Sociologie - een inleiding
H1, De sociologische verzuchting:
1.1 Wat is sociologie:
Het is moeilijk tot een definitie van sociologie te komen, er bestaan er velen. Definities kunnen
worden gebruikt om een verschijnsel vast te leggen, maar minder geschikt om een verschijnsel te
begrijpen. Sociologie is een levendige wetenschap die zich onder invloed van haar eigen bevindingen
en inzichten geregeld vernieuwt.
Antropologen, historici, politicologen en sociologen doen niet helemaal hetzelfde, maar bestuderen
vaak dezelfde verschijnselen, hebben soortgelijke opvattingen over wat als een verklaring kan
gelden, hanteren dikwijls dezelfde theorieën, beroepen zich op dezelfde grondleggers, beschouwen
herhaaldelijk dezelfde auteurs als klassiekers of als onderzoekers met een bijdrage van blijvende
waarde.
1.2 Wat de sociologie ons leert:
1. De belangrijkste les:
De les van sociologie: “Haast alles wat in de maatschappij bestaat - de wijze waarop we verliefd
worden, wat we mooi vinden, de wijze waarop we ons eten klaarmaken en ons aan tafel gedragen, d
wijze waarop we wonen en ons verplaatsen, de belangen die we hebben en nastreven - had ook
anders kunnen zijn. Al die dingen waarvan we soms aannemen dat zij natuurlijk zijn en verbonden
met onze diepste eigenheid, hadden zich in de loop van de geschiedenis ook anders kunnen
ontwikkelen. Zij zijn contingent. Iets is contigent als het noodzakelijk noch onmogelijk is en het dus
ook anders had kunnen zijn dan het nu is. Dat is echter slechts het eerste deel van de les. Het tweede,
moeilijker gedeelte ervan is dat het contingente niet gelijkgesteld kan worden aan het arbitraire. Het
is niet omdat een bepaalde instelling, bijvoorbeeld het huwelijk, anders had kunnen zijn, ja, in andere
culturen soms totaal andere vormen aanneemt, dat er geen goede redenen bestaan voor de vorm die
het bij ons heeft aangenomen.”
Hieruit volgt een dubbele les: enerzijds een gemakkelijk gedeelte - ‘alles is contingent’ - anderzijds
een moeilijk gedeelte - ‘maar daarom nog niet arbitrair of willekeurig’.
We kunnen stellen dat vanaf de 17e eeuw het bewustzijn van het contingente duidelijk doordringt tot
de Europese intellectuele elite (bv. dus van de diversiteit van culturen).
2. Contingentie:
Howard Becker wilde vooral duidelijk maken dat de sociologie met betrekking tot afwijkend gedrag
een dubbele taak heeft:
- Verklaren waarom bepaalde individuen tot afwijkend gedrag komen.
- Verklaren waarom bepaalde gedragingen in bepaalde samenlevingen afwijkend zijn en in
andere niet.
1.3 Contingent, maar niet arbitrair:
Het besef van het contingente betekent dat men de organisatie van de samenleving - de wetten en
vorm van instellingen als het huwelijk - niet langer op rekening van goddelijke wil of natuurlijke
noodzaak kan schrijven. Het inzicht in contingentie van wet, norm en gewoonte is een oncomfortabel
bewustzijn, want hoe kan je mensen dwingen te gehoorzamen als ze beseffen dat het contingent is.