Sociaal-culturele context – Hoorcollege I
Wat zijn voorbeelden van sekse-specifieke problemen?
Jongens:
8/9x zo vaak ADHD, vaker autisme, 3/4x zo vaak cluster
Alcoholisme/drugs-/gokverslaving
Agressie/vermijdingsgedrag, isolement, dader worden
Meisjes:
2 a 3 keer zo vaak depressief, vaker last van fobieën en angstaanvallen
Vaker automutilatie (=zelfbeschadiging), eetstoornissen en dissociatie
Onzekerheid, schuldgevoel, lage zelfwaardering
Dissociatie= een verstoring en/of onderbreking van het normale psychisch
functioneren, die van invloed is op onder andere het denken, geheugen, identiteit,
emotie, perceptie, lichaamsbeleving, motorische controle en gedrag.
Wat zijn voorbeelden van psychosociale problemen bij LHBTQ?
Homo/biseksuelen:
Homo/biseksuele mannen hebben meer kans op een depressie, sociale fobie,
problematisch drugsgebruik
Homo/biseksuele vrouwen hebben meer kans op een sociale fobie, alcohol
verslaving, drugsverslaving
Beiden meer kans op eetstoornissen en verslavingsgedrag
SCP: LHTBQ monitor: vooral biseksuelen hebben een slechtere (psychische)
gezondheid
Transgender personen:
1 op de 3 psychisch matig tot erg ongezond
1 op de 4 is in sterke mate eenzaam
1 op de 5 heeft een zelfmoord poging ondernomen
2 op de 3 heeft een zelfmoord poging overwogen
Relatief vaker te maken met een uitkering, arbeidsongeschiktheid, economisch
onzelfstandig, werkloos en kennen een kleiner sociaal netwerk (Transgender
Netwerk Nederland)
Wat zijn voorbeelden van etniciteit-specifieke problematiek?
Mensen met een migratieachtergrond en mensen met een lagere SES worden
vaker gediagnosticeerd met psychische problemen (internaliserend,
externaliserend, psychotische problemen)
Tienermoederschap komt vaker voor, zijn negatiever over opvoeding,
verwaarlozing, lagere onderwijsprestaties, zwak op de arbeidsmarkt,
taalachterstanden, psychosociale problemen, criminaliteit wel minder
middelengebruik
1
, Depressies en angststoornissen komen vaker voor vooral groter risico bij
mensen met Turkse afkomst en Marokkaanse mannen
↳ Hield ook stand wanneer er sprake was van educatie/inkomens verschillen
deels te verklaren door migratiegeschiedenis, selectieve migratie en migranten
status
Wat zijn verklaringen voor de verschillen tussen het aantal GGZ cliënten per land van
herkomst?
Wegens de verschillen in oorzaken waar de problemen vandaan komen:
Biologie
Opvoeding
Omstandigheden
Verwachtingen van anderen
Discriminatie
Objective need (=persoonlijke behoefte)
Presence of a disorder (de mate waarin een stoornis aanwezig is, en in hoeverre
de persoon zelf of een clinici denkt dat er sprake is van aanwezigheid)
↳ Maar vooral: kunnen mensen wel gediagnostiseerd worden met hun problemen
binnen de GGZ/ worden hun problemen wel herkend binnen het GGZ systeem én is de
GGZ überhaupt toegankelijk voor deze mensen? kunnen ze wel de hulp vinden en
krijgen die zij nodig hebben
Waar komen de verschillen in problematiek vandaan?
Is problematiek aangeleerd (nurture= bepaald door opvoeding, leefomgeving, cultuur
etc.)?
Of is problematiek aangeboren (nature= genetisch materiaal)?
Wat zijn de verklaring voor verschillen in genderexpressie?
Nature: Mannen en vrouwen zijn nu eenmaal verschillend
Nurture: “Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt”
↳ *Determinisme versus veranderbaarheid we gaan ervanuit dat cultuur
veranderbaar is en dat natuur onveranderbaar is
*Determinisme (= denkrichting waarin men ervan uitgaat dat d mens bepaald is door
materiële omstandigheden, waarvan de belangrijkste factoren erfelijkheid en milieu
zijn)
↳ maar is natuur wel onveranderbaar? En is cultuur wel veranderbaar? en is het een
wel makkelijker te veranderen dan het ander?
