Samenvatting verpleegtechnische vaardigheden leerdoelen kennistoets
OWE 3
Hoe bereken en interpreteer je het BMI?
Je berekent het BMI door het gewicht van de patiënt te delen door zijn lengte in het
kwadraat. In formule vorm ziet dit er als volgt uit:
Gewicht van de patiënt ∈kg
BMI = 2
( Lengte van de patiënt ∈m)
Interpretatie van het BMI is als
volgt:
- < 18,5 ondergewicht
- 18,5 – 24,9 normaal
- 25,0 – 29,9 overgewicht
- 30,0 – 34,9 obesitas
- > 35,0 morbide obesitas
Wat is een vochtbalans en welke soorten zijn er?
Bij een vochtbalans wordt er bijgehouden hoeveel de patiënt binnenkrijgt, maar ook hoeveel
de patiënt weer uitscheidt.
Manieren van inname
- Drinken en vast voedsel
- Infuus
- Sondevoeding
Manieren van uitscheiding
- Urine (mictie)
- Drains (wondvocht)
- Transpireren
- Uitademen (erg lastig te meten)
- Sputum (vooral bij longpatiënten)
- Braken
De vochtbalans bereken je als volgt:
Vochtbalans = input – output.
- Positieve vochtbalans (+): de patiënt heeft meer vocht binnengekregen dan
uitgescheiden.
- Negatieve vochtbalans (-): de patiënt heeft meer vocht uitgescheiden dan
binnengekregen.
24-uursvochtbalans
Zoals de naam het al aangeeft, wordt bij deze vochtbalans gekeken naar de netto
vochtbalans in 24 uur. Door de vochtbalans uit te rekenen kan er bepaald worden of er
sprake is van een negatieve- of een positieve vochtbalans.
Cumulatieve vochtbalans
,Dit is een vochtbalans over een bepaalde tijd. Als je 5 dagen een 24-uursvochtbalans
bijhoudt, dan kun je hiervan een cumulatieve vochtbalans maken. Je telt dan alle
vochtbalansen bij elkaar op.
Welke soorten sondes zijn er?
- Neus-maagsonde
- Neus-duodenumsonde (twaalfvingerige darm)
- Neus jejunumsonde (dunne darm)
- Gastronomiesonde (via opening in buikwand direct naar de maag PEG sonde)
- Gastronomiesonde met jejunumextentie (via opening in buikwand via de maag naar
het jejunum PEG-J sonde)
- Jejunostomie sonde (via opening in buikwand rechtstreeks naar jejunum).
Wat is een neus-maagsonde?
Dit is een dun slangetje waar voeding door gegeven kan worden. Deze loopt via de neus
door de slokdarm naar de maag. De sonde is tijdelijk en gebruik je als iemand minder dan zes
weken sondevoeding krijg toegediend. Op het moment dat iemand langer sondevoeding
nodig heeft, wordt een sonde gebruikt die via de buikwand loopt. Het inbrengen van een
neus-maagsonde is een voorbehouden handeling.
Wat zijn indicaties en contra-indicaties voor een neus-maagsonde?
Indicaties
- Slik- en/of kauwproblemen door bijvoorbeeld neurologische problemen,
bewusteloosheid of een operatie aan mond of keel
- Slokdarmaandoeningen zoals een te nauwe slokdarm of een ontsteking van de
slokdarm
- Slechte voedingsopname door een aandoening aan de maag of darmen
- Weinig eetlust door bijvoorbeeld kanker of chemotherapie
- Slechte lichamelijke conditie met een risico op wonden of decubitus of in combinatie
met een zware operatie
Contra-indicaties
- Vergroeiingen in de keelholte, slokdarm, maag of omliggende organen risico op
slokdarmperforatie
- Als een patiënt net geopereerd is aan de slokdarm, hoofd/hals, of maag kans op
bloedingen
- Bij stollingsstoornissen kans op (ernstige) bloedingen
- Als de zorgvrager onrustig is sonde kan verplaatsen
Wat zijn aanwijzingen dat de neus-maagsonde niet meer goed in de maag ligt?
- Het markeringspunt op de sonde is verplaatst ten opzichte van de neus
- De zorgvrager heeft pijnklachten ter hoogte van de thorax
- Cyanose van de huid (blauwverkleuring)
- De zorgvrager is benauwd
- De zorgvrager zweet en is angstig
- Er is sprake van pijn of ernstig ongemak
,Hierdoor kan de sonde verplaatsen
- Hoesten, niezen of braken door de zorgvrager
- Na heftige bewegingen van de zorgvrager
Hoe breng je een neus-maagsonde in?
