Een uitgebreide samenvatting van het vak Goederenrecht c.s., obv hoorcolleges behandelde stof en bevat álle voorgeschreven jurisprudentie (blauw gemarkeerd). Overige arresten zijn terloops genoemd dus niet voorgeschreven maar wel handig om te kennen.
Week 1: Verhaal en voorrang algemeen
Verhaal
Verhaal kan in beginsel op het gehele vermogen van de schuldenaar en op álle goederen (art. 3:276
BW)
Tenzij uitzonderingen: - op grond van de overeenkomst afgesproken uitzonderingen;
- op grond van de wet (zoals bijv. art. 447 Rv over huisraad of
beslagvrijevoet bij loonvorderingen)
Soms ook verhaal mogelijk op goederen van derden:
- retentierecht (art. 3:292)
- fiscus bodemrecht (art. 22 lid 3 Invorderingswet)
- derdenpand/derdenhypotheek
Hoe neem je verhaal?
1. Er moet een bevoegdheid zijn tot het nemen van verhaal;
2. Er moet een executoriale titel zijn (art. 430 Rv)
3. Met de executoriale titel kan er executoriaal beslag worden gelegd (art. 439 Rv)
4. Daarop volgt een openbare verkoop (art. 463 Rv)
5. De opbrengst wordt verdeeld (art. 480 Rv)
Voorrang
In principe geldt de regel ‘paritas creditorum’ (gelijkheid van schuldeisers; art. 3:227 lid 2 BW), maar
in sommige gevallen bestaan er regels van voorrang (art. 3:279 e.v. BW): de voorrechten of
voorrangsrechten. Er is een gesloten stelsel van voorrangsrechten (art. 3:278 lid 1 BW).
Voorrang kan vloeien uit: - voorrechten (art. 3:278 lid 2 BW)
- pand & hypotheek (dit zijn dus geen voorrechten!; art. 3:227 lid 1)
Unitco (HR 17 januari 2014, NJ 2014/61) → Betaling steunvorderingen door derde (holding) is
ontoelaatbaar wegens doorbreking paritas creditorum (r.o. 3.3.2).
Voorrang en verhaal bij faillissement
Het faillissement is een ‘toestand van te hebben opgehouden te betalen’ (art. 1 Fw).
Het gehele vermogen van de schuldenaar kan dan worden uitgewonnen (art. 20 Fw). Deze
schuldenaar verliest beheer en beschikking over zijn vermogen (art. 23 en 24 Fw) en kan dus ook
geen beheersdaden meer verrichten (zoals verhuren) en kan ook niets meer uitgeven etc.
Individuele beslagen vervallen (art. 33 Fw).
Pand- en hypotheekhouders oefenen in geval van faillissement hun recht uit alsof er geen
faillissement is (art. 57 lid 1 Fw) & zij hebben het recht van parate executie (art. 3:248 jo. 3:268 BW).
Dit betekent dat zij geen executoriale titel nodig hebben om hun verhaal te halen.
1
,Week 2: Pandrecht, in het bijzonder op roerende zaken
Wanneer iemand geld nodig heeft, kan hij daarvoor sparen. Vaak wordt echter de voorkeur gegeven
aan lenen, om verschillende redenen. Degene die zijn geld uitleent, wil wel graag zeker weten dat hij
het terug krijgt (of hij vraagt een belachelijk hoge rente). Dat kan door zekerheidsrechten te
bedingen. Het bekendste zekerheidsrecht is het hypotheekrecht, maar er is ook een minder bekend
zekerheidsrecht: het pandrecht.
Er zijn twee verschillende soorten pandrecht: het vuistpand en het bezitloos pand (ook stil pandrecht
genoemd).
Arrest De Jong/KBC
Indien een pandhouder het verpande goed verkoopt als beslaglegger zonder melding te maken van
zijn pandrecht, geldt dat pandrecht als vervallen in de zin van art. 480 lid 1 Rv. Art. 3:248 lid 3 BW is
op deze situatie niet van toepassing.
Voor het antwoord op de vraag of een te water gelaten casco van een schip voor de toepassing
van art. 8:784 lid 1 BW moet worden aangemerkt als een in aanbouw zijn binnenschip dan wel als
een afgebouwd binnenschip, is niet van belang op welke wijze art. 8:1 BW het begrip schip
omschrijft.
Vuistpandrecht
Een vuistpandrecht is een pandrecht waarbij het te verpanden goed of recht ‘in de macht van de
pandhouder of van een derde’ komt. Dat wil dus zeggen dat het verpande goed wordt overgedragen
aan de pandhouder. Die heeft het dus tijdens de periode dat hij pandhouder is, in zijn bezit.
De pandhouder moet ‘als een goed pandhouder’ voor de zaak zorgdragen. De kosten die hij heeft
voor bijvoorbeeld onderhoud, moeten door de pandgever aan hem worden vergoed.
Hoe vestig je een vuistpandrecht?
