In deze samenvatting vind je alle belangrijke onderwerpen die je moet kennen voor je tentamen. Alle aspecten worden in deze samenvatting meegenomen en ook alle aanduidingen van onder andere de correlatiecoefficient, cronbach's alpha, cohen's d etc. met alle functies en invloeden omschreven.
Kwalitatief Onderzoek
Er zijn drie kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie:
1. De theorie is ondersteund door data uit wetenschappelijk onderzoek.
2. De theorie is falsifieerbaar wat betekent dat deze weerlegd moet kunnen worden aan de hand van
verzamelde gegevens.
3. De theorie is spaarzaam wat inhoudt dat wanneer een eenvoudige theorie volstaat, het niet nodig is
om deze complexer te maken.
Er bestaan twee soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel, dit zijn kennisvragen en zulk soort vragen zijn gericht op het genereren van nieuwe
wetenschappelijke kennis.
2. Toegepast, dit zijn praktijk vragen en als je het antwoord op zo’n vraag vindt kan je bij wijze van
spreken een praktijkprobleem oplossen. Bestaande wetenschappelijke kennis wordt toegepast op het
oplossen van een praktijkprobleem.
De reden dat er kwalitatief onderzoek wordt gedaan, is om sociale fenomenen te begrijpen vanuit hun
natuurlijke context en empirische patronen te vinden die een startpunt kunnen zijn voor theorievorming. En
wanneer we van specifieke observaties tot algemeenheden komen noemen we dit inductie. Een kwalitatieve
onderzoeksvraag kunnen we opdelen door het woord SPI(C)E te gebruiken.
Setting Waar/in welke context?
Perspective Voor wie?
Interest Wat/onderwerp?
Comparison Vergeleken met wie/wat?
Evaluation Visie op/mening hebben over?
Wanneer onderzoekers bronnen combineren als aanvullend voor het onderzoek spreken we van triangulatie.
Triangulatie geeft meer inzicht in de validiteit van de resultaten en geeft meer zekerheid over de mate waarin
de resultaten ondersteuning bieden voor de theorie. Er zijn vier soorten triangulatie:
1. Methoden triangulatie oftewel mixed methods waarbij zowel kwalitatieve als kwantitatieve
methoden worden gebruikt.
2. Data triangulatie waarbij er op meerdere manieren data wordt verzameld door bijvoorbeeld zowel
een interview als een observatie.
3. Onderzoeker triangulatie waarbij er meerdere onderzoekers zijn die onafhankelijk van elkaar werken.
4. Theoretische triangulatie waarbij er vanuit verschillende theoretische perspectieven gekeken wordt.
Verzamelde data van interviews en focusgroepen zien eruit als transcripten en field notes. Observaties bestaan
ook uit field notes en bestaande gegevens bestaan uit archiefstukken, nieuwsberichten, dagboeken etc.
Etnografie
1
,Bij deze onderzoeksmethode gaat de
onderzoek zich volledig werpen in het
leven van zijn of haar respondenten om de
sociale werelden waarin zij leven te
begrijpen.
4 rollen van etnografen
“Complete participant”
De onderzoeker gaat undercover en houdt
zijn of haar identiteit volledig als geheim.
Deze manier van onderzoek doen roept
ethische vragen op en is in feite ook
verboden volgens de American Sociological
Association, tenzij er echt geen andere
manier is. Het gevaar van “complete participant” zijn is het risico op “going native”. Dit houdt in dat de
onderzoeker zo op gaat in de wereld van wat hij onderzoekt, dat hij loslaat van zijn eigen identiteit en vergeet
dat hij een onderzoeker is.
“Participant observer”
Hierbij vertelt de onderzoeker maar en paar mensen over zijn of haar identiteit en sommige mensen niet en
probeert zo goed mogelijk in te blenden in. De wereld die hij of zij onderzoekt. Dit is de meest voorkomende rol
van veldwerk. Voor onderzoekers is het beter als respondenten niet weten dat ze worden bekeken want anders
kan het Hawthorne effect optreden. Dit is het effect dat wanneer mensen weten dat ze bekeken worden, ze
zich anders gaan gedragen en zich op hun beste gedrag vertonen en daarmee hun ware aard niet naar boven
laten komen.
“Observer”
Hierbij vertelt de onderzoeker dat hij of zij de mensen bekijkt, maar hij neemt niet deel aan de activiteiten en
de levens. Hij of zij kijkt – observeert – maar neemt niet deel aan. Deze manier van onderzoek doen kan gedaan
worden als de onderzoeker bijvoorbeeld niet kan doen wat de respondenten doen; denk aan Olympisch
sporten of een operatie.
“Covert observer”
Dit gebeurt het meest als de onderzoeker kan verdwijnen in de menigte. De onderzoeker bekijkt de situatie van
buitenaf. Deze manier van onderzoek brengt veel limitaties met zich mee, omdat de onderzoeker vaak de
volledigheid en de “feeling” mist.
