekenis
- Positief denken
Vitaliteit in de blue zones gaat om omgeving:
- Lucht (vervuiling) minder in bz
- Aantal uren zon meer in bz
- Lawaai stil in bz
Nudging = een porretje geven
wordt op subtiele wijze gestimuleerd om je gezondheid te bevorderen
VB: holle bolle Gijs
Tiny habits = kleine gewoontes
om te kiezen voor kleine stapjes/gewoonte ga je uiteindelijk grote stappen maken om gezondere
keuzes te maken