Amerika in de jaren 20
Amerika ontwikkelde zich anders dan Europa na de Eerste
Wereldoorlog. Dat kwam omdat ze niet meegevochten hadden, daardoor
weinig nederlagen en slachtoffers kenden en financieel weinig geld
verloren. De jeugd in Amerika gaan zich anders gedragen(wordt ook wel
de Roaring Twenties genoemd in Amerika):
● Zuinigheid maakt plaats voor drang om te consumeren, ze komen
meer samen in kroegen of bioscopen en geven meer geld uit aan
luxe-producten(bijvoorbeeld auto´s, worden aan lopende band
gemaakt, er wordt hiervoor ook veel geld geleend)
● Mentaliteit wordt anders, ze willen meer gaan leven en dus meer
uitgeven enzovoort.
● Boeren gaan zoveel producten maken dat ze niet eens meer kijken
naar het vraag en aanbod(dat kan problemen veroorzaken maar
hoeft niet)
Vrouwen gaan zich ook anders kleden en dansen en dit wordt door de
oudere bevolking gezien als ´te sexistisch`. De oudere generatie vindt er
wat van. Ze denken dat alcohol de oorzaak is, daar wordt je namelijk
losbandig van dachten ze, daarom kwam er een alcoholverbod in 1920:
de drooglegging. Er kwamen protesten voor en tegen de wet. Veel
mensen gingen nog wel handelen in alcohol en produceren. Zo ook
bijvoorbeeld Al Capone, hij had verschillende kroegen en alcohol
verstopte hij in verwarmingsbuizen maar werd later opgerold door de
belasting. De wet hield stand tot 1933.
Amerika in de jaren 30
Amerika in de jaren 30 was een stuk minder vrolijk dan de Roaring
twenties. Op black thursday, 24 oktober 1929, was de beurskrach(duits,
krach betekent crash). Dit gebeurde op de Wall Street in New York. Bij
de beurskrach stortte de economie van Amerika ineen. Banken en
handelshuizen(bedrijven waar je aandelen koopt) gaan failliet, daardoor
slepen ze andere bedrijven mee omdat banken hun bijvoorbeeld geld
geleend hebben die ze weer terug willen. Hierdoor stortte de economie
in. In het begin ging het nog goed:
, 1. Aandelen werden gekocht met geleend geld, in de Roaring
Twenties gingen veel mensen lenen(Er was bijvoorbeeld een
bepaald nieuw product, veel mensen zouden die dan willen
hebben, dus het bedrijf zou winst maken, als je dan een aandeel
had, had jij ook winst)
2. Hierdoor stijgen de aandelen
3. Doordat de aandelen stijgen, kun je ze verkopen voor een hoger
bedrag, dus doordat de aandelen stijgen willen nog meer mensen
aandelen
4. Dit blijft in een soort visuele cirkel doorgaan, want door het kopen
van aandelen worden die duurder en aantrekkelijker
Dit ging goed totdat de markt verzadigd raakt, iedereen had al dat
bepaalde product, niemand wilde het product meer. Daardoor ging het
niet goed:
1. Niemand gaat het product meer kopen
2. Bedrijven verlagen de productie
3. Hierdoor heb je minder mensen meer nodig om producten te
maken en ga je ze ontslaan
4. In Amerika is er geen sociaal vangnet, dus ze hebben geen geld,
hierdoor kopen mensen nog minder, zo blijft het dus telkens
doorgaan in een negatieve cirkel
Ook gaat het slecht met de aandelen:
1. De aandelen dalen
2. Mensen verkopen de aandelen om niet te veel verlies te hebben
3. Mensen kunnen de lening niet terugbetalen omdat ze ook
werkloos zijn geworden, banken nemen mensen hun huizen in
maar die kunnen ze ook aan niemand verkopen
(in 2008 was er in Nederland ook zo’n zelfde crisis)
Door de crisis ontstaan in Amerika hoovervilles/sloppenwijken. Dat was
erg bijzonder voor de VS. Maar er kwam verbetering, bij nieuwe
verkiezingen werd president Hoover verslagen door
, Roosevelt(Nederlandse achtergrond) en komt gelijk met ´The new deal`
in 1933, dat hield in dat ze geld uit gingen geven en hij zorgde voor een
uitkering. Daardoor konden mensen geld uitgeven → bedrijven hadden
weer meer productie→ mensen weer een baan, kortom daardoor kwam
het weer in een positieve cirkel.
4.2
Duitsland wordt een republiek, 1918-1925
De Duitse keizer was na de Eerste Wereldoorlog weg. Duitsland moest
een nieuw bestuur krijgen. Verschillende partijen wilden een regering
vormen maar ander waren het er niet mee eens en er braken vanaf 1918
rellen uit. In Berlijn probeerden de communisten/Spartakisten(vernoemd
naar Romein die in opstand kwam, 1918-1919) de macht te grijpen. De
staatsgreep werd neergeslagen en leiders vermoord. Nationalisten en
oud-militairen geloofden nog steeds dat democratische en socialistische
partijen vrede hadden gesloten terwijl de Duitse legerleiding dat gedaan
had. Ze dachten dat die partijen stiekem een wapenstilstand hadden
geregeld, en deze mythe heet de Dolkstootlegende. In Berlijn werd het
zo onrustig dat de vergadering ergens anders heen moest. Het ging naar
het rustige dorpje Weimar waar een parlementaire democratie werd
ingesteld. Ook wel de Weimarrepubliek(1919-1933) genoemd, door de
invoer keerde de onrust niet terug.
De nieuwe regering kon weinig goeds doen vond het Duitse volk. De
situatie in Duitsland werd nog slechter na het Verdrag van Versailles,
daarin stond namelijk(6 dingen):
● Duitsland moest gebieden in Europa afstaan aan de overwinnaars,
zoals Elzas-Lotharingen
● Duitsland moest al haar koloniën afstaan
● Duitsland moest herstelbetalingen betalen
● Het Duitse leger mocht niet groter dan 100.000
● In het grensgebied met Frankrijk mochten geen soldaten meer
verblijven
● Duitsland was de schuldige aan de oorlog