Artikel de Jong: verklaringen in verschillen in culturen
4 perspectieven wat betreft het samengaan van biologie/natuur & cultuur:
Dichotomie (=tweedelig, het is het een of het ander) perspectief Of het
biologische verklaart óf de cultuur verklaart
2
, Continuüm perspectief Een stoornis wordt in meer of mindere mate
toegeschreven aan biologische of sociaal-culturele factoren
Spectrum perspectief Psychopathologie wordt gezien als geänatomiseerd
(=bestaande uit heel veel kleine deeltjes/onderdelen) (deel)verklaringen
bestaan naast elkaar en gaan dus samen
↳ bij de ene persoon wordt het een meer verklaard door nature dan door
nurture, en bij de ander is het weer andersom verhoudingen verschillen per
persoon
Culturele neurowetenschap perspectief Er is een wederzijdse interactie van
neurobiologie en cultuur
↳ huidige visie
Het gaat hierin om de invloed van culturele karakteristieken (zoals waarden,
opvattingen en praktijken) op gedrag en neurobiologie
↳ maar tegelijkertijd ook:
De wijze waarop neurobiologische mechanismen (zoals genetica en neurale
processen) de transmissie van culturele trekken faciliteren
↳ ook wel: cultuur boetseert het brein zoals het brein cultuur boetseert
Wat is het belang van sociaal-culturele contexten?
Majority/minorty cities= de meerderheid bestaat uit de minderheid
↳ diversiteit neemt steeds meer toe we zijn allemaal migranten
↳ Daarom: belangrijk na te denken over verschillende sociale-en culturele contexten
Globale diversiteit= door de interactie tussen mensen met verschillende afkomsten
meer diversiteit in het beeld over opvoeding, ontwikkeling, leren
Wat is de invloed van globale diversiteit op je eigen normatieve kader?
Door globale diversiteit kom je in contact met andere normatieve kaders
(=perspectieven) verandering van je eigen normatieve kader (=perspectief)
↳ Dus door kennismaking met andere perspectieven wordt je je bewust van je eigen
perspectief waardoor deze mogelijk verandert (versterkt, verzwakt, aangepast etc.)
Waarom zijn behavioural sciences, WEIRD sciences?
WEIRD= Western Educated Industrialized Rich and Democratic
Het grootste deel van onze wetenschappelijke kennis is gebaseerd op een hele kleine
steekproef van de totale wereldbevolking bestaande uit mensen uit Westerse,
hoogopgeleide, rijke, geïndustrialiseerde, democratische samenlevingen WEIRD
people
↳ maar dit weergeeft ongeveer 2% van de wereldpopulatie dus: grootste deel van
de wetenschappelijke kennis is niet gegeneraliseerbaar
3
,En wie zegt er dat wij (de 2% van de wereldpopulatie) niet de outliers zijn? wij zijn
de WEIRD people
↳ Dus wat weten wij binnen de wetenschap eigenlijk van de mens? ons normatieve
kader binnen de wetenschap is gebaseerd op die 2%
Advies:
Erken het en pas het aan
Onderzoek: wat is universeel en wat is cultuur-specifiek? dus steekproef
uitbreiden door meer onderzoek te doen naar verschillende groepen
Wat is de oorsprong van onze wetenschappen?
Psychologie (nature) Socrates Psyche
Pedagogische wetenschappen en onderwijswetenschappen (nature/context)
Socrates/ Plato Dialogue
Orthopedagogiek (nature/context) Greek ortho, paidos, agein/agogos
Antropologie (context) Herodotus
↳ Verschillen tussen universalisme en cultuur relativisme, ook wel het debat tussen
psychologie en antropologie de cursus sociaal-culturele context zit hier tussenin
Wat houdt de culture and human development approach in?
Binnen de culture and human development approach kijk je naar wat is universeel
specifiek, én wat is cultureel specifiek
↳ onderzoeken naar in hoe verschillende culturen ontwikkeling geconstrueerd wordt
Binnen de culture and human development approach wordt gesproken over
‘meerdere wegen naar Rome’ pluralistic pathways of development= er zijn
meerdere manieren om ontwikkeling te faciliteren
Waarom is het belangrijk je bewust te zijn van pluralistic pathways?
Hierin is het belangrijk dat je je bewust bent van je eigen normatieve kader en dat
jouw normatieve kader/perspectief niet het enige juiste is
↳ Wanneer je je bewust wordt van meerdere/andere perspectieven, ga je andere
perspectieven ook waarderen (of juist niet) en kritisch kijken naar je eigen perspectief
Waarom is diversiteit cruciaal voor de ontwikkeling? (Artikel Putnam)
Gevolg van diversiteit op korte termijn:
Minder cohesie (=de mate van het gevoel van verbondenheid binnen de
maatschappij, ook wel saamhorigheidsgevoel), minder sociale steun, minder
vertrouwen etc.