1. Benodigd: titel, beschikkingsbevoegdheid, vestiging in enge zin (art. 3:84 lid 1 BW)
2. Jo. schakelbepaling (art. 3:98 BW)
3. Zaak in de macht van de pandhouder of derde brengen (art. 3:236 lid 1 BW)
Stil pandrecht (ook wel: bezitloos pand)
Een stil pandrecht is een pandrecht waarbij het verpande goed niet wordt overgedragen aan de
pandhouder, maar er wordt een authentieke akte opgemaakt (bij de notaris) dat er een stil
pandrecht is gevestigd op het goed. Ook kan dit worden overeengekomen in een onderhandse akte
(tussen de partijen), zolang die onderhandse akte wordt geregistreerd (bij een notaris of bij de
belastingdienst). Vaak komt het stil pandrecht voor bij bedrijven die hun machines of inventaris aan
de bank hebben verpand: een vuistpand zou dan immers ervoor zorgen dat de bank de machines of
de inventaris in bezit heeft en dat de pandgever niet meer kan produceren.
Wanneer de pandhouder bij bezitloos pand goede grond heeft om te vrezen dat de verplichtingen
niet zullen worden nagekomen of wanneer er al is tekortgeschoten in het nakomen van de
verplichtingen, kan hij vorderen dat de zaak of het toonderpapier in zijn bezit of in het bezit van een
derde wordt gebracht. Het stil pandrecht transformeert dan in vuistpand.
2
, Bezitloos pand is een minder sterk pandrecht voor de pandhouder dan dat vuistpand dat is. Bij
bezitloos pand zal hij de pandgever nog moeten overtuigen om de zaak af te geven, iets dat wellicht
uiteindelijk via de rechter moet worden afgedwongen. Bij vuistpand is dit niet nodig: daar heeft de
pandhouder de zaak reeds feitelijk in zijn bezit.
Hoe vestig je een stil pandrecht?
1. Benodigd: titel, beschikkingsbevoegdheid, vestiging in enge zin (art. 3:84 lid 1 BW)
2. Jo. schakelbepaling (art. 3:98 BW)
3. Authentieke of geregistreerde onderhandse akte (art. 3:237 lid 1 BW)
Een stil pandrecht kun je ook vestigen bij voorbaat, dat wil zeggen dat nog niet is voldaan aan alle
vereisten van art. 3:84 BW maar je wel alvast een akte hebt. Het pandrecht komt in dat geval pas tot
stand op het moment dat overdracht heeft plaatsgevonden. Als er meerdere zijn is de eerste de
sterkste (zie art. 3:97 lid 2 BW).
Hoe vestig je een stil pandrecht bij voorbaat?
1. Benodigd: titel, beschikkingsbevoegdheid, vestiging in enge zin (art. 3:84 lid 1 BW)
2. Jo. art. 3:97 (vestiging bij voorbaat)
3. Jo. schakelbepaling (art. 3:98 BW)
3. Authentieke of geregistreerde onderhandse akte (art. 3:237 lid 1 BW)
Je kunt ook een voorbehouden stil pandrecht vestigen als vervreemder (art. 3:81 lid 1 BW). In dat
geval voldoe je aan de vereisten van overdracht van het goed en aan de vereisten van vestiging
pandrecht op het goed. Een voorbehouden stil pandrecht en een stil pandrecht bij voorbaat zijn twee
heel verschillende figuren, elkaars tegenpolen. Want: bij voorbaat wordt pas gevestigd op het
moment dat de pandgever de zaak in zijn vermogen krijgt en bij voorbehouden krijgt de verkrijger iets
wat al bezwaard is met een pandrecht.
Arrest Meijs q.q./Bank of Tokyo (wat maakt een akte tot een pandakte?)
Dit arrest gaat in op de mogelijkheden om toekomstige vorderingen te verpanden en op welke
manieren aan de eisen kunnen worden voldaan.
De Hoge Raad heeft bepaald dat de in de faxbrieven vermelde vorderingen wél geldig verpand zijn
aan de bank, ondanks dat de akte geen verklaring tot vestiging pandrecht inhoudt. Volgens de Hog
Raad kun je afleiden dat hij een pandrecht wilde vestigen omdat hij de faxbrieven stuurt ter
registratie. Er hoeft niet expliciet genoemd te worden dat er verpand moet worden. Voldoende is dat
het zodanige gegevens bevat dat kan worden vastgesteld dat de akte is bestemd tot verpanding van
de daarin genoemde vorderingen. Dus de feitelijke omstandigheden.
Moet je dan steeds noemen wat er wordt verpand (individualiseringsbeginsel)?
→ Nee, dit is niet specifiek nodig om te doen in de akte
HR Potharts/Serrée (Dit arrest is niet verplicht maar je moet de inhoud welk kennen, de naam niet)
Ingeval van eigendomsovergang onder voorbehoud van pandrecht, wordt een recht verkregen dat
vanaf het begin al met pandrecht is belast.
Derdenbescherming pandhouder
Tegen beschikkingsonbevoegdheid pandgever (art. 3:238 BW)
- Bij stil pandrecht geen bescherming (zolang het stil blijft)
- Omzetting in vuistpand mits de pandhouder op het peilmoment ter goede trouw is
- Rangwisseling bij verpanding van verpande zaak (dus je wordt tweede pandhouder, dan vind
rangwisseling plaats ex art. 3:238 lid 2 BW)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RechtenstudentjeGROMAAS. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.