100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Minor Migratie & Diversiteit samenvatting artikelen €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Minor Migratie & Diversiteit samenvatting artikelen

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van alle literatuur (alle artikelen van de 10 colleges) van de minor Migratie & Diversiteit. Ik had met deze samenvatting zelf een 8,5 voor het tentamen.

Voorbeeld 4 van de 78  pagina's

  • 23 januari 2023
  • 78
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
esther-vdsluijs
Minor Migratie & Diversiteit Artikelen
College 1 Artikelen

- van Ostaijen, M. (2017). Between migration and mobility discourses: The performative potential
within ‘intra-European movement’. Critical Policy Studies, 11(2), 166-190.
-Alvesson, M., & Sandberg, J. (2011). Generating research questions through problematization.
Academy of management review, 36(2), 247-271.
- Torpey, J.

 van Ostaijen, M. (2017). Between migration and mobility discourses: The performative
potential within ‘intra-European movement’. Critical Policy Studies, 11(2), 166-190.

Introductie
Het artikel gaat verder in op het begrijpen van de tegenstrijdige gouvernementele visies betreft
mobiliteit in Europa. De uitbreidingen van de EU in 2004 en 2011 zorgen ervoor dat er een nieuwe
kijk komt op Europa. Hierdoor zijn er landen die deze mobiliteit binnen de EU juist stimuleren, maar
ook landen (zoals NL) die dit migratie noemen en minder positief over zijn. Dit artikel is dus primair
bedoeld om theoretische bijdragen te leveren aan de discussie van discursieve beleidsanalyse door
empirische case study uit te voeren met als thema de ‘intra-Europese beweging’.

 Gaat over de tegenstrijdige discourses wat betreft de intra-Europese movement van mensen. Het
artikel probeert deze discourses te begrijpen. Het highlight de ‘poetic elements’ en de ‘storyline’ van
deze discourses  discursive policy analysis.
 Beschrijft deze discourses en kijkt daarna naar de performativiteit (hoe het omvormt in
beleidsvoorstellen) van de discourses met een empirische case study.
 Probeert de discursive black-box te openen hoe discourses aan hun legitimiteit komen.

Hoofdvraag: Which governmental discourses on intra-European movement can be identified at the
European (European Commission) and Dutch national level and how did these discourses affect
policy proposals (in the period 2002–2014)?

EU spreekt over mobiliteit en Nederlandse overheid over migratie.

Theoretisch kader

Discourses/redevoering  taal is een medium waardoor actoren de wereld creëren.
‘’an ensemble of notions, ideas, concepts and categorizations through which meaning is allocated to
social and physical phenomena, and which is produced and reproduced in an identifiable set of
practices’’ (Hajer 1995, 44)

‘Argumentative turn’ discourse- theorie:
Door deze theorie werd migratie nog meer geanalyseerd in migratie en politieke onderzoeken. Deze
theorie gaat er namelijk vanuit dat het gebruik van een taal als een medium gebruikt wordt waardoor
de uitvoerder de wereld kan creëren. De aandacht wordt gevestigd op taal als een prestatie
(performative) of grondwettelijke (constitutive) dimensie van de realiteit, dat wordt geuit in een
redevoering, door actief een gemeenschap te produceren door betekenis te geven aan noties,
ideeën, concepten en categorieën.

2 key strategieën van de analysering van politieke toespraken:
- Legitimation: een toespraak techniek die sociale activiteiten uitlegt en rechtvaardigt.
- Performative potential

,Performative potential van discourses: hoe machtig discourses zijn om bij te dragen aan dominante
strategieën voor actie.  discourses hebben een feed-forward effect om bij te dragen aan
beleidsvoorstellen, omdat het probleem op een bepaalde manier is geconstrueerd als een probleem
en hieruit een actieplan is ontstaan.

Operationalisering

Policy discourses
Binnen het beleidsredevoering onderscheidt Hajer verschillende lagen:
- Verhaallijnen, metaforen en mythes
- Beleidsvocabulair (concepten en termen)
- Epistemische begrippen (regels van formatie)

Volgens van Ostaijen bestaat discourses uit poetic elements (concepten, metaforen, mythes en
nummers) en storyline elements.

