IGRV aantekening
Week 1
Als het om dieren gaat zijn ze op grond van artikel 3:2a lid 1 BW geen zaken maar omtrent de wet zijn
artikel die gaan om zaken ook op toepassing van dieren, artikel 3:2a lid 2 BW.
Beperkte rechten zijn sterke rechten, zoals hypotheekrecht, pandrecht, ect. Dit staat in boek 3 en
boek 5.
Vermogen= schulden en goederen
Goederen= vermogensrechten en zaken
Vermogensrechten kunnen absoluut zijn of relatief
Absoluut, als het om zaken gaat, eigendomsrecht
Relatief, als het om vermogensrechten gaat, tussen personen
Vermogensrechten zijn relatief en zakenrechten zijn absoluut
Zaken= roeren en onroerend
5 kenmerken goederenrechtelijke rechten:
- Absoluut, kun je tegen eenieder inroepen
- Exclusief, ben de enige die dat in kan roepen
- Droit de suite, zaaksgevolg, volgt de zaak
- Droit de priorité, prioriteitsbeginsel, kijken wie eerst was, oud gaat voor jong
- Droit de préference, absoluut recht gaat voor relatief recht, oftewel goederenrechtelijke
rechten gaan voor verbintenisrechtelijke rechten
Separatisme, doen alsof er geen faillissement is artikel 57 faillissementswet
Tussenvraag 1
Een mobiel is een goed in de zin van artikel 3:1 BW ter weten een zaak, een stoffelijk object voor
menselijke beheersing vatbaar, artikel 3:2 BW
Vakantiewoning is een goed in de zin van artikel 3:1 BW want het is een zaak op grond van artikel 3:2
BW. Het is een stoffelijk object voor menselijke beheersing vatbaar
Lucht boven Nederland is geen goed op grond van artikel 3:1 BW, het is geen zaak en ook geen
vermogensrecht.
Een computer is een goed in de zin van artikel 3:1 BW. Het is namelijk een zaak, artikel 3:2 BW, het is
voor menselijke beheersing vatbaar
Een geldvordering is een goed in de zin van artikel 3:1 BW, het is een vermogensrecht artikel 3:6 BW.
Want het is een overdraagbaar recht.
Het water uit de rivier de maas is geen goed in de zin van artikel 3:1 BW, het is niet voor menselijke
beheersing vatbaar.
Caravan is een goed in de zin van artikel 3:1 BW, het is een zaak op grond van artikel 3:2 BW. Het is
een stoffelijk object die voor menselijke beheersing vatbaar is.
Recht op loonbetaling is een goed in de zin van artikel 3:1 BW, het is een vermogensrecht op grond
van artikel 3:6 BW. Het is een overdraagbaar recht.
Tussenvraag 2
Zijn de volgende zaak onroerend of roerend
, Boek= artikel 3:3, lid 1 BW een roerende zaak
Vliegtuig= artikel 3:3, lid 2 BW roerende zaak
Flat= onroerend in de zin van artikel 3:3 lid 1 BW
Vuurtoren= onroerend in de zin van artikel 3:3, lid 1 BW
Omgehakte boom= roerende zaak in de zin van artikel 3:3, lid 2 BW
Standbeeld= onroerend artikel 3:3, lid BW
Soorten goederenrechtelijke rechten
Absolute rechten, kunnen volledig (eigendomsrecht) of beperkt recht (hypotheekrecht) zijn.
Beperkte rechten, de in de boek 3 beperkte rechten kunnen zowel op zaken als vermogensrechten
vestigen. De in de boek 5 beperkte rechten kunnen alleen op zaken vestigen.
Eigendom:
Artikel 5:1 BW
- Meest omvattend recht
- Volledig recht
- Gebruiken/ verbruiken zolang je de wet niet overtreedt
- Revindicatie het opeisen/terugvorderen van je eigendom
Wat is het verschil tussen goederen en zaken. Goederen zijn zaken en vermogensrechten, artikel 3:1
BW. Zaken zijn stoffelijke objecten voor menselijke beheersing vatbaar, artikel 3:2 BW.
Noem een verschil tussen goederen- en verbintenissenrecht. Verbintenisrechtelijke rechten zijn
relatief en goederenrechtelijke rechten zijn absoluut. Goederenrecht gaat over de relatie tussen
personen en goederen. Verbintenissenrecht gaat over de relatie tussen personen onderling.
Portacabin arrest: een roerende zaak wordt onroerend als hij bestemt is om duurzaam ter plaatst te
blijven.
Wat is droit de suite? Dat is zaakgevolg, een recht blijft op de zaak rusten ook als deze niet in de
handen van de rechthebbende is.
Casus 1
Vraag 1
De bank heeft met zijn goederenrechtelijke recht, namelijk hypotheekrecht, een absoluut recht.
Bernard heeft een verbintenissenrechtelijk recht, een relatief recht. ABC-bank kan zijn recht
uitoefenen alsof er geen faillissement is separatisme
Week 2
Rechten eigendom artikel 5:1, lid 1 BW
- Gebruiken of verbruiken
- Vervreemden of bezwaren
- Revindicatie artikel 5:2 BW
Beperkingen eigendom artikel 5:1, lid 2 BW
- Misbruik van recht artikel 3:13 BW
- Hinder artikel 5:37 BW
Misbruik van recht:
- Doel ander te schaden
- Gebruiken voor ander doel dan waarvoor verleend