De aantekeningen bij de volledige lessenserie inclusief de opdrachtuitwerkingen die ingeleverd moesten worden. Hiermee heb ik het tentamen succesvol gemaakt.
Inhoudsopgave
TA NL Les 1 – Introductie les................................................................................................1
TA NL Les 2a - Figuurlijk taalgebruik...................................................................................3
TA NL Les 2b - Affiche..........................................................................................................4
TA NL Les 3a - Denotatie en connotatie...............................................................................6
TA NL Les 3b - De wervingsfolder........................................................................................7
TA NL Les 4a - Synoniemen en parafrase.............................................................................9
TA NL Les 4b - De bevestigingsmail...................................................................................11
TA NL Les 5a - Stijlfiguren..................................................................................................12
TA NL Les 5b - Evaluatieformulier......................................................................................14
TA NL Les 6a - Alinea’s en betekeniseenheden...................................................................15
TA NL Les 6b – Getuigschrift..............................................................................................18
TA NL Les 7 – Argumenten herkennen...............................................................................19
TA NL Les 8 - Signaalformuleringen en verwijswoorden.....................................................22
Organisatie:
> Tekstanalyse bestaat uit twee delen:
> NGT [Miranda Deijn]
> NL: 8 lessen in elke week een les van 2 uur
> Theorie (werkboek, colleges)
> Presentatie: analyse van een monoloog
> Dossier met schrijfproducten
> Tentamen: betekeniseenheden, signaal- en verwijswoorden, kernzinnen, argumentatieleer.
Een proeftentamen is achter in je werkboek te vinden.
Totale studielast: 5 ec’s (140 uur).
⁃ Per taal: 70 uur
⁃ Daarvan 16 uur college, 1 uur tentamen
⁃ Blijft over: 53 uur
Hoe vul je die 53 uur in?
⁃ Per college 2 uur voorbereiding: 16 uur
⁃ Per schrijfopdracht 2 uur: 20 uur
⁃ Presentatie voorbereiden: 8 uur
⁃ Tentamen voorbereiden: 8 uurTotaal 52 uur, je houdt 1 uur over!
Inhoud:
1
,1. Praktisch, toepassingsgericht: teksten schrijven voor je latere stage/beroep
2. Theoretisch, filosofisch: nadenken over taal en tekst
In elk college behandelen we een of twee onderwerpen
Thuis: werken aan schrijfdossier, presentatie of voorbereiden tentamen
⁃ Dossier met huiswerkopdrachten (2/3 van het cijfer): inleveren in de tentamenweek
Schrijfdossier:Verzamelde opdrachten (wat je moet doen staat in het werkboek)
Inleverdatum: tentamenweek blok 3.Ook taal- en spelfouten zijn van invloed op de
beoordeling.
⁃ Schriftelijk tentamen (1/3 van het cijfer)
⁃ Elk onderdeel moet met minstens een 5,5 beoordeeld zijn.
Schrijfdossier:
Verzamelde opdrachten (wat je moet doen staat in het werkboek)
Inleverdatum: tentamenweek blok 3.
Ook taal- en spelfouten zijn van invloed op de beoordeling.
Aantekeningen:
Wat is tekstanalyse:
⁃ Relaties tussen tekstonderdelen, en tussen de tekst en de buiten-tekstuele
werkelijkheid, zijn belangrijk.
⁃ Beschrijven van die relaties: tekstgrammatica.
⁃ Al die dingen dragen bij aan de betekenis van een uiting.
Analyseren van een uiting:
> Communicatie: overbrengen van een boodschap (inhoud) met woorden of gebaren.
> Betekenis van een woord (of gebaar) is afhankelijk van een breder geheel: de tekst of de
context.
Tekst als context:
⁃ Hoe zit een tekst in elkaar?
⁃ Wat betekent de opbouw voor je interpretatie?
⁃ Wat betekent de interpretatie voor je vertaling?
Hoe is de tekst opgebouwd?
⁃ Om een tekst te kunnen begrijpen, moet je ‘m analyseren. Dat kan onbewust of
bewust.
⁃ Een spreker heeft gedachtes, min of meer samenhangend, die hij met de luisteraar
wil delen.
Punten van Isham Voor het analyseren van een uiting maken we gebruik van de zeven
punten van Isham.
1. Context
2. Inhoud
3. Doel en functie
4. Register
5. Affect/gevoelswaarde
6. Impact
7. Stijl
Verdere uitleg over register:
Hetzelfde kan je op twee manieren zeggen. Er bestaan hoge en lage registers. Hoog is aan
de deftige en beschaafde kant en laag is eenvoudig of plat. Het verschil hierin zit hem in de
2
, stijl en toon waarmee gesproken wordt. De schrijfstijl is in het algemeen wat formeler dan de
spreekstijl. Schrijven bevindt zich dus vaak in een hoger register dan spreken.
De concentratie ligt op het gesproken Nederlands. Binnen het gesproken Nederlands is er
nog onderscheidt te maken tussen 5 registers.
1. Standaard registerVaak van rituele aardGestandaardiseerde uitspraken >
Formulering ligt van tevoren vastTaalhandelingen: de zegen in de kerk, veroordeling door
uitspraak van rechter
2. Formeel registerVaak een geschreven tekst di voorgelezen wordtKleine afwijkingen
zijn mogelijkMonoloog
3. Consultatief registerIn gesprek, waarbij minimaal een van de gesprekspartners een
professionele rol vervultUitwisselen van primair zakelijke informatieSoms een ingesleten
patroon (routine)Soms verhullend van aard
4. Informeel registerMet personen die je dagelijks ziet (collega's, buren, kennissen, etc.)
Uitwisseling hoeft niet professioneel van aard te zijn
5. Intiem registerUitsluitend met mensen die je goed kentGeen zakelijke/professionele
inhoudVerstaander heeft aan een half woord genoeg, daarom korte zinnen, clichés,
verhullende (eufemistische) uitdrukkingen
Schrijfproducten:
Voor een cursus NGT:
⁃ Affiche
⁃ Wervingsfolder
⁃ Bevestigingsbrief
⁃ Evaluatieformulier
⁃ Getuigschrift
Kies een doelgroep uit (zie blz. 15 van het werkboek).
Zorg voor een ‘huisstijl’.
Beeldspraak ofwel metaforen:
Woorden hebben naast een letterlijke betekenis soms ook een figuurlijke betekenis. Dat het
om een figuurlijke betekenis gaat (‘een boom van een kerel’), kun je afleiden uit de tekst of
de context.
Verschillende voorbeelden:
•Een dikke pil: boek met veel bladzijden.
•Een bakje troost: kopje koffie.
•Een koelkast: ouderwetse gsm.
•Een schaatsenrijder: waterinsect.
•Een psalmenpomp: harmonium.
•Een smartlap: levenslied.
•Een wegpiraat: hardrijder.
Niet elk woord dat zijn letterlijke betekenis is kwijtgeraakt, is een metafoor:
•Bierviltje
•Strijkijzer
•Oranjekoek.
Idiomatische uitdrukkingen:
Een vaste combinatie van woorden, vaste uitdrukking, met een bepaalde betekenis:
Bv. Er komt een kink in de kabel. > een probleem [Dit is ook nog figuurlijk taalgebruik]
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijezeilstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.