Steekproeven
Gemak steekproef
Dit is de meest gebruikelijke steekproef. Hierbij werf je respondenten die makkelijk te verkrijgen zijn uit je de
omgeving.
Doelgerichte steekproef
Bij deze steekproef ga je echt opzoek naar doelgerichte respondenten.
Sneeuwbal steekproef
Deze methode wordt vaak gebruikt om individuen te vinden die lastig te vinden zijn. Wanneer je een persoon
hebt gevonden, kan deze je weer door verwijzen naar een ander. Belangrijk is om niet te veel aanbevelingen
van dezelfde persoon te gebruiken omdat je niet in een bubbel wilt raken.
Quota steekproef
Als je een target zet voor een bepaalde categorie noem je dit een quota steekproef. Dus bijvoorbeeld je wilt 10
mannen en 10 vrouwen.
Sequentiële steekproef
2
, De criteria waaraan respondenten moeten voldoen worden tijdens het onderzoek aangepast, in het begin mag
iedereen uit de doelpopulatie meedoen en later worden respondenten met specifieke kenmerken gezocht.
Er zijn twee manieren waarop een steekproef biased kan zijn. Dit kan namelijk door convenience sampling wat
inhoudt dat je alleen de mensen gebruikt voor de steekproef die heel makkelijk te benaderen zijn en zich heel
erg beschikbaar stellen om mee te doen. En dit kan door self-selection, wanneer alleen mensen die zich
vrijwillig aanbieden meedoen aan de steekproef.
Observaties
Een observatie is het waarnemen en registreren van gedragingen, gebeurtenissen en interacties. Dit kan door:
- Participerend vs. niet-participerend is de onderzoeker deel van de groep of niet?
- Verhuld vs. onverhuld weten de mensen dat ze geobserveerd worden?
- Systematisch vs. niet-systematisch beschrijven wat je ziet of objectief afvinken?
De plaats waar je je onderzoek wilt uitvoeren wordt de site genoemd. Je krijgt toegang tot zo’n site via de
gatekeeper, dus stel je wilt op een basisschool gaan observeren dan is de directeur van die school de
gatekeeper. Een key informant kan je vertellen waar je bijv. moet zijn, wat interessant is, dit kan dezelfde zijn
als de gatekeeper maar dat hoeft niet. Dus gatekeeper toestemming en key informant informatie.
Wanneer een onderzoeker ervoor kiest een onverhulde observatie te doen, dan kan hij of zij te maken krijgen
met het Hawthorne effect. Het verschil in gedrag wanneer participanten weten dat ze geobserveerd worden,
wordt zo genoemd.
Ethiek
Tijdens een onderzoek moeten de onderzoekers zich houden aan drie fundamentele regels volgens het
Belmont Report:
1. Rechtvaardigheid
2. Respect voor mensen
3. Niet mensen schaden
APA voegt aan de principes van Belmont nog 2 principes toe. Dat zijn integriteit en trouw en
verantwoordelijkheid.
Onderzoekers kunnen van tevoren aangeven of het onderzoek een anoniem onderzoek is, wat inhoudt dat bij
data verzameling geen persoonsgegevens worden verzameld. Of een vertrouwelijk onderzoek wat inhoudt dat
de onderzoekers voorkomen dat de persoonlijke data van de respondenten bekend worden. Deelnemers
worden vooraf aan een onderzoek geïnformeerd over welke gegevens wel en niet worden verzameld,
mogelijke risico’s, voor- en nadelen, de duur van het onderzoek en op deze manier kan de deelnemer informed
consent geven.
Elke (US) institutie dat gebruikt maakt van overheidsfondsen voor het onderzoek heeft een Institutional
Review Board (IRB) nodig. Deze keurt een onderzoeksvoorstel goed of niet. De Board bestaat uit verschillende
mensen met verschillende achtergronden zoals onder andere een wetenschapper en iemand uit de
gemeenschap. De IRB kijkt naar de ethische kant van het voorstel en moet balans houden tussen echt
onethische onderzoeken en onderzoeken die controversieel zijn. Dit laatste mag niet een reden zijn om een
onderzoek af te keuren.
Data fabrication wanneer de onderzoeker zelf data fabriceert.
Data falsification wanneer de onderzoeker de data van het onderzoek beïnvloed.
Interviews
Bij interviews wordt er onderscheid gemaakt tussen gestructureerde interviews (alles wordt vooraf vastgelegd
door interviewer), semigestructureerde interviews (topiclijst maar verder hangt het verloop af van de context)
en ongestructureerde interviews (alles hangt af van verloop en context). Er zijn vijf verschillende soorten
interviews:
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julialunaharmsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.