Poetische en storyline elementen lopen in elkaar over en geven elkaar een betekenis.

Methode
Tekstuele analyse van de overheidsdocumenten over de intra-Europese beweging geproduceerd
door de Europese Commissie en de Nederlandse overheid in de periode 2002 tot 2014

Conclusies
- De poetic elements hebben een instrumentele en legitieme waarde voor storyline elementen. Bijv.
wanneer marktmetaforen over mobiliteit, zoals arbeidsmobiliteit, worden genoemd (dus met de juist
normatieve lading), worden economische doelen ook legitiemer.

- Poetic elements zijn belangrijk voor discourse en beleidsanalyse. Want als deze gebruikt worden om
dingen te problematiseren (wat vaak gebeurt in overheidscommunicaties), dan wordt dit gevolgd
door een beleidsvoorstel of actie.

 Het onderzoek heeft ook aangetoond hoe performativiteit werkt. Poetic elementen maken
storyline elementen legitiem. En deze storylines leggen de basis voor een bepaalde policy discourse
en het voorgestelde actieplan. Dit tweestaps-plan opent de discursive black box over
performativiteit.

Bijv. de EU gebruikt de mythe dat er nu in de EU een tekort aan mobiliteit (omdat met zicht op de
geschiedenis, ze een Europese arbeidsmarkt willen) is dit maakt hun beslissingen legitiem. Nederland
zegt juist dat ze geen herhaling van de geschiedenis willen met migranten, wat de problematisering
van migranten legitiem maakt.

- Al met al zijn mobiliteit en migratie niet twee concepten voor hetzelfde empirische fenomeen,
omdat ze andere institutionele percepties, interesses en autoriteiten inhouden  hierom veel
mismatches en spanning tussen de Europese en Nederlandse overheid.



 Alvesson, M., & Sandberg, J. (2011). Generating research questions through
problematization. Academy of management review, 36(2), 247-271.

Het artikel laat zien dat als je een theorie wilt creëren die waar is en zichtbaar, dat je dan vooral de
vooronderstellingen moet bevragen die onderliggend zijn hieraan (‘challenging assumptions’). Het
moet gebaseerd zijn op eerdere literatuur maar ook losstaan hiervan. Door problematisering krijg je

,interessante nieuwe theorieën. Echter worden veel onderzoeken alleen gedaan in de zin van ‘filling
the gap’ en ‘extend this literature’ waardoor de veronderstellingen niet bevraagd worden.

To be more specific, (1) we develop a typology of what types of assumptions can be problematized in
existing theories, and (2) we propose a set of methodological principles for how this can be done.

Problematisering methode:

Een systematische benadering hoe je goede onderzoeksvragen bedenkt door het problematiseren
van bestaande literatuur.

Typologie van aannames die open zijn voor problematisering:

- In-house aannames: bestaan binnen een bepaalde denkrichting in de zin dat ze gedeeld en
geaccepteerd worden als onproblematisch door voorstanders (assumpties binnen een bepaalde
denkwijze).

- Root metaphor aannames: zijn geassocieerd met een breder beeld van een bepaald onderwerp.
Binnen Management studies is het bijvoorbeeld gebruikelijk om organisaties te zien als ‘culturen’ in
de zin van een eenvoudige bundel aan waarden en overtuigingen die wordt gedeeld door de leden
van de organisatie. Echter op het Root Metaphor niveau betwijfelen auteurs de aannames over
eenheid en uniciteit (bredere kijk op een bepaald onderwerp in de bestaande literatuur).

- Paradigmatische aannames: zijn de ontologische, epistemologische en methodologische
aannames die ten grondslag liggen aan specifieke literatuur. De uitdaging van dergelijke aannames is
vaak een centraal ingrediënt voor het genereren van interessante onderzoeksvragen.

- Ideologie aannames: gaat om verschillende politieke, morele en gender-gerelateerde aannames
die heersen over een onderwerp.

