Inspiratiesessies Sociologie (Jelle)
Week 1, 06-02-2022: College 1
Als je kijkt naar jezelf en je weet dat jouw gedrag wordt beïnvloedt. Vele wetenschappers zeggen dat
dat te verwaarlozen zijn. Maar 4% van je gedrag bepaal je zelf.
Psychologie kijkt naar de individu.
De groepsdynamica kijkt naar de kleine groep.
De Sociologie kijkt naar een grote groep bijvoorbeeld ‘de Tilburger’.
We hebben het over grote groepsverbanden die jouw gedrag beïnvloeden.
De Luk:
• Je kan relevante sociologische begrippen met betrekking tot het socialisatieproces,
beeldvorming en diversiteit en de invloed hiervan op individueel, groeps- en maatschappelijk
niveau benoemen en verklaren.
• Toelichting: begrippen zijn benoemd in domein Socialisatie 3 van de kennisbasis OGK.
• https://kennisbases.10voordeleraar.nl/pdf/kennisbasis-bachelor-omgangskunde.pdf
Eindhoven de gekste? Tilburg de dikste!
De verklaring van de opvallend grote aantallen obese mensen in bepaalde wijken is..:
A. Economische (ongezond eten goedkoper).
B. Opleidingsgerelateerd (minder kennis over eten)
C. Cultureel (eten als beloning of troost bij (niet Westerse) culturen)
D. Planologisch (bepaalde wijken veel flats, minder voorzieningen om te spelen of sporten)
E. Genetisch (ouders geven obese- gevoeligheid door, het zit gewoon in je gene)
F. Demografisch (weinig voorbeelden van ander gedrag in de buurt, als je anderen ziet die te
zwaar zijn dan ga je dat ook vinden).
“Van in een flat wonen wordt je dik” kan je al wel wegstrepen. Het kan zijn dat het ook allemaal bij
elkaar is. Het is nooit zo dat gedrag geleid is door 1 argument. Dat is makkelijk en dat is geen
sociologie. Als je gaat inzoomen op de problematiek is het maar zelden zo.
Sociologie, waarom?
• Als ik weet dat vooral de mensen uit de sociaal- economische zwakkere laag die wonen in
flats obesitas hebben, ga ik de maatschappelijk werker niet naar de Blaak sturen…
• Als we weten dat tweeverdienende ouders vaker gebruik maken van kinderopvang, kan ik
daar een passend aanbod en belasting voor bedenken
• Als het geboortecijfer in Nederland bij vrouwen met een migratie- achtergrond dubbel zo
hoog is als vrouwen zonder die achtergrond, dan weet ik waar ik de opleiding tot
kraamverzorgende op moet insteken.
• Allerlei grote maatschappelijk vragen en uitdagingen zijn sociologisch te verklaren. Soms
echter is sociologie ook zeer negatief in het nieuws, ken je daar een voorbeeld van?
Als je iets weet kan je daar iets tegenover zetten.
Hoofdstuk 1 ‘Grondbeginselen der sociologie: Inzicht in sociale relaties’
, • Sociologie
• Definitie: De wetenschap die het samenleven van mensen binnen grotere en kleinere
verbanden empirisch bestudeerd.
De definitie is overal het zelfde. Je bent gericht op het samen leven op grotere en kleinere
verbanden:
Begrippen uit de definitie:
• Samenleven in kleinere verbanden: Straat, buurt, dorp, stad.
kleine verbanden is bijvoorbeeld een stad of een straat, dat merk je ook als er een nieuwe
persoon in je straat komt.
• Samenleven in grotere verbanden: Grote stad, streek, provincie, land, werelddeel, aarde.
grotere verbanden is bijvoorbeeld een land, of een wereldburger of bijvoorbeeld voel je je
meer Nederlander of Europeaan.
• Empirisch: Aan de hand van bewijzen. Door waargenomen feiten.
Empirisch houdt in dat je aan de hand van de verbanden kan bestuderen. Je gaat dus op zoek
naar bijvoorbeeld verbanden van overgewicht en de wijkEn dan moet is het zo dat je gaat
kijken naar wat je kan onderwijzen aan de
Waarneming
• Waarneming vanuit een eigen gezichtspunt of standplaats.
