Bij een conflict kies ik meestal voor aanpassen, toegeven en meegaan. Volgens het
conflictstijlenmodel van Thomas en Kilmann kunnen mensen met EEN passieve conflictstijl zich goed
inleven in anderen, proberen verschillen en irritaties te bagatelliseren. In de rol als mediator wil ik
gaan voor samenwerken en oplossingen zoeken, want dat is een win-win situatie (Apol et al. 2018)
Ik kon al de mens van het probleem scheiden, denken in alternatieven, de aandacht op de belangen
richten en niet op standpunten. Dit laatste vind ik lastig, omdat beide partijen vaak al een bepaalde
standpunt hebben ingenomen. Cliënten inzicht laten krijgen in elkaars belangen leidt tot betere
samenwerking.
, Tijdens de werkcolleges heb ik interventies in casuïstiek en rollenspel geoefend. Tijdens de rol van
mediator heb ik geleerd hoe je cliënten kunt helpen sociaal competenter te worden in de
communicatie bij conflicten. Door te vragen naar onderliggende overeenkomstige behoeften en
interesses kunnen betrokken partijen erachter komen dat ze naast onenigheid ook nog raakvlakken
met elkaar hebben (Lawick & Visser, 2004).
Regelmatig kom je tijdens je rol als mediator ook in aanraking met cliënten met een verstandelijke
beperking. Hierbij komt de low-arousal benadering van pas, een techniek die je in de rol van
mediator kunt inzetten (Hejlskov-Elven, 2013).
Je moet de cliënt zo tegemoet treden dat zijn emoties niet vergroten en hem de gelegenheid bieden
zijn zelfbeheersing te vergroten. Je kunt zelfbeheersing vergroten door grenzen te versterken en niet
teveel toe te zeggen (Johnson, 2008).
Hierdoor kun je beter realistische grenzen stellen en bezit je meer discipline. Voor ouders is dit erg
belangrijk, omdat ze voor hun kinderen minder onvoorspelbaar zijn zodra er grenzen worden gesteld
aan hun gedrag. Ze leren zo rekening met anderen te houden (Mutsaerts, 2005).
De manieren ‘praat rustig’ en ‘wacht’ van de low-arousal benadering zijn voor mij in de rol van
mediator bij cliënten met een LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING waardevol, maar ook een
uitdaging. Rustig praten is belangrijk omdat mensen met een LVB vaak tegen grenzen aanlopen en
daarbij hun zelfbeheersing kunnen verliezen. Zodra je te snel praat kunnen ze je niet meer volgen en
haken af. Ik praat vaak te snel en dit kan voor onduidelijkheid zorgen. In de rol van mediator, maar
ook als professional is het een uitdaging om rustig te praten. Ik zal extra aandacht besteden aan het
samenvatten omdat, vooral bij mensen met een LVB, dan het gesprek goed te volgen is. Door meer
structuur en orde in het gesprek kun je nagaan of de cliënt je goed heeft begrepen (Rosenboom, et
al., 2013).
Een kwaliteit van mij, die ik in de rol van mediator kan inzetten, is een neutrale houding aannemen,
structuur en duidelijkheid bieden die de zelfbeheersing versterkt tijdens een gesprek. Je bent
voorspelbaar en te vertrouwen doordat er regelmaat is, je geen partij kiest, en situaties duidelijk zijn.