Maar de gevolgen op lange termijn zijn:
Meer cohesie, betere economie, meer solidariteit etc.
4
,De oplossing voor de toename aan diversiteit: aanpassen van je identiteit creëren
van een nieuwe gezamenlijke identiteit
Sociaal-culturele context – Hoorcollege II
Gender, sekse en seksualiteiten
Wie ben je?
Geslacht= sekse
Gender rol/ gender expressie/ gedrag= hoe je overkomt
- Uiterlijke kenmerken: kleding, haar, lichaamstaal etc.
- Persoonlijkheid, voorkeuren, gedrag
Genderidentiteit= wat je je voelt
Seksuele voorkeur= tot wie je je aangetrokken voelt
↳ Dus er zijn 4 elementen die zijn te onderscheiden aan gender
Iemands genderidentiteit kan je niet zien aan de gender expressie weet je pas door
het aan de persoon zelf te vragen of als gender pronounce zijn aangegeven (bijv.
she/her, he/him, they/them)
Bovenstaande termen (geslacht, gender expressie, genderidentiteit, seksuele
voorkeur) zijn geen dichotome variabelen (=variabele kan slechts twee waarden
aannemen) dus jongen OF meisje
↳ maar het zijn continue variabelen die op een “schaal” zitten
Bijv. (geslacht) je kan een beetje vrouwelijk zijn of juist heel erg vrouwelijk, of je kan
tussen het mannelijke en het vrouwelijke inzitten
Disclaimer: bovenstaande is vanuit het perspectief van de Westerse cultuur hoe
andere culturen kijken naar sekse, gender expressie, genderidentiteit en seksuele
voorkeur verschilt dus per cultuur
Definities
5
, Cisgender= genderidentiteit komt overeen met het geslacht waarin het kind is
geboren
Non-binair/queer= gevoel niet in de tweedeling van man óf vrouw te passen
Transgender= genderidentiteit komt niet overeen met het geslacht waarin het
kind is geboren transseksueel= sterke wens geslacht aan te passen
Travestiet= (af en toe) de behoefte aan de genderexpressie van het andere
geslacht
LGTBQIA+ = Lesbian Gay Trans Bisexual Queer Intersex Asexual + (=de plus staat
voor alle andere geslachten, seksuele oriëntaties en genderidentiteiten dan degenen
die hierboven vermeld staan)
Waar staat GIS voor?
GIS= Gender-Identiteits-Stoornis voelen zich niet thuis in het lichaam van de sekse
waarin ze geboren zijn
Onderzoeksresultaten (2001) naar kinderen met GIS:
80% van de kinderen homoseksuele + heteroseksuele volwassenen
20% van de kinderen transseksuele volwassenen
↳ Dus 20% van de kinderen met GIS zijn uiteindelijk transseksueel
Definitie II.
GIS( Gender identiteits stoornis)/genderdysforie= gevoel ongelukkig te zijn met
eigen geslacht sekse en genderidentiteit komen niet overeen
Diversities (Disorders’) of Sex Development (DSD)/intersekse= aangeboren
afwijkingen van de sekse-norm, hormonen, geslachtsklieren kan eventueel
leiden tot GIS
↳Voorbeeld van DSD: een persoon heeft een XY-chromosoom (man), maar het
lichaam maakt geen testosteron aan waardoor de persoon zich verder
ontwikkeld tot vrouw (onvruchtbaar)
Gendergevarieerd gedrag= gedrag niet typisch voor eigen geslacht
Dichotomieën
De mens is geneigd om in tweedelingen (dichotomieën) te denken en een
machtsverschil te koppelen aan deze tweedeling het een is belangrijk/beter etc.
dan het ander
↳Ten slotte zijn we ook nog geneigd om aan die tweedelingen geslachten te koppelen
Het denken in tweedelingen/ stereotypen en daar classificaties aangeven, is een
manier van overleven in de huidige samenleving en is menseigen maar kent ook
een aantal (nadelige) effecten/gevolgen
Gendergevarieerd gedrag
Genderexpressie: welk gedrag typerend is voor een jongen en welk gedrag typerend
is voor een meisje is per cultuur verschillend
6