• Waarneming is dus per definitie selectieve waarneming.
• Voorbeeld vanuit afbeelding: Wat valt je op aan deze afbeelding?
Je hebt objectieve waarnemingen en
subjectieve waarnemingen.
Objectief zijn de feiten die eenieder
kan zien.
Subjectief is het waarnemen met
gevoelens.
Verschil in waarnemen bij mens en dier
• Mens en dier nemen zaken waar.
• Verschil: Instincten bij dieren dominant, bij mensen is het resultaat van leren niet vastgelegd.
• Voorbeelden:
• Mijn zoon bouwt net iets andere legohuizen dan ik vroeger.
• Een mier nu bouwt exact dezelfde mierenhoop als zijn voorouders in de oudheid.
• Het leren an sich is wel instinctief bij de mens.
• De mens gaat er op uit, wilt ontdekken en dingen zien/ ervaren en zich verwonderen of een
plaats vergaren.
• En vervolgens aan de waarneming betekenis toekennen…
De mens ontwikkeld zich ALTIJD. Hoe ontwikkelt de mens zich dan? Hoe ontwikkel jij je kennis en hoe
komt het dat je op een bepaalde manier naar elkaar? Dit ligt aan de referentiekader die hij heeft.
Referentiekader !!
, • Definitie: Door leerprocessen verkregen kennis en inzichten bepalen hoe je de (sociale)
omgeving ziet.
Bij deze definitie:
• Onderscheid tussen objectieve en subjectieve werkelijkheid.
• Wat waarheid is, is altijd onderwerp van discussie.
• Is Nederland bijvoorbeeld geëmancipeerd…? Objectief waar, maar subjectief?
Geëmancipeerd= vrijgelaten, vrijverklaard ; gelijkgesteld in rechten.
Ongeacht wie je bent en hoe je geboren bent bepaald je referentiekader door anderen.
Jouw ouders, omgeving, basisschool juffen hebben allemaal een bepaalde invloed op jouw leven.
Wat jij ziet en wat jij vindt is evenredig aan opvoeding en opleiding. Hoe kunnen wij dan zeggen dat
we gedrag verklaren als de grote context altijd veranderd? De grote context is vanwege de individuen
maar je hebt moet …
• Je kader wordt gevormd aan de hand van je sociale situatie.
- Omstandigheden en groeperingen, milieu, werk.
- Maar ook opvoeding, onderwijs.
- En door te leren van ervaringen van oudere mensen / voorgangers.
• Uit onderzoek blijkt dat mensen met een gemeenschappelijke achtergrond en opleiding
ongeveer gelijke beeldvorming hebben, zelfs als men het oneens is, zijn de onderwerpen wel
gelijk.
- Voorbeeld: Veel docenten zijn politiek betrokken en willen een betere wereld. Niet de
politieke partij is hetzelfde, maar wel de wens van een betere wereld door politiek (en niet
door oorlog bijvoorbeeld).
Hoe ouder je wordt hoe meer je een eigen bubbeltje hebt. En wat er eigenlijk wordt gezegd is dat het
niet erg is als er allerlei eigen bubbeltjes zijn maar ze moeten wel in de ballenbak blijven. We geloven
allemaal in vrijheid, onderwijs en grote normen en waarden zijn gelijk. Maar sommige zaken zijn
anders.
Waarom? Wat verklaart dat we allemaal een eigen referentiekader hebben, maar deze wel voor 90%
delen met de mensen om je heen?!
A. Omdat je referentiekader altijd aangeleerd is.
B. Omdat dit de veiligheid van de groep bevordert.
C. Omdat je hetzelfde meemaakt.
D. Onzin, ik ben uniek!
E. Onzin, het verandert toch steeds.
Je zelfbeeld moet bevestigd worden door anderen.
Kijk ook naar de argumenten van de meningen van anderen.
• Door je referentiekader creëer je een sociale bril. Door deze bril neem je zaken waar.
• Men is dus selectief in waarnemen: Ziet enkel bewijzen voor een eigen gelijk of eigen
interesse.
• Sociologisch bezien moet je dus niet enkel kijken naar wat er gezegd wordt maar vooral ook
door wie!
Zo ook dit college en deze kennis ;-)