1. Water
2. Vitamine
3. Mineralen
4. Eiwitten→aminozuren komen in bloed
5. Vetten→vetzuren met glycerol in bloed
6. Koolhydraten →glucose in bloed
Werkgroep 2 het skelet
Functies skelet:
1. Bescherming vitale organen
2. Beweging mogelijk maken en steun
3. Opslag plaats botten
4. Maken van bloedcellen
Centrale deel van het skelet: schedel, borstkas en wervelkolom→axiale skelet
• periost(beenvlies)→taai vlies dat uit staf
bindweefsel en veel sensibele zenuwen bestaat.
Voorziet het bot van bloed, gaat het bloed binnen
via uitsparingen(volkmannkanalen).
• Substantia compacta(had botweefsel)→
Bestaat uit meerdere osteon(botbuis)→lange zuilen
botweefsel, met daarin meerdere lamellen. Met
daarin een centraal kanaal van bloed- en lymfe
vaten(haverskanaal). Tussen lamellen bevinden
osteocyten(botcellen), zorgen voor uitwisseling van
stoffen tussen botweefsel en bloed
• Substantia spongiosa(spondachtig beenweefsel)→opbouw van lamellen, maar lamellen zijn
in netwerk van beenbalkjes gestructureerd, met kleine holtes. Die kleine holtes bevatten
roodbloedmerg, bloedcelvorming. Zorgt ook voor stevigheid en opvang
, • Capillaire in systeem van havers→tussen de lamellen bevinden zich osteoncyten, die met
cytoplasmatsiche uitlopers uitwisseling van stoffen tussen het bloed en botweefsel
verzorgen.
Opbouw en afbraak bot:
• Osteoclasten→afbraak van bindweefselcellen, zei scheiden zuren en enzymen af→breken
botweefsel van een osteon af.
• Osteoblasten→groeit een bloedvat, waarna bindweefselcellen(osteoblasten tegen de wand
van het lamellen gaat afzetten). →ze komen dan vast te zitten en werken uit→veranderen in
osteocyten
Pijpbeenderen→pijpvormige, slanke botten.
- Het middendeel heet diafyse(schacht)→vooral opgebouwd uit substantia compacta, met
een mergholte. Die merghole is gevult met geel beenmerg(bestaat voornamelijk uit vet).
- Uiteinde van pijpbeen: epifysen→bestaat grotendeels uit substantia spongiosa.
- Grens tussen epifyse en diafyse bevindt zich een smalle laag substantia compacta, dit is de
plek waar lengtegroei plaats vindt. Tijdens de groei is dit de groeischijf(epifysaire schijf).
3 soorten beenderen:
1. Platte beenderen(platte botten) →brede, lange en platte botten. Goed voor spierhechting.
Bestaan grotendeels uit compacta
2. Onregelmatige beenderen→uiteenlopende vormen en functie. Bestaan grotendeels uit
spongiosa
3. Korte beenderen→klein. Dunne compacta met daarin spongiosa.
Kraakbeenverbindingen(junctura cartilaginea), zijn drukvast en enigszins vervormbaar.
- Hyalien kraakbeen→verbindingen zijn soepel en bewegelijk. Tussen ribben.
- Verzelig kraakbeen→beweging is onmogelijk. Delen van borstbeen.
Kraakbeen is niet doorbloed. Voordeel: er kunnen geen bloedvaten beschadigd worden. Nadeel:
beschadeging herstelt traag. Bloed komt bij kraakbeen via diffusie van synovia.
verbindingen van botten:
1. Kanverbinding→schedel
2. Gewricht→bovenste en onderste zijn met een gewricht verbonden
3. Vergroei
4. Bindweefsel
Gewricht(articulatio)→botverbinding die een grote beweeglijkheid tussen botten mogelijk
maakt.
- Om een gewricht zit het capsula articularis(gewrichtskapsel), is aan periost van beide
botten gehecht en houdt botuiteinde bij elkaar.
- Het gerwicht is luchtvrij
- Gewrichtkapsel bestaat uit 2 lagen:
1. Binnste laag: membrana sunovialis→dun vlies dat elastische vezels, zenuwen en
bloedvaten bevat. Produceert synovia
, 2. Buitenste laag: membrana fibrosa→taai vlies met straf bindweefsel, zorgt voor
stevigheid. Er liggen vaak ligamenten: zorgen voor stevigheid zorgt voor verhingering van
verkeerde kant op bewegen. Is slecht doorbloed.
- Discus articularis(kraakbeenschijf)→bestaat uit vezelig kraakbeen. Vergroten
bewegingsmogelijkheden en zorgen dat gewrichten in elkaar passen.
Soorten gewrichten:
• Kogelgewricht→kan je draaien, 360 graden. Kom en kop. Is bedekt met hyalien kraakbeen,
werkt als schokdemper.
• Scharniergewricht→in een richting bewegen, alleen transversale as
• Zadelgewricht→alle kanten op bewegen, rondje draaien
• Rolgewricht→tussen de twee onderbotten bevind zich rolgewricht, allen rollen(draaien)
• Ellipsvormig gewricht→alle bewegingen rond sagittale en transversale as mogelijk, pols
• Vlak gewricht→beide hebben platte gewrichten, maakt schuivingen mogelijk.
• Straf gewricht→kan maar op 1 manier in elkaar gaan.
Waarom geneest een botbreuk sneller dan een gekneusde kraakbeen?
Botten zijn beter doorbloed dan kraakbeen(hebben geen bloed).
1. Lordose→kromming met bolle kant naar voren
- Cervicale lordose→in het halsgebied
- Lumbale lordose→lumbale gebied
2. Kyfose→kromming met bolle kant naar dorsaal
- Sacrale kyfose→achter van kont
- Thonracale kyfose→achteren van rug
- Scoliose→zijde ligging kromming van
wervelkolom
- Gibbus of Bochel→draaien van
wervelkolom, bolling van ribben aan
rugzijde
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nikkievanthof. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,83. Je zit daarna nergens aan vast.