Benodigdheden
- Papieren zakdoekje
- Voorgeschreven steriele maagsonde
- pH-indicator
- Meetlint
- Niet-steriele handschoenen
- Stukje pleister
- Kom met koud water
- Onderlegger
- Spuit 50ml
- Kocher
- Watervaste stift
- Neus-fixatiepleister
- Steunpleister
- Schaar
- Glas lauw kraanwater
- afvalbak
Stappenplan neus-maagsonde inbrengen
Zorgvrager voorbereiden
- Vertel de patiënt wat je komt doen
- Vertel dat de patiënt slikbewegingen moet maken, zodat de sonde gemakkelijker kan
worden ingebracht. Hierdoor wordt ook voorkomen dat de sonde in de trachea
terecht komt
- Vraag wat de patiënt prettig vind, wie hij om zich heen wil hebben
- Spreek een stopteken af voor tijdens het inbrengen
! Leg altijd bij elke stap uit wat je gaat doen, ook als communicatie met de zorgvrager
moeilijk is, of niet mogelijk is
Voorbereiden
- Pas handhygiëne toe en trek niet-steriele handschoenen aan
- Zorg voor een rustige omgeving
Zorgvrager juiste houding laten aannemen
- Controleer de doorgankelijkheid van de neus: laat de patiënt wisselend door beide
neusgaten uitademen
- Kies het neusgat met de beste doorgankelijkheid
- Laat de zorgvrager een zittende houding aannemen
- Als dit niet lukt dan kan de zorgvrager ook half gaan zitten of blijven liggen
, Lengte van de sonde bepalen
- Lengte van de sonde wordt bepaald door de NEX+10 methode (nose-earlobe-
xyphoid). Neuspunt – oorlelletje – onderkant van het borstbeen, en hier vervolgens
10 centimeter bij op tellen
- Markeer die positie met een watervaste stift of een stukje plastic
Breng de sonde in
- Vraag of de patiënt het hoofd iets naar voren brengt. Het strottenklepje sluit dan iets
af
- Maak voor het inbrengen de sonde nat met kraanwater, dit vergemakkelijkt het
inbrengen
- Weerstand in de neus? probeer de inbrengrichting iets te veranderen
- Krult de sonde op in de mond of keelholte? trek de sonde terug en probeer hem
opnieuw in te brengen
- Braakneigingen, kokhalzen, benauwdheid en/of hoesten? trek de sonde iets terug
en probeer hem opnieuw in te brengen. Laat de zorgvrager een slokje water drinken
! Het gebruik van een rietje om slokjes water te nemen heeft niet de voorkeur, maar
kan wel worden gebruikt als de zorgvrager niet gewoon slokjes water kan nemen.
Met een rietje vergroot je de verslikkans.
! Plak de sonde als hij is ingebracht tijdelijk vast aan de neus
Controleer of sonde in de maag ligt
- Spuit 5 – 10 ml lucht door de sonde, hij komt dan los van de maagwand
- Zuig een paar druppels maagsap op en meet de pH-waarde hiervan. Als deze lager is
dan 5,5 dan mag je aannemen dat de sonde goed in de maag ligt
- Is hij rond de 6, dan doe je de test na 30 – 60 minuten nog een keer. Het kan zijn dat
de pH is verhoogd door het water (pH = 7) wat de patiënt tijdens het inbrengen heeft
gedronken
Als maagsap optrekken niet lukt
- Breng de sonde 5 tot 10 cm verder in
- Óf trek de sonde maximaal 10 cm terug
- Probeer het maagsap opnieuw op te
trekken
- Lukt dit niet? Breng dan de sonde terug tot
de oorspronkelijke positie
Fixeer de sonde
- Nadat de sonde is ingebracht en het maagsap is gecontroleerd, fixeer je de neus-
maagsonde
- De sonde verplaatst dan niet als de zorgvrager hoest of beweegt
Spoel de sonde
- Als je zeker weet dat de sonde goed ligt, dan spoel je de sonde direct door met de
afgesproken hoeveelheid water om de doorgankelijkheid te controleren
- Gebruik hiervoor water op kamertemperatuur, hiermee voorkom je dat de
zorgvrager misselijk wordt en gaat braken