- Field aannames: is een verscheidende groep aannames over specifieke onderwerpen die
gedeeld worden door verschillende denkrichtingen en worden aangeleerd met een paradigma en
soms verder gaat als paradigma’s en disciplines (assumpties over een specifiek onderwerp dat door
verschillende theorieen wordt bevestigd).

Bij elkaar genomen kan de typologie worden gezien als een continuüm van overlappende
veronderstellingen die openstaan voor problematisering, waar In-house aannames het ene uiteinde
vormen en de Field aannames het andere einde van het continuüm.

Principes voor het uitdagen van aannames:

It provides a set of specific principles for how assumptions in existing theory can be problematized
and, based on that, can generate novel research questions:
(1) identifying a domain of literature for assumption-challenging investigations;
(2) identifying and articulating the assumptions (in-house, root metaphor, paradigm, ideology, and
field assumptions) underpinning existing theory as clearly as possible;
(3) assessing them, pointing at shortcomings, problems, and oversights;
(4) developing new assumptions and formulating research questions;
(5) relating the alternative assumption ground to an identified audience and assessing the audience's
potential resistance and responsiveness to it; and
(6) evaluating whether the alternative assumptions are likely to generate a theory that will be seen as
interesting and crafting the alternative line of inquiry in a dialogic form to increase the likelihood that
readers will respond positively.

,  John Torpey (1998) Coming and Going: On the State Monopolization of the Legitimate “Means
of Movement”

In het artikel worden er 4 taken verricht:
1. Het artikel laat zien hoe en waarom staten hebben gezocht naar de monopolisering van de
legitieme betekenis van beweging. Dit slaat terug op het recht van de staten om beweging te
autoriseren en te reguleren.
2. Het artikel bespreekt de betrokken processen bij deze monopolisering die ons dwingt om
nogmaals te denken over de aard van de moderne staten zoals zij gepresenteerd zijn door
sociologische theorieën.
3. Het artikel analyseert de ontwikkeling van moderne staten als natiestatie en er wordt laten zien
dat steeds meer de burgers willen betrekken en de niet-burgers willen afstoten.
4. In het artikel wordt de aard en legale implicaties van de verschillende documentsystemen
onderzocht, zoals paspoorten, interne paspoorten en identificatiebewijzen.

Marx had het over de onteigening van productiemiddelen.
Weber had het over de onteigening van geweldsmiddelen.
Torpey zegt dat moderne staten, en het internationale staten systeem waar zij deel van uit maken,
de ‘middelen van beweging’ van individuen en particulieren entiteiten hebben onteigend.

Uiteindelijk werden de belangrijkste grenzen die telden niet van gemeenten, maar van natiestaten.
De creatie van het moderne paspoortsysteem heeft ertoe geleid dat er geen ongeautoriseerde
mobiliteit wordt gezien als illegale migratie. Samen met de monopolisering van het legitiem gebruik
van geweld gebruiken moderne staten de monopolisering van legitieme mobilisering.

Mensen hebben daardoor dus niet de vrijheid om zomaar van plek te veranderen en dit maakt hun
afhankelijk van de staat. Torpey zegt NIET dat de staten alle bewegingen van mensen effectief
controleren, maar dat ze de autoriteit hebben gemonopoliseerd om beweging te beperken.

Redenen waarom staten autoriteit willen hebben over de movement of persons:
- military services
- taxes
- labor
- law enforcement
- the control of brain drain
- verbieden van toegang naar off-limits gebieden
- uitsluiting
- ongewenste elementen

 staten willen het exclusieve recht in handen hebben om movement te autoriseren en reguleren

Kern van het artikel:
Doordringend of omarmend?
Door deze monopolisering denken we anders over the nature of modern states zoals deze wordt
beschreven in sociologische theorieën. Het idee dat staten samenleving ‘penetreren’ over de tijd
heen klopt niet als je kijkt naar de ontwikkeling van de staat. Je zou beter kunnen zeggen dat we
staten zien als het ‘embracen/omarmen’ van hun burgers.

 Hierom willen staten onderscheiden wie erbij hoort en wie niet, om hun burgers effectief te
kunnen ‘omarmen’ en indringers uit te sluiten.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esther-vdsluijs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
  Kopen